Lev Goemiljov en het Russisch imperialisme van vandaag

Op zoek naar een aantrekkelijk verhaal om hun anti-westerse koerswending te rechtvaardigen, verwijzen Poetin en zijn entourage graag naar de historicus Lev Goemiljov (1912-1992). Zijn theorie, waarin Rusland een vitale Eurazianistische beschaving is, Oekraïne biologisch verwant en het Westen intrinsiek anti-Russisch, leent zich daar uitstekend voor. Aan de hand van uitspraken van Vladimir Poetin toont historicus Konstantin Tarasov hoe en waarom de Russische politieke klasse selectief shopt in Goemiljovs werk.

Poetin, samen met o.a. Tichon Sjevkoenov Patriarch Kirill, de gouveneur van de regio Pskov Michail Vedernikov en presidentieel adviseur Vladimir Medinski  na afloop van de ceremoniële onthulling van het ter ere van Aleksandr Nevski. (Foto: Kremlin)

Door Konstantin Tarasov

Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Sinds 24 februari 2022 stellen politicologen, sociologen, cultuurwetenschappers, journalisten en gewone mensen van over de hele wereld zich deze vraag. Verschillende antwoorden worden inmiddels gegeven: zowel goed onderbouwde als ongefundeerde, zowel rationele als emotionele. Toch gaat het onderzoek naar de ideologische fundamenten van het moderne Russische regime door.

Een van de manieren om dit te onderzoeken is door goed te luisteren naar Vladimir Poetin en zijn directe omgeving. De aandachtige luisteraars onder ons weten dat de president sinds de beginjaren van zijn bewind het vaakst de dissidente schrijver Aleksandr Solzjenitsyn, de geëmigreerde filosoof Ivan Iljin en de historicus Lev Goemiljov citeert. De standpunten van deze laatste geleerde lijken het minst bekend, terwijl Vladimir Poetin zich toch meer dan eens positief heeft uitgelaten over zijn werk.

Lev Goemiljov

Lev Goemiljov werd in 1912 geboren als zoon van de in ongenade gevallen dichters Nikolai Goemiljov en Anna Achmatova. Onder Stalin werd Lev meerdere malen gearresteerd op grond van verzonnen aanklachten en bracht in totaal veertien jaar door in gevangenschap. In 1956 werd hij gerehabiliteerd. Nadat Goemiljov in 1961 promoveerde in de geschiedenis schreef hij verschillende wetenschappelijke boeken over de volkeren van Centraal-Azië.

Tegelijkertijd werkte hij aan een theorie over etnogenese, waarvoor hij een model ontwierp dat de ontwikkeling van etnische groepen aan de hand van biologische en geografische factoren verklaarde. Zijn poging om hierover een proefschrift in de geografie te verdedigen liep op niets uit. Ook slaagde Goemiljov er niet in om dit onderzoek in boekvorm uit te geven. Zijn ideeën werden door andere wetenschappers onderworpen aan stevige kritiek. Pas na de opheffing van de censuur in 1989 werd het boek Etnogenese en de Biosfeer van de Aarde gepubliceerd.

Hoewel professionele historici Goemiljovs opvattingen altijd hebben bekritiseerd vanwege hun niet-wetenschappelijke karakter, vonden zijn theorieën in de perestrojka-jaren hun weg naar het grote publiek. In boeken, artikelen en tv-optredens wist hij complexe thema’s op een toegankelijke manier over te brengen.

De crisis binnen de historische wetenschap van die tijd speelde ook een rol. Terwijl marxistische schema's om de geschiedenis te verklaren werden verworpen, bood Goemiljovs theorie over de ontwikkeling van etnische groepen een nieuw coherent en verklarend historisch model. Goemiljov stierf in 1992. In de decennia na zijn dood werden zijn boeken steeds opnieuw uitgegeven en zijn etnogenese-theorie opgenomen in lesboeken.

Een aparte beschaving

Jarenlang werd de retoriek van Vladimir Poetin gedomineerd door uitspraken over Europese en internationale waarden. Dit sloeg halverwege de jaren 2000 om. Vanaf dat moment sprak Poetin steeds vaker over Rusland als een aparte beschaving. In 2012, toen hij zich opnieuw kandidaat stelde voor het presidentschap, publiceerde hij als onderdeel van zijn verkiezingscampagne een artikel met de titel ‘Rusland: de nationale kwestie’. Het claimt dat Rusland als ‘staatsbeschaving’ de taak heeft om ‘op organische wijze verschillende etnische en religieuze groepen te integreren’.

In zijn werk beschrijft Goemiljov geregeld de ‘eigen weg’ van Rusland. Hij zag de Russen als een aparte beschaving met elementen van zowel de oosterse als de westerse cultuur. Een van de belangrijkste kenmerken van de zogenaamde Russische ‘etnogenese’ was volgens hem de ‘symbiose’ van de Russische 'etnos' met anderen volken binnen Moskovië en het Russische Rijk. Volgens de theorie behield iedere etnos daarbij zijn eigen ecologische niche, leefgebied en originaliteit. ‘De inlijving van uitgestrekte gebieden in Moskovië gebeurde niet door uitroeiing van de geannexeerde volkeren of door het gewelddadig onderdrukken van hun tradities en geloof, maar door complementaire contacten of vrijwillige onderwerping van deze volkeren aan de Moskouse tsaar.’ ‘Complimentariteit’ van etnossen, zo geloofde Goemiljov, zorgde voor een snelle uitbreiding van het Russische land en een sterke eenheid onder de volkeren die er woonden. Het zijn Goemiljovs woorden, maar ze zouden niet misstaan in een van Poetins toespraken.

Het is niet verwonderlijk dat de adviseurs van de president juist dit idee besloten te gebruiken. Het is uitermate geschikt om het organisch samenleven van de verschillende volkeren binnen de Russische Federatie te rechtvaardigen. Rusland presenteert zich als een unieke beschaving: in tegenstelling tot andere imperia is het niet gebaseerd op overheersing, maar op het vredig naast elkaar leven van volkeren. Dit is een gunstig beeld voor Rusland, dat in zijn huidige vorm geen Russische natiestaat genoemd kan worden, gezien de uitgestrekte gebieden met verschillende volken die het land rijk is.

Goemiljovs Eurazianisme 

Al in de eerste jaren van zijn presidentschap liet Poetin de naam Goemiljov geregeld vallen in de context van het Eurazianisme. Dit is een intellectuele en sociaal-politieke stroming die in de jaren '20 en '30 onder Russische emigranten ontstond. Het centrale idee van het Eurazianisme is de verwantschap van Rusland en Eurazië op het gebied van cultuur, identiteit en historisch lot.

Het idee van de nauwe historische band van Rusland met de ‘erfgenamen’ van de Gouden Horde werd voor het eerst gebruikt in betrekkingen met de Republiek Tatarstan en Kazachstan. In beide republieken bestaat er een zekere eerbied voor de nagedachtenis van Goemiljov, die zichzelf ‘de laatste Eurazianist’ noemde. In Kazan staat een buste van hem, en in Astana is de Euraziatische Nationale Universiteit naar Goemiljov vernoemd. President van Tatarstan Sjajmijev en voormalige president van Kazachstan Nazarbajev verwezen in hun toespraken net zo vaak als Poetin naar Goemiljov.

Het Eurazianisme ‘herinnerde’ de voormalige Sovjetrepublieken aan hun culturele eenheid en vermeed tegelijkertijd het gesprek over het koloniale verleden

Poetins belangrijkste initiatief op het gebied van buitenlands beleid van zijn derde presidentiële termijn was de oprichting van de Euraziatische Economische Unie. Hier moesten voormalige Sovjetrepublieken deel van gaan uitmaken. De Russische president liet geen twijfel bestaan over de invloed van Goemiljov op dit initiatief: ‘De Euraziatische Unie is een project om de identiteit van de volkeren, de historische Euraziatische ruimte in de nieuwe eeuw en in de nieuwe wereld te behouden,’ aldus Poetin in 2013. ‘Euraziatische integratie is een kans voor de hele post-Sovjetsfeer om een onafhankelijk centrum van internationale ontwikkeling te worden, in plaats van een periferie voor Europa of Azië.’

In het huidige beleid van de Russische regering zijn de kenmerken van Goemiljovs Eurazianisme duidelijk zichtbaar. In tegenstelling tot veel van zijn voorgangers zag Goemiljov Rusland als de erfgenaam van het Grootvorstendom Kyiv, en niet van het Mongoolse Rijk. Ondanks de historische banden met nomaden noemde hij Rusland dan ook geen steppebeschaving. Andere Eurazianisten rekenden naast Mongolië ook de Balkanlanden, Polen en Finland tot de Russische invloedssfeer. Goemiljov sprak in feite alleen over de landen die onderdeel uitmaakten van de Sovjet-Unie.

Sinds het midden van de jaren 2000 is Goemiljovs Eurazianisme stevig verankerd in het Russische politieke discours. Het was toen dat Poetin en zijn entourage gedesillusioneerd raakten over de mogelijkheid tot het ontwikkelen van sterke banden met het Westen. De Euraziatische Economische Unie werd de duidelijke antithese van de Europese Unie.

Om deze verandering van politieke koers te rechtvaardigen, zochten de presidentieel adviseurs naar passende theorieën. Ze kozen voor het Eurazianisme omdat het een basis bood voor het aanknopen van economische banden met de voormalige Sovjetrepublieken. Het ‘herinnerde’ de landen aan hun culturele eenheid terwijl het tegelijkertijd het gesprek over het koloniale verleden vermeed.

Buste van Goemiljov in Sint-Petersburg met daarnaast zijn citaat 'Rusland kan alleen als Euraziatische grootmacht voortbestaan, en allleen door middel van het Eurazianisme' (Foto: VK)

Toepasselijke helden

Goemiljovs Eurazianisme is niet alleen een gewilde inspiratiebron voor buitenlands beleid, maar ook voor Ruslands historische politiek. Vladimir Poetin en Vladimir Medinski, presidentieel adviseur voor historisch beleid, woonden beiden in 2021 verschillende evenementen bij ter ere van de 800e verjaardag van grootvorst Aleksandr Nevski. De manier waarop de president Nevski’s militaire en diplomatieke verdiensten beschrijft is weinig bescheiden. Bij de opening van een herdenkingscomplex in de regio Pskov noemde hij de persoonlijkheid van Aleksandr Nevski ‘grandioos’. ‘Zijn moeilijke levensweg stond in het teken van een keuze, die hij altijd maakte in het belang van het behoud van de identiteit en de spirituele fundamenten van het Russische volk, in de naam van het oorspronkelijke Rusland, in de naam van de toekomst van onze staat,’ aldus Poetin. Om wat voor keuze het ging, zei hij er niet bij.

Terug naar Goemiljov, in wiens werk Aleksandr Nevski een speciale plaats inneemt. De historicus beschouwde Nevski als de grondlegger van de Russische etnos. Zijn belangrijkste verdienste was volgens Goemiljov dat hij enerzijds de invasie van ridders uit het Westen afsloeg in een reeks veldslagen, en anderzijds een verbond sloot met de Mongolen. Waar de meeste professionele historici over deze periode spreken als die van het ‘Tataars-Mongoolse juk’, waarin Rusland een vazalstaat van de Mongolen werd, beweert Goemiljov dat Rusland erin slaagde zijn speciale cultuur en vooral zijn orthodoxie te behouden. Goemiljov noemde dit letterlijk de ‘beschavingskeuze’ van Aleksandr Nevski tussen Oost en West.

Poetins interpretatie van de historische held Aleksandr Nevski is een kopie van Goemiljovs speculaties

Het bewijs dat een dergelijk idee niet geheel toevallig in het discours van Poetin en zijn entourage terecht is gekomen, is te vinden in de multimediacentra ‘Rusland - Mijn Geschiedenis’ die in korte tijd overal in het land zijn opgedoken. In dergelijke paviljoens wordt het officiële narratief over de geschiedenis van Rusland gepresenteerd op een staatsgezinde, ‘patriottische’ manier. De belangrijkste initiatiefnemer van dit project is bisschop Tichon Sjevkoenov, voorzitter van de Patriarchale Raad voor Cultuur en biechtvader van de president. Net als Medinski heeft Sjevkoenov grote invloed op het historisch beleid van Rusland.

In het aan Aleksandr Nevski gewijde deel van de historische multimediacentrum leert de bezoeker dat de grootvorst ‘zijn verdediging versterkte in het Westen, en vrienden zocht in het Oosten.’ Nevski’s overwinningen op Westerse ridderorden worden gepresenteerd als ‘een afspiegeling van de agressie van het Westen’, terwijl het verdrag met de Gouden Horde onder de titel ‘Het Oosten als keuze voor het behoud van Rusland’ is opgenomen in de expositie. Deze interpretatie van de grootvorst is letterlijk overgenomen uit Goemiljovs werk. Daarnaast wordt in de historische parken de ‘verbroedering’ van Aleksandr Nevski met de zoon van de Mongoolse Khan Sartak gepresenteerd. De opname van dit ritueel, dat de mannen tot bloedbroeders maakte, wijst zo mogelijk nóg duidelijk in de richting van Goemiljov. Een dergelijke gebeurtenis wordt namelijk in geen enkele bestaande historische bron weergegeven: het is puur Goemiljovs speculatie.

Toch wordt noch in de werken van Medinski, noch in de parken van Sjevkoenov gebruik gemaakt van de belangrijkste claim van Goemiljov, namelijk dat er in Rusland geen sprake is geweest van een ‘Mongools juk’ maar van een ‘symbiose’ tussen de Russische etnos en de Mongolen. De reden hiervoor is dat door een dergelijke interpretatie de auteurs van het officiële historische verhaal een buitenkans zouden mislopen: ze zouden dan niet meer kunnen verhalen over de heroïsche overwinningen van de Russische legers. De slag op het Koelikovo-veld in 1380, die de eerste Russische overwinning op de Mongolen wordt genoemd, en de Confrontatie aan de Oegra in 1480, dat de geschiedenisboeken is ingegaan als de bevrijding van de Horde, zijn fundamentele ankerpunten in de Russische historische canon.

De opening van het multimediacentrum ‘Rusland - Mijn Geschiedenis’ in Rostov aan de Don in 2018 (Foto: Wikimedia Commons)

Passionarnost

Tijdens een ontmoeting met de hoofdredacteuren van Russische media in februari 2021 gaf Poetin toe: ‘Ik geloof in de passionarnost-theorie. Net als in de natuur ontwikkelt een samenleving zich in fasen van groei, hoogtepunt, en verval.’ Volgens de president heeft Rusland zijn hoogtepunt nog niet bereikt en is het ‘in tegenstelling tot andere oude of snel verouderende naties’ juist in opkomst. In oktober 2021, tijdens een bijeenkomst van de Valdai Discussieclub, begon Poetin opnieuw over passionarnost. Toen werd duidelijk dat de president met ‘verouderende naties’ onder andere West-Europa bedoelt. In tegenstelling tot opkomende landen, die hij met een ‘borrelende en lava-spuwende vulkanen’ vergelijkt, zijn er ‘uitgebluste landen, waar alles voorbij is en alleen nog vogeltjes fluiten.’

Het woord passionarnost (‘gepassioneerdheid’) is een duidelijke verwijzing naar de theorie van Lev Goemiljov. De door hem gemunte term vormt de kern van zijn geschiedenisfilosofie. Hij definieert het als een gevoel dat mensen aanzet om de wereld om zich heen te veranderen. Het stelt ze in staat om hiervoor alles, inclusief hun leven, op te offeren. Perioden van passionarnost ontstaan als gevolg van een ‘passionele impuls’ - een moment in de geschiedenis waarop de natuurkrachten de biosfeer op een bepaalden manier beïnvloeden. Na zo’n impuls doorlopen etnossen de fasen groei, hoogtepunt en verval in een vaste volgorde, gemeten in eeuwen.

Moeten we hier nog bij vermelden dat hem om zo goed als onbewijsbare beweringen gaat? Goemiljovs relatie met natuurwetenschappelijke onderzoek was problematisch. Passionarnost als een speciaal soort ‘geobiochemische energie’ is tot op heden onbekend bij natuurwetenschappers. Bovendien is Goemiljov veelvuldig bekritiseerd om zijn selectieve keuze van historisch materiaal. Hij gebruikte de bronnen die bij zijn concept pasten terwijl hij bronnen die dat niet deden negeerde, ook al waren ze betrouwbaarder. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze werkwijze resulteerde in veel te vrije interpretaties, vergezochte verbanden en regelrechte verzinsels.

In de eerder genoemde toespraak uit 2021 volgt Vladimir Poetin letterlijk de passionarnost-theorie, al klopt zijn weergave niet helemaal. Volgens berekeningen van Goemiljov zelf vond de ‘passionele impuls’ van de Russische etnos plaats in de 13e eeuw. Dit zou betekenen dat Rusland zich aan het begin van de 21e eeuw niet in de fase van ‘groei’ bevindt, zoals Poetin beweert, maar juist in de verouderende fase.

Het idee van een ‘jong’ Rusland en een ‘verouderend’ Europa streelt het nationale ego van Ruslands leiders

Voor de president is dit echter een detail. Het aantrekkelijkste punt voor hem is dat Rusland volgens Goemiljov vijfhonderd jaar jonger is dan Europa, omdat de ‘passionele impuls’ daar al plaatsvond in de achtste eeuw. Het Westen bevindt zich daarom nu in een situatie van achteruitgang: de inwoners zijn zwak, gehecht aan comfort en een rustig leven. Rusland heeft daarentegen juist veel ‘gepassioneerden’, die bereid zijn zich op te offeren voor een hoger doel. In een mogelijke confrontatie met het Westen zou daarom zelfs een niet al te ‘jong’ Rusland als winnaar uit de bus moeten komen. Dit idee streelt het nationale ego van de Russische leiders. Ondanks economische en technologische achterstand en het verlies van de status als wereldmacht, lijkt de superioriteit van Rusland ten opzichte van Europa voorbestemd.

Biologisch bepaalde vrienden en vijanden

‘Oekraïne is voor ons niet zomaar een buurland. Het is een inherent onderdeel van onze geschiedenis, cultuur en spirituele ruimte. Het doel van de zogenaamde pro-Westerse beschavingskeuze van de Oekraïense oligarchische regering was en is niet het creëren van betere omstandigheden voor het welzijn van het volk. Het ging om de miljarden dollars, die door oligarchen van de Oekraïners gestolen zijn en die zij op westerse bankrekeningen hebben staan.’ Dit zei Vladimir Poetin in zijn toespraak op 21 februari 2022. Waarom maakt Rusland zich eigenlijk druk om de ‘pro-Westerse beschavingskeuze’ die zogenaamde ‘oligarchen’ hebben gemaakt tegen de belangen van de Oekraïners in?

Opnieuw ligt de sleutel in de geschriften van Lev Goemiljov. Vanuit het oogpunt van de historicus zijn Oekraïners onderdeel van de Russische (Euraziatische) ‘superetnos’. Een superetnos bevat een etnos, plus de etnossen die het beïnvloedt in een ‘symbiotische gemeenschap’. Superetnos is een van de oncontroleerbare termen van Goemiljov: een heldere definitie ontbreekt. Hierdoor blijft het onduidelijk wanneer etnossen een superetnos vormen.

Volgens Goemiljov hebben Rusland en Oekraïne een biologische connectie, sterker dan wat voor sociaal-politieke band dan ook

Grenzen die volkeren verdelen zijn kunstmatig, en kunnen dus niet zoiets als een superetnos markeren. Goemiljov dacht hier echter anders over. Zo beschreef hij hoe Moskovië in het midden van de 17e eeuw het grondgebied van het huidige Oekraïne annexeerde: ‘Het belangrijkste was de super-etnische manier waarop Rusland en Oekraïne bij elkaar horen, de massale steun aan ‘de onzen’, die eenzelfde geloof deelden. Op dit algemene gevoel van eenheid sloegen de rationele plannen van vastberaden, intelligente leiders stuk, als golven tegen een rots. De Russen en Oekraïners, twee nauw verwante etnische groepen, werden verenigd niet dankzij, maar ondanks de politieke situatie, omdat het volk steevast afrekende met de initiatieven die niet in lijn lagen met de logica van de etnogenese.’

Volgens Goemiljov is de eenheid van de superetnos dus biologisch bepaald. Het is sterker dan wat voor sociaal-politieke omstandigheden dan ook, en zal zelfs in ongunstige omstandigheden de boventoon voeren. De banden binnen een superetnos zijn onbreekbaar. Pogingen van de elite om een nieuwe ‘beschavingskeuze’ te maken zullen daarom consequent op niets uitlopen. Omgekeerd geldt hetzelfde: ‘de onzen’ worden per definitie met bloemen onthaald. Zo’n vermeende biologische eenheid wordt gebruikt ter rechtvaardiging van de huidige militaire acties in Oekraïne, die door moderne Russische propaganda wordt gepresenteerd als een bevrijdingscampagne.

Poetins angst

Niet alleen de ‘symbiose’ van etnische groepen is volgens Goemiljov biologisch bepaald, maar ook hun wederzijdse afkeer ofwel ‘negatieve complementariteit’. Goemiljov was consequent antiwesters. Net als Poetin nu was hij ervan overtuigd dat het Europese superetnos inherent vijandig stond tegenover het Russische (Euraziatische) superetnos. Goemiljov beweerde in zijn werk dat er sinds de dertiende eeuw in Europa ‘zwarte legendes’ bestaan over de barbaarsheid van alle Euraziatische etnossen. Zulke vooroordelen, in combinatie met een onvriendelijke en afwijzende houding ten opzichte van niet-Europese volkeren, zijn volgens hem een natuurlijke manifestatie van de ‘negatieve complementariteit’ tussen de Europese en de Russische (Euraziatische) superetnos.

Vladimir Medinski duikt graag in deze ‘zwarte politieke legendes’, zogenaamd door het Westen opzettelijk verzonnen over Rusland. Onder andere zijn omstreden dissertatie over Ivan de Verschrikkelijke was hieraan gewijd.Het bijzondere aan dit proefschrift is dat de auteur alle negatieve beweringen over de Russische tsaar afkomstig uit westerse bronnen per definitie afdoet als verzinsel. Ook zijn serie boeken ‘Mythen over Rusland’ gaan over dergelijke latserlijke legendes. Ieder deel bevat verwijzingen naar de werken van Goemiljov. Medinski gaat echter verder dan de ‘laatste Eurazianist’. Hij probeert de lezer niet alleen te overtuigen dat er sprake is van ‘negatieve complementarteit’, maar zelfs van honderden jaren ononderbroken Westerse russofobie en de wens om de Russische geschiedenis op alle mogelijke manieren te verguizen.

Vladimir Medinski tijdens een lezing in november 2021 (Foto: Russische Militaire Historische Vereniging)

Volgens Goemiljov is verzoening tussen superetnossen met ‘negatieve complementariteit’ uitgesloten. Wanneer onverenigbare etnische groepen toch een poging doen tot vriendschappelijk contact heeft dit op hen een verwoestend effect, en ontstaat er een ‘chimaera’. Mensen die opgroeien in een ‘chimaera’ vallen tussen de wal en het schip: ze behoren niet meer tot de ene, maar ook niet tot de ander etnische groep en verliezen hun etnische traditie. Dit leest haast als een onderdeel van Poetins artikel uit 2021 getiteld ‘Over de historische eenheid van Russen en Oekraïners’. De president sprak daarin over een bepaald ‘anti-Russisch’ project waarin, volgens hem, Westerse mogendheden Oekraïne willen veranderen door de historische en culturele banden met Rusland te verbreken.

Poetin ziet andere waarden en culturen als een existentiële dreiging

In zijn beruchte televisietoespraak van 24 februari 2022 zei Poetin, alsof hij Goemiljovs logica van de natuurlijke strijd tussen superetnossen volgde: ‘Tot voor kort probeerden ze (het collectieve Westen) ons onophoudelijk te gebruiken voor hun eigen belangen, onze traditionele waarden te vernietigen en ons hun pseudo-waarden op te dringen, die ons volk van binnenuit zouden aantasten. Deze opvattingen, die ze nu agressief verspreiden in hun eigen landen, leiden rechtstreeks tot degradatie en ondergang, omdat ze in tegenspraak zijn met de menselijke natuur.’ Hieruit blijkt dat andere waarden en culturen door de president worden gezien als een existentiële dreiging. Wat is dit anders dan de angst om een ‘chimaera’ te worden? Tot op de dag van vandaag spelen de verschrikkelijke gevolgen van een dergelijk wereldbeeld zich voor het oog van de wereld af.

Rechtvaardiging van een reeds bestaande politieke agenda

Goemiljovs werk is diep doorgedrongen in het huidige Russische politieke discours. De Euraziatische terminologie en de conceptuele structuur uit zijn werk kom je vooral tegen in de vorm van basisprincipes, die zonder context lastig te begrijpen zijn. Maar dit maakt de Russische politieke klasse nog niet tot fanatieke Eurazianisten, of de theorie van Goemiljov tot de officiële ideologie van Poetins Rusland. De complete stilte waarin de Russische overheid vorig jaar het dubbele jubileum van de historicus (30 jaar sinds zijn sterfdatum, 110 jaar sinds zijn geboorte) voorbij liet gaan is veelzeggend.

Wetenschappers hebben meer dan eens gewezen op de instrumentele manier waarop de Russische politieke klasse losse concepten of historische analogieën selecteert en inzet voor politieke doeleinden. Hierbij wordt de betekenis vaak vervormd, en interpretaties die politici minder goed uitkomen juist volledig genegeerd. De theorieën van Goemiljov zijn hierop geen uitzondering. Welbeschouwd was de historicus zelf ook niet vies van dit soort praktijken: hij gebruikte verdraaide historische feiten aangevuld met zijn eigen verzinsels om zijn Euraziatische fantasieën en antiwesterse standpunten te onderbouwen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat men makkelijk losse elementen uit zijn werk kan plukken, zonder dat hierbij de overkoepelende theorie gevaar loopt.

De theorie van Goemiljov is geen ideologie geworden, maar eerder een soort mythologie die allerlei politieke en historische mythen met elkaar verbindt.  De claim dan Goemiljovs werk zo’n diepgaande invloed heeft gehad op de entourage van Poetin is dan ook niet geheel correct. Het is eerder andersom: Goemiljov bied een quasi-wetenschappelijke achtergrond aan de gedachten en gevoelens die leden van de elite zelf tóch al hadden. Het is belangrijk om dit in gedachten te houden wanneer we de ideologische fundamenten van het hedendaagse Russische regime proberen te begrijpen.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.