Tegenwoordigheid van geest in Rusland: blijven of gaan?

Terwijl het bloedvergieten in Oekraïne onder het mom van ‘nazismebestrijding’ doorgaat, bereikt ook de onderdrukking van kritische intellectuelen in Rusland een nieuw dieptepunt . Het verlichte deel toont zich solidair met Oekraïne. Bij het Kremlin vallen deze dichters en denkers daarom nog dieper in ongenade. Een existentiële vraag doemt daarop weer op: in Rusland blijven of uitwijken. Nina Targan Mouravi bericht.

NKVD Mandelstam
NKVD-foto van Osip Mandelstam. Beeld Wikimedia.

door Nina Targan Mouravi

Een eeuw geleden ontvluchtte een groot deel van de toenmalige literaire elite het communistische Rusland. De lijst van geëmigreerde dichters beslaat zo’n tweehonderd namen. Afgesneden van hun wortels, hebben velen zo hun leven behouden. Maar hun oeuvres bleven voor de landgenoten langere tijd onzichtbaar.

In de jaren veertig en zeventig volgden nog twee emigratiegolven. Nu is de vierde ophanden. Worden de emigranten thuis gehoord? Blijven ze hoorbaar in den vreemde? Scheelt het dat we nu via internet verbonden zijn? Kunnen zij die in Rusland blijven nog wel online? Is het aantal likes onder een stuk representatief voor een aantal lezers, of durft men niet aan te geven dat ze je volgen? Hoe het ook zij, zwijgen doen de meesten niet.

In De dichter en de vrijheid, de vrijheid en de dwang, een essay voor het tijdschrift Emigrantenlier analyseert dichter Boris Chersonski uit Odessa de innerlijke kracht die iemand de moed geeft in verzet te komen. Ze wordt vanouds ‘geheime vrijheid’ genoemd. Chersonski typeert ze als dwang. ‘Dat wat we zien als vrijuit schrijven is in wezen een onmogelijkheid om niet te schrijven. En na het schrijven is het net zo onmogelijk om het niet aan vrienden en bekenden voor te lezen in plaats van te verbergen of opzij te schuiven’, zoals Mandelstam het, weten we, met zijn hoondicht over Stalin deed.

Om met Lev Tolstoj te spreken: Ne mogoe moltsjat. Ik kan niet zwijgen.

Maar wie spreekt, wil ook gehoord worden. Bij de eerste twee emigratiegolven beperkte het auditorium van een migrant zich doorgaans tot een kleine kring van gevluchte landgenoten. Nu kan een Russischtalige auteur via internet met de lezers contact houden en misschien zelfs beter op de hoogte blijven vanuit een land waar de overheid de werking van internetbronnen niet saboteert. Een virtuele voedingsbodem dus, in plaats van de geuren, kleuren en gezichten van vertrouwde buurten en podia. Het prominentste tijdschrift voor nieuwe poëzie, Vozdoech (Lucht), wordt al langere tijd in Riga gemaakt en zowel auteurs als lezers weten het te vinden.

Osip Mandelstam

Waarom vertrekt de een en blijft de ander? Houden degenen die niet weggaan meer van hun vaderland? Was het maar zo simpel, meestal zijn er genoeg andere factoren in het spel. Hulpbehoevende oude ouders bijvoorbeeld, de psycholoog die je kind behandelt, opvanghonden en -katten die niemand van je overneemt, geen beheersing van vreemde talen (niet onbelangrijk als taal je instrument is). En niet in de laatste plaats: je roeping als dichter, gestaafd door larger-than-life voorbeelden van Goemiljov die terugkeerde om een van de eerste (dichterlijke) slachtoffers van het Leninbewind te worden, Achmatova die haar positie definieerde met ‘Nee, ik stond mijn eigen volk terzijde / Waar mijn volk, tot zijn ellende, stond’ en natuurlijk Osip Mandelstam.

Mandelstam kreeg het weliswaar benauwd als hem de toegang tot de Toscaanse heuvels werd ontzegd, maar dat is niet hetzelfde als willen vluchten. Twee jaar na de revolutie sloot hij het gedicht ‘Feodosia’ af met:
Bagdad of Smyrna? Nee… de zee kan ruig zijn,
En sterren zijn toch overal hetzelfde.

Hiermee bedoelde Mandelstam niet letterlijk de hemellichamen die zichtbaar zijn vanaf je huidige locatie. Hij keek naar de sterren waar hij ook was en wist onder meer dat sterren op het platteland feller ogen, getuige de teksten die hij in ballingschap schreef. Nee, het gaat hier om het eindoordeel, dingen die ertoe doen, je morele kompas.

Het is niet het leger dat een volk het beste beschermt, het zijn de empathische stemmen die dat doen. Onlangs vertaalde ik een historisch gedicht van Nikolaj Nekrasov over het bouwen van de eerste spoorweg in Rusland. Een zoontje van een rijke militair vraagt aan zijn vader: Papaatje, wie heeft deze spoorweg gebouwd? Volgens de vader was het generaal Kleinmichel. Maar volgens Nekrasov waren het de kansloze, ongeletterde armelui van overal in het grote imperium die ervoor kromlagen, ontberingen leden en ja, stierven bij het uitvoeren van dat ambitieuze project.

Het gedicht bracht een grote opschudding teweeg. De censuur bestempelde het als ‘gruwelijke laster die niet zonder huiveren gelezen kan worden’. Ondertussen werd generaal Kleinmichel wegens onmenselijk gedrag uit zijn functie ontheven en werden de werkomstandigheden iets verbeterd. Een voorbeeld zoals er duizenden zijn. 

Boris Khersonsky
Dichter Boris Chersonski uit Odessa. Foto Wikimedia.

Boris Chersonski

Dus: blijven en volhouden? Hoe kies je tussen de trauma’s van oorlogsgeweld óf amputatie? Want zo voelde het leven in diaspora voor Marina Tsvetajeva. Zij keerde naar Rusland terug, met een bekend gevolg: ze pleegde zelfmoord. Of denk aan het tragische verhaal van dichter Aleksandr Vvedenski, die midden in de evacuatie zijn gezin en bagage uit de coupé weghaalde en ten slotte in Stalinkampen zou omkomen.

Boris Chersonski, woonachtig in Odessa, wijdde een gedicht aan dit dilemma. Hij begint met toespelingen op gewenning en ambivalentie:

Er is reden tot vluchten, ik weet een veilige plek,
maar de tanden bijten zich vast in mijn grond, mijn stek,
en de benen willen niet aan zo’n traject beginnen,
en het duiveltje richt al zijn hoorntjes op daarbinnen,
blijf je, zegt ie, gerust nog wat langer erop bezinnen,
tot de schurken er zijn, heus, ik hijg je niet in de nek.

De slotregel zegt echter dat de dichter blijft omdat het hem vooral aan lafheid ontbreekt.

Lev Rubinstein, dichter en publicist, zinspeelde al in de jaren tachtig op het dilemma in het lange gedicht Voorspellende dromen / Van donderdag op vrijdag:
Zo’n droom: geduld en lethargie zijn reuze makkelijk gebleken. Men dient, wanneer het waait of giet, gewoon zijn kop in ’t zand te steken. Dat heeft een prijs en dit ook wel, maar door de bedelstaf te kiezen verlaat de speler het toneel, en wat te doen als het gaat vriezen? Het is daadwerkelijk niet best te moeten zwerven in de sneeuw, geen uur, geen dag maar wel een eeuw, een dikke nul op het rekest.

Weloverwogen of abrupte keuzes worden vaak genoeg gefnuikt door omstandigheden. De een wil weggaan, maar heeft geen mogelijkheden. De ander is juist in het buitenland gestrand na een voltooid project, omdat er geen vluchten of treinen meer zijn.

Ljoedmila Petroesjevskaja

Ljoedmila Petroesjevskaja (83) is het wel gelukt om vanuit Rio de Janeiro weer voet op de Russische bodem te zetten. De oorlog was een paar dagen gaande en Petroesjevskaja gaf genadeloos commentaar. Aha, schreef ze, hierom werd die wet uitgevaardigd die adoptie van Russische wezen door Amerikanen verbiedt. Die ondervoede wezen zijn nu opgegroeid en worden gedwongen om tegen Oekraïne te vechten.

Schrijfster Natalia Kim, dochter van bard Joeli Kim, maakte duidelijk op sociale media dat zij en haar kinderen blijven. Idem, reageerden tientallen vrienden en volgers, veelal letterkundigen. Wij gaan nergens heen, dat spreekt vanzelf, gauw afspreken dus!

Petroesjevskaja liet weten: Ook ik ben net terug en heb drie kilometer in mijn vaderland gewandeld! Op haar eigen Facebookpagina zette zij, een alleskunner die zangoptredens geeft en niet onverdienstelijk schildert (de opbrengst van kunstverkoop doneert zij aan weeshuizen) een veelzeggend kwatrijn, iets speelser in het Russisch:

Geen hysterie, we zijn op dit moment
Onmisbaar want we schrijven de kroniek.
Wie anders maakt de kerndreiging bekend,
De paranoia en de heroïek?

Lyudmilla Petrushevskaya
Ljoedmila Petroesjevskaja. Foto Wikimedia.

Maria Stepanova

Daar is ze weer: de roeping. Toch is lang niet iedereen in staat om te dichten over de orde van de dag in het algemeen en de oorlog in het bijzonder. Maria Stepanova, een Moskoviet en al jaren een van de belangrijkste Russische dichters, wijdde in 2012, nog voor de Kriminvasie, meerdere gedichten in haar bundel ‘Kireevski’ aan dit thema. Een fragment:

Ooit mensen. Dat is gedaan en
Nu zijn we eiwitsoep,
De geur van sperma en tranen,
Wortels, vermolmde troep.

Ik ben maar een zwartgeblakerd vod,
De zoom van een krijgsgewaad,
Nu hij die naast jou bij het venster stond
Uit diepe kuilen bestaat.

Wanneer het feestmaal klaar is,
De kerstboom groen en rood
Opgloeit en de fanfares
De ‘ave’ heffen, devoot,
Wanneer een dromedaris
De ijskorst kraakt met zijn poot,


Dan kunnen goud noch zijde,
Noch wierook en ivoor
Honger en kou bestrijden,
Ergo, je loog me voor.

Te laat, te laat: dat je bij me staat,
De wortels terzijde trekt.
Ik ben een sinds tijden leeg gewaad,
Een vod met grond bedekt.

Maria Stepanova
Maria Stepanova. Foto Wikimedia.

Of:

Elk van ons staat op het een of ander,
Elk van ons houdt zijn wapens paraat.
Elk van ons kijkt, zolang die leeft,
Naar de vaandragers in beraad,
Naar de rand waar een fluitende boodschapper draaft,
Voor je het weet ben je reeds een poëet.

De jonge Achmatova dichtte aan het begin van de Eerste Wereldoorlog dat ze tot God bad om zelf te sterven voordat er de eerste dode zou vallen, en dat passies en gedichten ballast waren geworden. Ook Stepanova, die zich sinds jaar en dag tegen het bewind uitspreekt en wier familie uit Charkov komt, valt het dichten nu zwaar. Zelfs over lezen van poëzie zei ze onlangs dat gedichten vandaag raar smaken, net of ze verzuurd zijn.

Stepanova is het gezicht van Colta.ru, een platform dat niet wachtte tot de overheid het sloot maar zelf aankondigde dat zwijgen gepaster is nu eerlijke berichtgeving strafbaar is verklaard. ‘Ik kan niet zwijgen’ is tot ‘Ik mag niet spreken’ verworden.

Olga Sedakova

Dichteres Olga Sedakova schreef op 20 februari:
‘Mijn dierbare Oekraïense vrienden! (Ik kan niet eens iedereen noemen met wie mij een langdurige vriendschap en samenwerking verbindt). En allen met wie ik nog geen kennis heb kunnen maken! Jullie weten dat ik uit de grond van mijn hart jullie een volledige autonomie, volledige vrijheid om een eigen toekomst te kiezen toewens, alsook gevrijwaard zijn van de gruwelijke dreiging vanuit de buren, – wij dus. Het is diepdroevig om in zo’n geval "wij" te moeten zeggen. Ik haat de plannen en de bedenksels die de overheid niet met ons deelt of bespreekt en die het mogelijke uitbreiden van militaire acties op Oekraïense grond tot gevolg hebben. Zoals velen, velen van ons vind ik deze bedenksels gestoord en misdadig. En een schande voor ons land.

Olga Sedakova
Olga Sedakova. Foto Wikimedia.

Vera Pavlova

Dichteres Vera Pavlova, die haar tijd verdeelde tussen Moskou en Toronto, daarvoor New York, kon niet langer in Moskou blijven. Sinds de Russische aanval dicht zij uitsluitend daarover. Maar er is niets obligaats aan deze dagelijkse uitingen. Ze klinken net zo natuurlijk als haar verzen over alle mogelijke facetten van het vrouw-zijn, zoals verrast zijn door een late liefde of de vis moeten schoonmaken die je lief na een idyllisch uitstapje thuisbrengt. Toch heb ik niet eerder zoveel woede uit haar pen zien vloeien.

Standpunt? Een uitroepteken.
Geen onzekere term.
Het geweten zal spreken.
Engelen, zwoeg, bescherm
Deze bergen en baaien,
deze harten, zo zacht,
tegen het doorgedraaide,
het ontmande gedrocht
.

En dan heb ik het als vertaler nog zacht uitgedrukt want voor zeker drie gebruikte adjectieven is er in het Nederlands geen equivalent. Van de pot gerukt komt meer in de buurt dan doorgedraaid, maar is net iets te lang helaas.

Slavic Voices: An Evening of Poetry and Music with Sylva Fischerova, Dzvinia Orlowsky, and Vera Pavlova. At BU Center for the Study of Europe. Wednesday, October 15, 2014.
Vera Pavlova. Foto Wikimedia.

Kirill Medvedev

Gaan of blijven? Beide beslissingen vergen moed en verantwoordelijkheidsgevoel bij alles wat Russisch heet. Dat somde de 25-jarige juriste Alexandra Bajeva, in wier kantoor de politie op 7 maart een inval deed, treffend op in een stukje met de toepasselijke titel: ‘Wij raakten allen verdeeld in wie de moed vatte om te vertrekken en wie de moed vatte om te blijven’. Zij maakt overuren met verlenen van juridische bijstand aan gearresteerden.

Dichter Kirill Medvedev, bij het brede publiek bekend als de zanger van een verzetslied in een arrestatiebusje, werd ook nu voor een straatprotest een dag lang vastgehouden. Hij schreef op 7 maart:
‘Tegen degenen die nu vertrekken, in het bijzonder degenen die daarbij hun liefde voor het vaderland benadrukken, zou ik willen zeggen: ik kan niemand ook maar iets adviseren, iedereen heeft een eigen leven en je hebt maar één leven, maar toch.’

Dat iedereen maar een leven heeft resoneert met Brodski’s hommage aan Achmatova, die haar voor de woorden van liefde en vergeving dankt. Ze zijn uitgesproken met een zachte stem, maar daarom niet minder hoorbaar:

Nog klaarder dan Zijn stem, gedempt door het heelal,
Omdat een sterveling slechts eenmaal komt te spreken.

‘Het is goed om te onthouden dat een gedwongen verblijf buiten het vaderland naast voorlichting, andere hulp en solidariteit benut mag worden ter voorbereiding voor wat we, naar ik hoop, daarna zullen doen,’ vervolgt Medvedev. ‘Wie in het buitenland verblijft kan zich onderdompelen en beter doorgronden hoe de dingen werken waaraan het ons hier ontbreekt: hoe het zelfbestuur in andere landen werkt, de onafhankelijke vakbonden, politiek onderwijs onder armen en slecht opgeleiden, hoe de budgetten ter plaatse worden verdeeld, hoe kleine zaken verbonden zijn met de strijd voor het grote algemene welzijn. En het gaat lang niet alleen over het Westen, er zijn vele landen, van Indië tot Chili, waar op het kruispunt tussen lokale verhalen en wereldwijde democratische projecten jarenlang iets tot stand werd gebracht wat we uit eerste hand zouden moeten leren.’

Kirill Medvedev
Kirill Medvedev. Foto Wikimedia.

Vroeger zei men: ik vertrek, maar mijn hart laat ik achter. Nu schrijft Vera Pavlova dat ze thuis een kast met verweerde partituren achterlaat, maar haar hart neemt ze mee. Ook Maksim Osipov, cardioloog en schrijver, zal het hart nodig hebben om buiten Rusland zijn levenswerk voort te zetten. Ook wij zullen het nodig hebben om in te zien, nee, te voelen wat de Russische auteurs die het lezen waard zijn al doorgemaakt hebben en nu doormaken als ze vandaag voortschrijven aan hun kroniek. 

Zoals Ramses Shaffy zong:
‘Je moet weten: we zijn allemaal samen.’