Oekraïners stellen zich in op een lange oorlog

Twee jaar na het begin van de Russische grootschalige invasie en tien jaar na het begin van de oorlog tegen Oekraïne, zijn Oekraïners heel erg moe. Meer uitgeput dan wie ook. De hoop op een snel einde van de oorlog is vervlogen. Maar van opgeven is geen sprake. De bevolking stelt zich in op een lange strijd. En Poetin onderschat nog steeds de kracht van zijn tegenstander. Journalist Denis Trubetskoy bericht vanuit Kyiv over de stemming.  
 
David en Goliath Muurschildering waarop David en Goliath worden verbeeld. Foto X, mil.gov.ua

door Denis Trubetskoy

Het is veel te vroeg om onszelf eenstemmig ten dode op te schrijven na twee danwel tien jaar oorlog, waarvan de moeilijkste fase zich afspeelde vanaf april 2022. Hoe is de stemming, waar staat Oekraïne op dit moment en wat is het toekomstperspectief?

Natuurlijk is de situatie momenteel nog moeilijker dan voorheen, dat is zonder meer een feit. Op kleine korte uitzonderingen na was de stemming de afgelopen twee jaar sowieso al nooit goed te noemen. En natuurlijk was er in februari 2023, ondanks de rampzalige toestand van de energie-infrastructuur, vanzelfsprekend meer hoop te bespeuren. De hoop van toen werd echter in de zwart-wit wereld van de westerse media vaak verkeerd geïnterpreteerd. Nu draait de beeldvorming totaal de andere kant op en neigt ertoe zowat dagelijks onze ondergang aan te kondigen.

Er dienen ongeveer een miljoen mensen in enigerlei vorm bij de Oekraïense krijgsmacht. Iedereen kent wel iemand die vecht. Wat een commentator die zelf nooit verantwoordelijkheid droeg ook rondbazuinde, iedereen wist van te voren helder en klaar dat Oekraïne zich tegen een sterk leger moest verdedigen en dat het vrijwel uitgesloten was dat de oorlog in 2023 zou eindigen.

Waarop ik persoonlijk en veel mensen om mij heen niettemin hoopten, was iets anders: we hoopten althans in aanzet in te kunnen schatten wanneer de oorlog zal eindigen. Helaas is er eerder sprake van het tegendeel. Deze winter moest de bevolking zich met de gedachte verzoenen dat deze oorlog vermoedelijk nog minstens net zolang gaat duren als de fase die we achter ons hebben gelaten. De afgelopen maanden gingen wij door deze fase van acceptatie. Men moest het accepteren en men heeft het geaccepteerd.

Nu is het zaak om zich op een heel lange oorlog in te stellen. Dat dit noodzakelijk is hoorde tot de pijnlijkste aspecten van deze wintermaanden. Zowel de regering als de samenleving hoopten op veel momenten stiekem dat het met de verouderde, ineffectieve structuren van voor februari 2022 op een of andere manier vanzelf soepel zou lopen, temeer daar hervormingen midden in een oorlog tegen het grootste land ter wereld lastig zijn. Maar hier moet Oekraïne simpelweg doorheen.

Mobilisatiewet is complexe puzzel

Een voorbeeld is het debat over de nieuwe mobilisatiewet, die in het parlement in behandeling is en ietwat onjuist alleen als wet ter aanscherping van de mobilisatie wordt voorgesteld. Primair gaat het slechts om de invoering van een effectiever, gedigitaliseerd systeem, dat voor de lange termijn functioneel is. Men moet erkennen dat de oude uit het sovjetsysteem voortgekomen corrupte en bureaucratische wervingscentra de mobilisatieplannen van 2022 niet uitgevoerd hebben, laat staan die van 2023. Dit heeft niets te maken met gebrek aan mannen en vrijwilligers. De centra zijn en blijven domweg niet effectief.

De vervanging van de hele leiding van het ministerie van Defensie in september en de recente vervanging van de legertop duiden eveneens op verbetering voor de lange termijn. In een tijd waarin werkelijk elke hryvna telt, moeten de aankopen voor het leger transparanter en efficiënter worden. Daarin is men althans ten dele geslaagd.

Bij de personeelswijzigingen in het leger ga ik voorlopig uit van wat er naar buiten wordt gebracht. Het idee is dat de jongere voormalige brigadecommendanten, die worden ingezet naast de ervaren vertrouwelingen van Zaloezjny’s vervanger Syrsky, met hun concrete gevechtservaring in deze oorlog heel goed begrijpen wat de troepen nodig hebben. En dat ze bij gebrek aan middelen er beter voor kunnen zorgen dat de spullen precies de plaatsen bereiken waar ze het hardste nodig zijn. We zullen zien hoe het zal functioneren. Het is voorheen vaak niet optimaal gelopen. Net als bij het ministerie van Defensie is er misschien wat aanlooptijd nodig.

Het is duidelijk dat er geen belangrijker probleem is dan het gebrek aan munitie. Evenzeer staat vast dat zonder westerse hulp Oekraïne er heel slecht voor zou staan. Maar de economische aspecten blijven verreweg het grootste probleem. Voor het plan om in 2024 450.000 tot 500.000 mensen te mobiliseren is omgerekend 14 miljard euro nodig. Bij nadere beschouwing is dat zelfs nog een paar miljard meer.

Anderzijds is het nog steeds onduidelijk waar dat geld vandaan moet komen. Eigenlijk kan het alleen uit belastinginkomsten worden gefinancierd, omdat financiële hulp uit het buitenland alleen voor civiele doelen benut mag worden en dit niet zal veranderen. Maar hoe tovert men dat geld tevoorschijn als de mobilisering de belastingbetalers zelf opslokt? Hetzelfde geldt voor de eigen wapenindustrie, die zo belangrijk is voor het geval dat de westerse steun deels wegvalt.

Uit dit onoplosbare dilemma komen onuitvoerbare ideeën voort om mensen die een bepaalde belastingbijdrage leveren vrij te stellen van mobilisatie.  Zuiver economisch en pragmatisch is dat beslist logisch, maar aan de samenleving valt dat niet te verkopen. Hoe zou een moeder van een gevallen soldaat zoiets kunnen aanvaarden?

Het plan voor demobilisering van degenen die al vanaf dag één van de invasie dienen  - eigenlijk niet realistisch  – is binnenlands toch al een explosief thema. Niettemin moet de regering naar oplossingen hiervoor zoeken. Ik kan mij zelfs niet bij benadering een voorstelling maken van hoe dit eruit zou kunnen zien. Ik ben niet jaloers op de regering die dit moet opknappen.

Kranslegging bij gedenkplaats gesneuvelde militairen op 24 februari, twee jaar na het begin van de Russische invasie. Foto president.gov.ua

Felle politieke discussies

De politieke discussies hebben inmiddels bijna het vooroorlogse niveau bereikt, hetgeen voor de levendige Oekraïense politieke cultuur eerder een gezond teken is. Gelukkig overheerst het gezond verstand. Er wordt graag gediscussieerd, maar het sein staat in de eerste plaats op samen doorzetten en het behoud van de Oekraïense natie en staat. De reactie op het ontslag van Zaloezjny was bijvoorbeeld voornamelijk nuchter. Logischerwijs waren er veel negatieve commentaren op internet, maar over het geheel genomen werd er rustig gereageerd en zijn er slechts enkele tientallen mensen uit protest de straat opgegaan, hoewel Rusland de zaak natuurlijk probeerde te pushen.

Er zijn nog geen betrouwbare peilingen, maar het ontslag zal het vertrouwen in Zelensky onvermijdelijk nog iets doen dalen, maar dat zal niet rampzalig zijn. Daarbij staat het ook voor de oppositie grotendeels vast dat Zelensky tot het einde van de oorlog president moet blijven en dat verkiezingen in oorlogstijd onaanvaardbaar zijn.

Wat er na de oorlog gebeurt, is een ander verhaal. Voor de eerste keer sinds februari 2022 denken nu meer mensen dat Oekraïne zich eerder in negatieve dan in positieve richting ontwikkelt. Dat is zorgwekkend, hoewel het eigenlijk alle jaren en decennia voor de grootschalige invasie normaal was.

Heel zorgwekkend vond ik ook twee incidenten de afgelopen maanden, waarbij een onderzoeksjournalist bedreigd werd en een onderzoeksredactie afgeluisterd werd door een hele afdeling van de juist tijdens de oorlog tegen Rusland heel succesvolle binnenlandse veiligheidsdienst SBU, die kennelijk niets beters te doen had. Gelukkig heeft president Zelensky onlangs ferme personeelsbesluiten genomen (de gekke afdeling zal binnenkort vermoedelijk niet meer bestaan) en duidelijke taal gesproken. Toch is het niet best. Goed dat de G7-ambassadeurs snel een ontmoeting hadden met de betrokken journalisten; dat was een belangrijk en helder signaal.

Geen illusies over compromis met Rusland

Tenslotte het volgende. Ja, ook in Duitsland groeit het aantal mensen dat zich illusies maakt dat er een ‘compromis’ met Rusland mogelijk is. Maar ik zie geen tekenen dat dit ooit een meerderheid wordt. Ruslands huidige gigantische oorlogsuitgaven kunnen maar op één manier worden uitgelegd: ze zijn niet voor een vredesovereenkomst gepland. Het is duidelijk dat Oekraïne niet de ene dag zegt vrede te willen en dat het de volgende dag vrede is. Zulke illusies willen de Musks en Wagenknechts van deze wereld graag verkopen, maar ze worden daarmee niet meer waar.

Ik weet niet hoe deze oorlog zal eindigen. Ik ben echter vol vertrouwen dat Oekraïne in staat is Poetin uiteindelijk te laten inzien dat hij moet stoppen. Daarvoor heeft Oekraïne alle ondersteuning en hulp nodig die het maar krijgen kan. Dat is realistisch, ook als het heel lang kan duren en ook terwijl Poetin de economische gevolgen en Russische mensenlevens volkomen koud laten. Dat het realistisch is, bewijst voor mij vooral de mentale gesteldheid van de Oekraïense samenleving. Niemand is vermoeider en uitgeputter dan wij, maar Vladimir Poetin beseft nog niet eens bij benadering met wie hij de strijd is aangegaan.  

Over de auteur

Denis Trubetskoy, geboren in Sebastopol op de Krim, is journalist. Hij bericht vanuit Kyiv voor Duitse media. Bovenstaand commentaar schreef hij in een lange draad op X, die wij mochten vertalen en overnemen.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.