Het corona-effect: Russische civil society blijft embryonaal

Tijdens de coronapandemie in Rusland boden veel burgers elkaar de helpende hand. Maar is deze burgerzin ook het begin van een nieuwe civil society? In een gezamenlijk onderzoek proberen RaamopRusland en Levada Center antwoord op deze cruciale vraag te krijgen. Sociologen Aleksej Levinson en Svetlana Koroljova analyseren de resultaten.


Protest Sjijes
Burgerprotest rond een vuilstortplaats in Sjijes. Foto Twitter.

door Aleksej Levinson en Svetlana Koroljova

Het Moskouse opinieonderzoeksbureau Levada-Centrum heeft in samenwerking met kennisplatform Raam op Rusland een serie onderzoeken uitgevoerd naar de civil society in Rusland. De onderzoeken[1] zijn uitgevoerd met behulp van focusgroepen en persoonlijke interviews. De respondenten die hebben meegedaan zijn in twee categorieën in te delen: actieve burgers die de afgelopen jaren deelnamen aan protestacties in Moskou en Sint-Petersburg (in het vervolg aangeduid als: deelnemers aan protestacties of demonstranten) en medewerkers van vrijwilligersorganisaties en initiatieven (in het vervolg aangeduid als: vrijwilligers) in beide steden. Enkelen van hen kunnen bovendien als deskundigen op hun terrein worden beschouwd. De letterlijke uitspraken van de respondenten zijn cursief weergegeven in deze tekst.

Wat is civil society eigenlijk? We vroegen het de respondenten zelf. Voor leiders en activisten van non-profitorganisaties is het meest voor de hand liggende antwoord dat sprake is van civil society als er in een samenleving vrije en zelfstandige organisaties en collectieven bestaan die een maatschappijopvatting uitdragen. Sommigen antwoordden eenvoudigweg: Kijk, wij zijn de civil society! Een sociologische definitie van civil society is stricter en doelt eerder op dat deel van de samenleving dat bestaat uit formele of informele verenigingen die op eigen voorwaarden kunnen bestaan.

De vraag of activisten van non-profitorganisaties in Rusland het gevoel hebben onderdeel uit te maken van zo’n civil society, en zo ja, hoe groot die in werkelijkheid dan is, leverde verschillende antwoorden op. Voor de één was louter de aanwezigheid van een handvol organisaties en partners in enkele steden reden genoeg om het bestaan ervan te bevestigen. Anderen zeiden: We doen ons ding maar we hebben geen tijd om te kijken wie, wat, waar doet.’ Sommigen reflecteerden: Luister, voor dit land is het sowieso een druppel op een gloeiende plaat. Maar wat kun je doen, helpen moet je sowieso, al kunnen we maar één iemand helpen.

Na ons onderzoek moeten we constateren dat we niet kunnen concluderen dat er in Rusland een civil society bestaat die voldoet aan de stricte criteria. Maar sociologisch gezien is het toch van belang dat voor sommige betrokkenen het bestaan van de civil society  onomstotelijk vaststaat en dat zij ook vanuit deze gedachte handelen.

De gemiddelde demonstrant of deelnemer aan maatschappelijke acties is misschien niet zo representatief voor de rest van Rusland maar heeft wél een stevige mening over de civil society.

Broedplaatsen 

Hieronder volgt een aantal uitspraken van mensen die veronderstellen dat Rusland wel degelijk een civil society heeft.

-Nou, volgens mij gaat dat (civil society – red) om een collectief van verantwoordelijke burgers die inzien dat hun lot en dat van de staat afhangen van hun handelen. Het gaat om burgers die actieve stappen zetten om datgene te realiseren waarin zij geloven.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

-Ik kan daaraan toevoegen dat de civil society steunt op de principes van democratie en op een voldoende hoog opleidingsniveau van de leden. Een echte civil society is een maatschappij van opgeleide mensen.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

-Er is zeker een civil society. Misschien niet in die mate als wij zouden willen, maar wij zien lang niet alles. Het bestaat als broedplaatsen of zoiets, dat wil zeggen dat het niet uniform en alomvattend is, maar ten eerste zijn er veel van die broedplaatsen en elk jaar neemt hun aantal toe. Ten tweede weten wij niet van het bestaan af van veel van die broedplaatsen omdat ze niet worden opgemerkt door de media die mensen als ik volgen. Wat ons bijvoorbeeld bereikt over Sjijes (conflict tussen lokale bevolking in de regio Archangelsk en Moskou over de aanleg van een vuilstortplaats – red), Koesjtau (conflict over berg in Basjkirië die gebruikt dreigde te worden voor kalksteenwinning terwijl de lokale bevolking eiste dat het beschermd natuurgebied werd – red) of andere gevallen is dat wat... op de actieve media-agenda komt. Daarbij zijn er voor zover ik kan beoordelen veel meer soortgelijke verhalen maar die blijven lokaal en komen niet op de media-agenda.
(Expert).


Koesjtau ProtestFotoYouTube
Milieuprotest in Koesjtau. Foto YouTube.

Geen directe macht

Respondenten die deze standpunten niet delen, zeggen in Rusland geen civil society aan te treffen:

- De civil society heeft waarschijnlijk nog twee componenten nodig, d.w.z. net als de maatschappij zelf. Er is behoefte om op de één of andere manier aan het politieke leven deel te nemen, om invloed uit te oefenen op de besluiten die door de autoriteiten worden genomen, maar als de autoriteiten deze behoefte blokkeren, niet toestaan dat ze gerealiseerd wordt, dan komt de civil society toch niet tot haar recht.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

- Misschien is er een civil society maar op globaal niveau heeft ze… waarschijnlijk niet echt invloed op de orde van de dag.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

- Civil society duidt op mensen die geen directe macht hebben. Mensen… nou die geen invloed hebben op de directe besluitvorming.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

In het algemeen gaan deze mensen uit van een in Rusland zeer wijdverbreide opvatting dat de civil society een optelsom is van  burgers die emotioneel verbonden zijn met de staat en bereid zijn tot maatschappelijke inzet, dat wil zeggen tot onbaatzuchtigheid en belangeloosheid. Het is belangrijk dat de civil society in ieder geval wordt gezien als een bron van onafhankelijke acties, als losstaand van de autoriteiten en mogelijke bron van verzet.

Vrijwillige hulp in noodsituaties

Deze onderzoeksronde begon met de vraag of Russen bereid waren elkaar te helpen in een noodsituatie als de Covid-19 epidemie.

Voor de beantwoording van die vraag hebben we twee ijkpunten. De eerste betrof de mate van mobilisatie van burgerinitiatieven, hulp en wederzijdse bijstand in Nederland. De tweede stoelt op onze eerdere conclusies over een soortgelijke kwestie, die in 1996[2] begon en tot op heden voortduurt. Op basis daarvan gingen wij uit van de veronderstelling dat buitengewone omstandigheden (in dit geval de covod-crisis) aanzetten tot burgerzin die in het gewone, dagelijks leven niet of amper voorkomt.

Deze studie is gebaseerd op onderzoeken die zijn gehouden middels grootschalige opiniepeilingen in 2020. Via deze peilingen heeft het Levada Centrum twee keer aan Russen de vraag gesteld wat ze vinden van de bereidheid van Russen om elkaar te helpen in noodsituaties. De eerste keer was in maart 2020, toen de Russische samenleving zich nog maar net opmaakte voor de corona-epidemie (de helft van de bevolking dacht destijds nog dat er geen epidemie zou komen). De tweede keer in augustus, toen het hele land al had ondervonden wat de epidemie betekende en hoe wij ons in zulke omstandigheden[3] blijken te gedragen.

De belangrijkste resultaten van die onderzoeken waren:

Maart 2020

Augustus 2020

Wat zal er volgens u gebeuren in de verhoudingen tussen mensen in ons land als er een epidemie uitbreekt?

Wat zal er volgens u gebeuren in de verhoudingen tussen mensen in ons land als er een epidemie uitbreekt?

1. Mensen gaan elkaar meer ondersteunen en hulp bieden aan mensen die het nodig hebben

17%

1. Mensen zijn elkaar meer gaan ondersteunen en hulp gaan bieden aan mensen die het nodig hebben

23%

2. Mensen gaan meer alleen voor zichzelf zorgen en voor hun ‘naasten’

50%

2. Mensen gingen meer alleen voor zichzelf zorgen en voor hun ‘naasten’’

38%

3. Er zal niets veranderen in de verhoudingen tussen mensen

33%

3. Er is niets veranderd in de verhoudingen tussen mensen

40%

 

Eerste golf

Uit de opiniepeiling die aan de vooravond van de virusuitbraak werd gehouden, bleek dat de optie ‘iedereen zal iedereen helpen’ vooral werd gekozen door respondenten die in de Sovjettijd zijn geboren en opgegroeid, alsmede door hen die de autoriteiten (waar ze zelf ook een deel van zijn) respecteren, benevens door mensen die zelf op zijn minst enige macht hebben. De meerderheid van de respondenten was echter van mening dat ‘de mensen meer om zichzelf en om ‘hun naasten’ zouden geven’.

Wie had verwacht dat mensen op het platteland een grotere solidariteit ten opzichte van elkaar zouden voelen, werd teleurgesteld. Op het Russische platteland was het aantal mensen dat verwachtte dat men elkaar in tijden van nood meer zou ondersteunen het kleinst: 15% van de respondenten, tegenover 20% in de hoofdstad Moskou. 53% van de plattelanders was van mening dat mensen alleen zichzelf en hun ‘naasten’ zouden helpen, terwijl dat in de hoofdstad 47% was.

Eenzelfde teleurstelling was er voor hen die hoopten dat de jeugd mensen in nood het eerst te hulp zou snellen. De peiling liet juist zien dat jonge mensen wederzijdse hulp (waar slechts 11% voor koos) zoveel mogelijk negeren. Vaker dan de ouderen verwachtten zij dat Russen alleen voor zichzelf en hun ‘naasten’ zullen zorgen. Tweederde van de studerende jeugd dacht er zo over. 

Tweede golf

In maart 2020, aan de vooravond van de corona-epidemie, verwachtte de helft dat iedereen alleen voor zichzelf en zijn naasten zou zorgen en eenderde dat de epidemie niets zou veranderen in de wederzijdse verhoudingen. Na de eerste coronagolf veranderden de meningen, alhoewel niet aanzienlijk.Terugblikkend in augustus 2020 waren de meeste mensen (40%) van mening dat de epidemie ons helemaal niet veranderd heeft, terwijl minder mensen dan voor de eerste golf (38% tegenover 50% aan de vooravond van de eerste golf), dachten dat men meer voor zichzelf en de naasten zou zorgen. Diegenen die de Russen altruïstisch gedrag toeschreven, bleven in de minderheid, al groeide hun aantal iets, van 17% naar 23%.

Dus iets minder mensen dachten dat het egoïsme zou prevaleren terwijl iets meer mensen in altruïsme bleken te geloven. Desalniettemin komt de egoïstische instelling ruim anderhalf keer vaker voor in de samenleving dan de altruïstische. Over onze solidariteit moeten we dan ook concluderen dat wij niet zozeer een civil society vormen, als wel een samenleving die slechts opkomt voor ‘onze naasten’.

Welke invloed heeft corona op russen

Vrijwilligerswerk als verschijnsel van burgerzin

Uit onze opiniepeilingen blijkt dat ongeveer een kwart van de volwassen Russische bevolking affiniteit heeft met maatschappelijke inzet. Vrijwilligerswerk is de bereidheid om iets te doen ondanks maatschappelijke onverschilligheid. Dat uit zich in uitspraken als de volgende:

– Een vrijwilliger is een soort voorbeeld voor anderen hoe een burger zich moet gedragen.
(Moskou, vrijwilligers).

– Nu is er een soort verdeeldheid, mensen staan er alleen voor, er is in principe geen wederzijdse bijstand. Vrijwilligersbewegingen niet meegerekend.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers.)

– In de maatschappij was het ieder voor zich en zo is het nog steeds. Het zijn dezelfde vrijwilligersbewegingen: diegenen die zich vroeger inzetten als vrijwilliger, die doen dat nog steeds.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers.)

– Nou, ik zie verschillende tendensen: er is een zekere atomisering, afzondering van elkaar. Maar aan de andere kant is er de mogelijkheid om te mobiliseren voor bepaalde sociale projecten onder jongeren, onder mensen van oudere leeftijd is er dit spoor voor gemobiliseerde mensen om iets interessants te doen, ondanks deze tendensen.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

Uit focusgroepen en interviews weten we dat dit gedrag geen geïnstitutionaliseerde vormen aan hoeft te nemen. Er zijn individuele vormen van hulp aan mensen in nood en regelmatige hulp van de ene persoon aan de andere (b.v. jonge buren aan bejaarden) die geïnstitutionaliseerd beginnen te worden.

Er zijn ook mensen die bepaalde vormen van hulp tot een deel van hun leven hebben gemaakt, die zich hierin hebben bekwaamd, maar zij formaliseren deze activiteit op geen enkele manier, zij baseren deze op persoonlijke afspraken. Denk aan iemand die al enkele jaren achtereen regelmatig kinderen in een oncologisch kinderziekenhuis komt vermaken. 

- Nu, met de pandemie zijn veel mensen, voor zover ik weet, vrijwilliger geworden, vooral toen er tijdens de eerste golf een strikt verbod op het bezoeken van winkels en apotheken voor mensen boven de 65 jaar was. Ik weet dat in de eerste golf heel veel mensen vrijwilliger zijn geworden en hebben geholpen met de aankoop van voedsel, medicijnen, enz.
(Moskou, deelnemer protestactie).

- Welnu, laten we het zo zeggen, voor diegenen die vroeger altijd aan de zijlijn bleven staan is het nu nog gemakkelijker en comfortabeler geworden om aan de zijlijn te blijven staan. Maar tegelijkertijd hebben diegenen die vroeger ergens aan deelnamen nu de mogelijkheid om te helpen, bijvoorbeeld als vrijwilligers, enz. D.w.z. dat er meer mogelijkheden zijn gekomen voor solidariteit.
(Moskou, deelnemer protestactie).


Burenhulp in MoskouFoto360tv
Burenhulp in Moskou. Foto Ria/360tv

Liefdadigheid

Een voorbeeld is liefdadigheid. Het is bekend dat sommige mensen regelmatige donaties doen, terwijl anderen spontaan reageren op  eenmalige oproepen, verzoeken of optredens. Volgens deskundigen was er in het voorjaar van 2020 een enorme golf van donaties aan organisaties die bijstand en steun verleenden aan artsen die met Covid-19 patiënten werken.

Toen we deze vragen bespraken met de respondenten, stelden we vast dat diegenen die zichzelf als vrijwilliger beschouwen, niet geneigd zijn liefdadigheid te zien als vrijwilligerswerk.

– Ik denk dat er mensen zijn, die financiële steun bieden, maar niet zelf deelnemen aan projecten en er zijn mensen die wel persoonlijk deelnemen. Dus als mensen geen mogelijkheid hebben om zelf actie te ondernemen, maar als ze wel financieel helpen met materialen en andere dingen, maar zelf niet ergens naartoe kunnen gaan. Dus er is een verschil tussen persoonlijke betrokkenheid en wat je materiele betrokkenheid zou kunnen noemen… Die laatste groep noem ik geen vrijwilligers. Een vrijwilliger is in mijn ogen iemand die zelf het werk uitvoert.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

– Er zijn een aantal wetten aangenomen waarvoor gelobbyd is door de niet-commerciële sector, de samenwerking tussen organisaties op horizontaal niveau is steviger geworden binnen de niet commerciële sector. Nu bleek onlangs uit peilingen onder de bevolking dat liefdadigheidswerk één van de weinige instituties is waarin Russen meer vertrouwen hebben gekregen. Nogmaals, de laatste tijd beschikt de sector over meer geld wat duidt op een progressieve ontwikkeling.
(Expert).

Opzet onderzoek

Het onderzoek met de focusgroepen en interviews voltrok zich in drie fasen: in de zomer, de herfst en de winter van 2020. Vanwege de in Rusland geldende coronamaatregelen zijn alle vraaggesprekken online gehouden. De deelnemers worden niet bij naam of toenaam genoemd omdat hun strikte anonimiteit is toegezegd.
Heeft corona de Russische samenleving veranderd? Heeft de pandemie de civil society versterkt of juist niet? Wat is het effect geweest van de voortdurende protesten van de inwoners van Chabarovsk? En hebben de Russische burgers zich laten motiveren door de democratische beweging in Belarus? Exclusief voor Raam op Rusland onderzocht Levada Centrum de civil society in het uitzonderlijke jaar 2020.

Effect belangrijker dan intenties

Welke innerlijke motieven iemand aanzetten tot burgerparticipatie en in het bijzonder tot vrijwilligerswerk, is een bekende vraag. De deelnemers aan de discussie waren geneigd te denken dat het effect van die burgerparticipatie belangrijker is dan de redenen erachter.

– Voor mij, ja voor mij, is het een actieve levensinstelling, ik kan niet stilzitten en nietsdoen, het is een roeping… Nou, misschien is het een egoïstisch motief… Karma, karma, of zoiets…
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

– Het doel heiligt nooit de middelen. Dus als iemand die in zonde verkeert vrijwilligerswerk gaat doen opdat hij vergeving en genade krijgt, dan doet diegene het slechts omdat er iets tegenover staat. Een vrijwilliger, een echte vrijwilliger, doet altijd alles onbaatzuchtig.
(Moskou, vrijwilligers).

– Vrijwilligers zijn nodig om het leven beter te maken. Want niet alles draait om consumptie. Mensen moeten elkaar sowieso helpen.
(Moskou, vrijwilligers).

– Ik zou zeggen dat dit onbaatzuchtige hulp aan de wereld is, aan wie dan ook, niet alleen jezelf maar ook de buitenwereld. Maar wel beschouwd denk ik dat het om een gezonde vorm van egoïsme gaat. Want (door vrijwilligerswerk – red.) streel je je eigen ego sowieso.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

– Als iemand onverschillig is, dan is hij onverschillig in elke situatie. Als een bepaalde onrechtvaardigheid hem van zijn stuk brengt, dan zal hij logischerwijs zeker proberen iets te veranderen. Zodra dit gebeurt zullen mensen er veel tijd insteken om deze verandering tot stand te brengen, zodat het doel dat zij nastreven, bereikt wordt.
(Moskou, vrijwilligers).

– Nou, soms doen mensen vrijwilligerswerk niet alleen vanuit de bereidheid om te helpen, maar ook vanwege het motief om op de een of andere manier positief over te komen in de ogen van anderen, misschien zelfs in hun eigen ogen, als zelfrealisatie. Of om iets af te kopen.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

 – Ik zou waarschijnlijk niet zeggen dat dit speciale mensen zijn, maar wel dat ze waarschijnlijk getraumatiseerd zijn. Nou, er is zo'n term, psychologisch getraumatiseerd en het is een karaktereigenschap.
(Moskou, vrijwilligers).

– Het is ook een manier om mensen te ontmoeten. Een deel van de mensen is zo. Het gaat vooral om jonge mensen, en het gaat niet zozeer om het verlangen om te helpen, als wel om rond te hangen, ‘mijn vrienden, het is een bepaalde omgeving, een bepaald gezelschap’. Ik zie hier trouwens niets slechts in, dat zeg ik er meteen bij. Het belangrijkste is het resultaat, het motief doet er niet toe.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

– Nou, bij ons kwamen ook studenten, sommigen van hen deden vrijwilligerswerk omdat het hen extra studiepunten opleverde, een ander kwam omdat hij vrije tijd had. Bejaarden kwamen ook bij ons vrijwilligerswerk doen omdat zij vrije tijd hadden, nou en vanwege een soort roeping. Motieven kunnen dus dezelfde zijn, maar bij jongeren en ouderen zie je ook verschillende motieven.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

– Een deel van de vrijwilligers doet dit vanwege de ervaring, die doen het voor het curriculum vitae dat ze nodig hebben voor hun baan… Een deel is inderdaad zo, ik zie daar niets slechts in als ze omwille van hun eigen carrière komen en iets doen voor de goede zaak. Ja, er is nu een kleine groep van zulke vrijwilligers.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

– Dat zijn mensen die zich niet opstellen als politieke activisten… en ze kunnen de meest uiteenlopende politieke visies hebben, echt willekeurig welke. Maar tegelijkertijd zijn ze bezig… op initiatiefvolle wijze realiseren ze bepaalde projecten die iets creëren en geleidelijk de omgeving veranderen, die een bepaalde lucht en sfeer in de samenleving creëren die vervolgens als gevolg van een cumulatief effect toch de roep om politieke veranderingen creëert. Om deze lucht te kunnen scheppen, is het niet nodig om zelf een politiek activist te zijn.
(Expert).

Maatschappelijke dienstplicht

Er is nog een specifieke variant van werk in noodsituaties, waarbij deelname niet vrijwillig is en tegelijk een hoog risico met zich meebrengt. Omdat bij deze 'maatschappelijke dienstplicht' toch een beroep wordt gedaan op burgerzin, vergeleken we het met vrijwilligerswerk:

– Studenten geneeskunde werden tijdens de pandemie gemobiliseerd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid. Ze hadden de keuze: naar de ‘rode zone’ (covid-afdeling) gaan of argumenten vinden waarom ze dit niet willen. Maar toch gingen ze naar de ‘rode zone’ terwijl ze zich bewust waren van alle risico’s. Tegelijkertijd was er dit bevel wat boven hun hoofd hing… Ze deden hun werk gratis, ze hielpen in een moeilijke tijd. Dit heeft ook iets verplichtends maar het is vrijwilligerswerk.
(Moskou, vrijwilligers).

Onder vrijwilligers heerst de opvatting dat iedereen die vrijwillig maatschappelijk werk doet, vrijwilliger genoemd kan worden, onafhankelijk van de vraag of dit werk ‘georganiseerd’ is of niet.

– Ik zie geen essentiële tweedeling, of mensen onafhankelijk of afhankelijk van de organisatoren meedoen aan vrijwilligersprojecten.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

Maar het feit alleen al opgenomen te zijn in een organisatie is zeer belangrijk. Theoretisch gezien zijn het de organisaties en niet de mensen op zich, die hier de civil society belichamen, als hun aantal groot genoeg is om een samenhangend geheel te vormen en als zij autonoom zijn ten opzichte van het bedrijfsleven en de staat.

De kwestie van de onafhankelijkheid van vrijwilligersorganisaties ten opzichte van de staat bleek een heet hangijzer te zijn. Deze spanning werd in de eerste plaats veroorzaakt door het optreden van overheidsinstanties. Het is bekend dat de staat veel niet-commerciële organisaties die gebruik maken van vrijwilligers, voorwaarden heeft gesteld die hun activiteiten sterk bemoeilijken of onmogelijk maken. De meeste anderen kregen kaders en regels opgelegd, waardoor activiteiten die voorheen vrij waren ondergeschikt werden gemaakt aan controle en regulering door de staat.

ER vrijwilligers Dagestan
Vrijwilligers regeringspartij Jedinaja Rossia in Dagestan. Foto ER.

Gespannen relaties met de staat

Maar ook onder de vrijwilligers zelf veroorzaakten discussies over de relatie met de staat spanningen en soms irritaties.

– Weet u, het spijt me enerzijds om te horen dat wij tegen de staat zijn. In feite ben ik altijd van mening dat wij de staat zijn, hoe we er ook tegenaan kijken. We hebben het waarschijnlijk over de autoriteiten en niet over de staat als zodanig.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

- Ik geloof dat vrijwilligerswerk een gemoedstoestand is, dat het niet uitmaakt in welk land je woont, of het een ontwikkelde economie is of niet en wat voor relatie je met de overheid hebt. Als iemand wil helpen, zal hij dat in Rusland doen en in Afrika en in welk land dan ook. Ik denk dat we nu vriendschappelijke betrekkingen met de regering hebben en dat er veel subsidies voor vrijwilligerswerk zijn toegekend. Ik denk juist dat de overheid deze sociale activiteit, vrijwilligerswerk, aan het ontwikkelen is.
(Moskou, vrijwilliger).

Over het algemeen maakten de deelnemers een onderscheid tussen verschillende soorten vrijwilligerswerk afhankelijk van hoe de verhouding tussen de vrijwilligers en de staat is georganiseerd.

– Ik denk dat je de volgende typering kunt maken: ja, er zijn niet-commerciële organisaties, dus mensen die niet direct verbonden zijn aan de overheid of aan staatsorganen, zij verenigen zich voor een of ander doel. Maar je hebt ook organisaties, die van bovenaf worden gecreëerd, zoals de campagnes ‘My vmeste’ (Wij zijn samen - red), ‘Natsionalnoje jedinstvo’ (Nationale Eenheid – red) of het ‘Obsjtsjenarodny front’ (Gemeenschappelijk volksfront – red) en dat zijn een soort staatsstructuren.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

Voor een andere respondent zijn zulke typeringen oppervlakkig:

– Kijk, mensen aan de top zijn verschillend maar vrijwilligers die van binnenuit werken zijn grotendeels hetzelfde.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

Er zijn talrijke voorbeelden van vrijwilligers die zichzelf zien als assistenten van de staatsstructuren, als degenen die samen met hen nuttige dingen doen, de staatsstructuren als het ware helpen efficiënter te werken of hen aanvullen.

– Bij vrijwilligersprojecten helpen vrijwilligers de staat, doen een beetje meer, een beetje beter. Ik bedoel, ik zie geen problemen...
(Moskou, vrijwilligers).

– Volgens mij dichten vrijwilligers het soort gaten die, welbeschouwd, op een goede manier door de staatsinstelllingen zouden moeten worden afgewerkt.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

– Nou, als onze overheid al haar verplichtingen zou nakomen, dan zouden er veel minder vrijwilligers zijn.
(Moskou, vrijwilligers).

– Volgens mij wijzen vrijwilligersbewegingen de staat onder andere op een of ander onthuld probleem, misschien zal de staat het oplossen en gaan de vrijwilligers op zoek naar een nieuw probleem.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

– Vrijwilligers kunnen sneller reageren op een probleem dan overheidsinstanties. (Moskou, vrijwilligers).

– Volgens mij zijn vrijwilligers nodig om de functie op zich te nemen van… coördinator van bepaalde verplichtingen van staatsinstellingen ten opzichte van de burgers.
(Moskou, vrijwilligers).

Bescherming soms geboden

Maar soms blijkt het nodig te zijn om burgers tegen de staat te beschermen.

– Nou, ik denk dat het overheidsapparaat, de overheidsinstanties en de staat helaas in sommige gevallen bij ons niet altijd goed functioneren. En dan hebben we vrijwilligers nodig om de belangen van de bewoners te behartigen (tegen de overheid).
(Moskou, vrijwilligers).

Mensen met ervaring wezen erop dat de staat zeker regels zal opstellen voor de activiteiten van maatschappelijke organisaties.

– Er zijn wetten en wanneer onze organisatie groeit tot een bepaald aantal mensen, dan komt meteen de staat om de hoek kijken, die begint met reguleren en die laat zien welke grenzen we niet mogen overschreiden en in hoeverre onze activiteiten moeten worden beperkt. ‘Bemoeit u zich er niet mee, het is niet van u’.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

Aangezien sommige activiteiten van de civil society een zone van acuut conflict tussen staat en samenleving zijn geworden, komen de vrijwilligers die zich met deze activiteiten bezighouden ook in een conflictsituatie met vertegenwoordigers van de staat terecht.

– Maar die vrijwilligers die onafhankelijk van staatssteun opereren, treden op als tegenstanders of zelfs als vijanden van de staat. Ik zal het uitleggen. Als je kijkt naar vrijwillige verkiezingswaarnemingsorganisaties, dan staan hun belangen lijnrecht tegenover de staat. Ze komen in ieder geval niet op voor de staat, dat staat vast. Of ze verzetten zich zelfs tegen de staat.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

–En ik denk dat het (civil society – red.) zich zal ontwikkelen omdat de teugels nog niet bijzonder worden aangehaald en dat zullen ze hoogstwaarschijnlijk niet doen omdat dergelijke initiatieven sommige fouten van de staat grotendeels verzachten. In het algemeen is het gunstig voor de staat dat ze er zijn. Daarom denk ik niet dat ze überhaupt willekeurig welke maatschappelijke activiteit in ons land klein zullen maken. Er zullen problemen zijn en die worden sterker in de sector van de mensenrechten en milieuactivisten krijgen waarschijnlijk problemen. Wat betreft de stadsbeschermers (vrijwilligers/activisten die zich inzetten voor het behoud van cultureel erfgoed – red.) kan ik het niet zo goed zeggen want dat is een verhaal apart, afhankelijk van de situatie ontstaat daar een bepaald beeld. En de vrijwilligers in de sociale sector zal het niet slecht gaan denk ik, zij zullen zich ondanks alles ontwikkelen. En zij zullen zelfs gebruikmaken van staatssteun.
(Expert).

 Coronaprotest KPRF PenzaFotoKPRF
Protest van communisten in Penza. Foto KPRF.

Straatprotest als uiting van de publieke opinie

Ons focusgroeponderzoek is uitgevoerd onder mensen die deelnamen aan verschillende vormen van publiek protest in Moskou en Sint-Petersburg.

Straatprotest is in Rusland bijzonder belangrijk geworden door het gebrek aan geïnstitutionaliseerde kanalen waarmee verschillende groepen uit de samenleving invloed kunnen uitoefenen op de regering, haar plannen en acties.

De bestaande instellingen, vertegenwoordigd in partijen, bij verkiezingen en in verkozen autoriteiten en massamedia, vervullen deze rol niet. De meerderheid van de bevolking aanvaardt deze gang van zaken als een natuurlijk gegeven. Er zijn echter sociale groepen in de Russische samenleving die hierover ontevreden zijn. Zij proberen hun ongenoegen te uiten door middel van protestacties, waarvan de meeste plaatsvinden in grote steden als Moskou en Sint-Petersburg. Dat heeft verschillende redenen. 

In de eerste plaats zijn er juist in de hoofdsteden sociale niches (onderwijsinstellingen, arbeidsplaatsen, culturele ontmoetingsplaatsen) voor die categorieën Russen die chronisch ontevreden zijn over het gedrag van de autoriteiten. De infrastructuur van andere steden is in dit opzicht veel slechter en daarom is die groep daar veel kleiner. 

De tweede reden is de aanwezigheid van sociale controlemiddelen, met name politiebevoegdheden voor het opsporen en vervolgen die lager is naarmate de stad groter is. Dit was althans het geval vóór de invoering van moderne middelen voor video-opname en gezichtsherkenning in menigtes. Voor die tijd kon in grote steden de deelname aan protesten grotendeels anoniem blijven. De mensen die in middelgrote en kleine steden normaliter meedoen aan protestacties zijn bereid de confrontatie aan te gaan met de repressie door de autoriteiten.

Moskou verandert

Overigens is de situatie in de hoofdstad al aan het veranderen:

– Mijn inschatting vanuit instrumenteel oogpunt is dat, ja, het klassieke straatprotest is afgenomen; de autoriteiten hebben van de situatie (de Covid 19-epidemie) gebruik gemaakt om een heleboel nieuwe technische oplossingen in te voeren, beperkingen, verboden, bewaking hier, camera’s daar en er kwamen allerlei toegangsbewijzen... nou ja, de wetgevingspraktijk is naar een nieuw niveau getild, zou je kunnen zeggen
(Expert).

Desalniettemin zijn volgens de respondent de oorzaken van de protesten niet weggevallen waardoor het protestpotentieel niet is afgenomen:

Toch is het protest… de proteststemming in het algemeen, waarschijnlijk gegroeid, er is een grote mate van ontevredenheid... dat voel je.
(Moskou, deelnemer protestactie).

Er is geen eenduidig antwoord op de vraag naar de oorzaken van de protesten. Wij hebben onze versie (over het ontbreken van andere legitieme kanalen waarlangs de samenleving invloed kan uitoefenen op de autoriteiten) al genoemd. Er is een zeer populaire versie onder hen, die de protesten in diskrediet willen brengen of willen rechtvaardigen waarom ze niet deelnemen aan de protesten. In andere focusgroepen die door het Levada Centrum werden geleid, werd het als volgt verwoord:

-Waarom ze de straat opgaan? Het is toch bekend dat alles betaald wordt.
-Door wie betaald?
-Het is bekend door wie.
-Maar toch, door wie?
-Door wie, door wie, door Amerika en het Westen.
-En hoe betalen ze hen?
-Dat is niet bekend.

'Demonstranten willen slaag'

Mensen, die neutraal staan ten opzichte van de deelnemers aan de protestacties maar die zich niet bij hen willen aansluiten, geven daarvoor de volgende verklaringen:

- God, mensen hebben tijd, dus gaan ze de straat op. Ik heb daar geen tijd voor.

De ‘psychologische’ verklaring is populair.
- Nou zo zijn die mensen, ze kunnen niet stilzitten. Ze willen overal aan meedoen.
- Maar ze riskeren neergeknuppeld of gearresteerd te worden.
- Dat is wat ze willen, ze willen het meemaken.
-
Ik begrijp het niet, respecteer je deze mensen of juist niet?
- Allebei.

Natuurlijk is er ook een meelevende en begripvolle houding.

- Wie er de straat op gaat? De besten van ons gaan de straat op. De eerlijksten, de moedigsten. Wat zal ik zeggen, zij die altijd als eerste sterven.

Ook onder de deelnemers van protestacties zelf bestaan verschillende verklaringen. Hier is een die verwijst naar een levensdoel.

– Het is volgens mij... alsof ze een doel in het leven hebben door dat te doen.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

Eenmansprotest SaratovFoto NVersia
‘Vrede, waardigheid, vrijheid’. Eenpersoons demonstratie in Saratov. Foto NVersia.

Vrijheid of rechtvaardigheid

Hier volgt een fragment van de discussie waar men bespreekt wat de belangrijkste motivatie is van de beweging: het streven naar vrijheid of het streven naar rechtvaardigheid:

– Ik denk dat het verkrijgen van vrijheid het doel is.
– Nou… dat is overal ter wereld, en bij ons strijden mensen vooral voor rechtvaardigheid. ‘Vrijheid, vrijheid’, daarover kun je discussiëren, iemand kan zeggen: ‘We hebben vrijheid, vrijheid in overvloed’. Het lijkt mij dat onze nationale drijfveer altijd rechtvaardigheid is.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

De discussie over vrijheid en rechtvaardigheid begon in de Russische samenleving in de 19de eeuw. De intelligentsia begreep 'vrijheid' eerder als de vernietiging van een onderdrukkende orde en 'rechtvaardigheid' als de instelling van een orde die voor iedereen even gunstig was. Maar in de huidige omstandigheden kun je deze begrippen heel tegenstrijdig interpreteren.

– Waarom ze de straat op gaan? Ik denk voor rechtvaardigheid… Activisten zijn mensen die iets willen veranderen, ze geloven in zichzelf, ze geloven dat ze dit kunnen doen, als ze gaan protesteren, stemmen verzamelen, andere mensen meetrekken om de situatie in het land te veranderen.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

– Hun belangrijkste motief is dat ze deelnemers willen worden, actieve deelnemers aan de samenleving van de staat waarin zij leven.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

- Daar ben ik het mee eens, maar ik zou nog willen toevoegen, dat het doel waarschijnlijk is om op de één of andere manier de situatie te beïnvloeden.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

Solidariteit

Een andere motivatie voor mensen om mee te doen aan protestacties is het gevoel van solidariteit, dat tevens het resultaat van de protestacties is. 

– Ze gaan de straat op omdat ze willen zien aan anderen dat ze niet alleen staan. En als mensen de straat op gaan, begrijpen ze dat ze met velen zijn.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

Hierboven hebben wij de resultaten van grootschalig opinieonderzoek aangehaald waaruit blijkt dat solidariteit niet de belangrijkste drijfveer voor samenwerking is. De respondenten van de focusgroepen benadrukken dat solidariteit een probleem wordt door het disciplinaire beleid dat de autoriteiten voeren tijdens de eerste coronagolf.

– Ze hebben mensen gedwongen elkaar aan te vallen, aanklachten te schrijven en elkaar te beboeten. Van wat voor solidariteit kunnen we hier spreken?
(Moskou, deelnemer protestactie).

- Ik heb de indruk dat de solidariteit in de samenleving zeer, zeer is afgenomen.

- Nou, het is nu een moeilijke tijd, mensen zijn bang, zij gaan elkaar uit de weg en van alle kanten komt een wrede stroom aan informatie en de mensen zijn bang om te leven, er is een soort hopeloosheid in hen denk ik.
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

Repressief versus protestpotentieel

Verschillende burgers zien enerzijds een toename van het repressieve potentieel en anderzijds een afname van het protestpotentieel.

– Elke versterking van de oppositie wordt in de kiem gesmoord en heel hardhandig. En dat is te zien: hoeveel interne politiediensten we bijvoorbeeld hebben en hoeveel geld daarin wordt geïnvesteerd en hoe hun salarissen worden verhoogd. Dit is duidelijk op alle fronten, op alle. En mensen vertellen me letterlijk dat ze zelfs bang zijn voor kleine dingen, zelfs op plaatsen waar er geen reden is om bang te zijn. En in het algemeen worden mensen steeds passiever.
(Sint-. Petersburg, vrijwilligers).

– Ach… Nou u weet, vooral nu na de gebeurtenissen van dit jaar dat de samenleving zo bang is en niet weet wat er komen gaat; onrust, bezorgdheid…
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

Er ontstaat een sfeer van angstige verwachtingen:

– Nou, volgens mij gaan we meer beperkingen zien, volgens mij komt er een hardere binnenlandse politiek. Ze gaan ons in alles meer beperkingen opleggen, in de vrijheid van beweging, van denken en van handelen...
(Sint-Petersburg, vrijwilligers).

Maar talrijke burgers zien ook het mobiliserende effect van de situatie die aan het ontstaan is.

– Ik denk dat Covid-19 sommigen de ogen geopend heeft en mensen zijn als het ware gaan zien hoe de staat zich werkelijk tot hen verhoudt. En zelfs die mensen die überhaupt niet in politiek geinteresseerd waren, begonnen zich ervoor te interesseren.
(Moskou, deelnemer protestactie).

– Dus, mijn voorspelling is als volgt: als onze oppositie uiteindelijk op de een of andere manier bij zinnen komt en begint te praten over het feit dat de autoriteiten niet kunnen omgaan met… eigenlijk nergens mee en in het bijzonder niet met de gezondheidszorg… dan zal de coronacrisis misschien op de een of andere manier in het voordeel van de oppositie gaan werken…
(Moskou, deelnemer protestactie).

Geïnteresseerde waarnemers merken een groei op van burgerparticipatie in zaken die niets te maken hebben met de epidemie.

- Ik kijk naar de Nemtsov brug, naar de eenmansacties en ik zie nieuwe mensen. Er verschijnen nieuwe mensen. En dat was lang niet het geval.
(Moskou, deelnemer protestactie).

Russen over protest in chabarovsk

De protesten in Chabarovsk

De recente protesten in Chabarovsk en Belarus hebben de toon gezet voor veel van de maatschappelijke activiteit in Rusland. Wij hebben uitgezocht hoe men in de hoofdsteden tegen deze gebeurtenissen aankijkt en welke invloed zij hebben op wat er in Rusland gebeurt.

In de tweede helft van 2020 tijd waren er demonstraties in de stad Chabarovsk (vanaf 11 juli tot december 2020 vonden er wekelijks protestacties plaats ter ondersteuning van de gearresteerde gouverneur Sergei Foergal – red.) waar de autoriteiten demonstratief de wil van de burgers hadden genegeerd. Als reactie hierop gingen de inwoners van de stad lang en vasthoudend uit onvrede de straat op. Qua duur en hardnekkigheid waren de acties in Chabarovsk in 2020 de meest opvallende in Rusland. Hier volgt de reactie van Moskovieten, deelnemers aan Moskouse protestacties.

Dat wat in Chabarovsk gebeurt is strategisch juist. Het is het ontluiken van een maatschappelijk bewustzijn, van de zelfreflectie van een natie waaraan het bij ons heel erg ontbreekt.
(Moskou, deelnemer protestactie).

In de Russische samenleving als geheel was de steun voor de protestacties in Chabarovsk echter matig, zoals blijkt uit de resultaten van een landelijke enquête van het Levada Centrum.

Inwoners van Sint-Petersburg wijzen erop dat het protestregime in hun stad verschilt van dat in andere Russische steden.

– Sint-Petersburg onderscheidt zich van veel regio’s doordat hier een klein aantal maar voortdurend actieve groep activisten is. Dat gaat in principe om een klein aandeel gepassioneerde mensen maar ze zijn wel voortdurend actief. En andere regio’s hebben geen activisten die voortdurend actief zijn. Maar tegelijkertijd, als daar de boel ontploft, dan ontploft het ook helemaal. Dat wil zeggen dat gewone mensen die geen activisten zijn, de straat opgaan.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

In Chabarovsk zijn sinds 11 juli massale protestacties. Hoe kijkt u naar mensen die meedoen aan deze protestacties? 

Aug. 2020

Okt. 2020

Eerder positief

47%

43%

Neutraal, onverschillig

32%

40%

Eerder negatief

16%

14%

Daar kan ik niet op antwoorden

5%

4%

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebeurtenissen in Belarus

De protesten in Belarus riepen nog minder enthousiasme op[4].

Naar wie gaat uw sympathie uit: naar Aleksander Loekasjenko of naar de demonstranten?

Sept. 2020

Okt. 2020

Naar Aleksander Loekasjenko

43%

38%

Naar de demonstranten

18%

21%

Niet naar de ene, niet naar de andere partij

36%

38%

Daar kan ik niet op antwoorden

4%

3%

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan rijst de vraag in hoeverre en hoe deze morele en politieke ervaring van een ‘broedervolk’ in Rusland wordt opgepikt.

De resultaten van de landelijke enquête laten zien dat zelfs onder de jongeren, waar twee keer zoveel steun is voor de Witrussische oppositie dan voor ‘de laatste dictator van Europa’, het merendeel van de ondervraagden geen partij wilde kiezen.

De gelijkenis van de situaties in Belarus en Rusland hebben in Rusland niet tot een echo-effect geleid. In Moskou vonden acties plaats bij de ambassade van Belarus ter ondersteuning van de Witrussische demonstranten, maar daar bleef het bij. De meest positieve reactie die in de focusgroepen werd genoteerd was.

– Ik denk dat het zal inspireren.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

Hier volgen meningen van oppositioneel gestemde Russische burgers over de positieve werking van het voorbeeld van Belarus.

– Russen zien dat (de protesten in Belarus – red.) in de rechtstreekste uitzending, als ze willen kunnen ze het zien, veel mensen praten erover, ze discussiëren erover, ze denken en passen de situatie toe op zichzelf. Op ons, op Rusland. Ik vind het heel belangrijk dat mensen zien wat vreedzaam protest kan doen, wat het doet, hoe moeilijk het is en ik hoop dat ze resultaat zien. Of ze zullen winnen of niet, ik weet het niet, ik hoop dat ze een soort van resultaat zullen zien.
(Moskou, deelnemer protestactie).

Vaker zagen we andere reacties, waarbij angst ontstond over een mogelijke overeenkomst tussen de situaties in deze twee landen. 

- Mensen beginnen een analogie te trekken. En wat gebeurt er als dit in Rusland gebeurt? Wat gebeurt er als er bij ons iemand opstaat die werkelijk doorgaat tot de overwinning of die ze met een zekere waarschijnlijkheid überhaupt de winnaar van de presidentsverkiezingen zullen noemen?
(Moskou, deelnemer protestactie).

Ter nuancering moeten we hieraan toevoegen dat bovenstaande veronderstelling gedaan is voor de arrestatie en opsluiting van  Aleksej Navalny (zijn arrestatie in januari 2021 en de veroordeling tot 2,5 jaar strafkolonie in februari 2021 – red.) die door velen nu als presidentskandidaat wordt gezien en dit vooruitzicht boezemt angst in.

Russische burgerij over Belarus

Motiverend of juist deprimerend?

Een enkele respondent is er niettemin van overtuigd dat de gebeurtenissen in Belarus een sterke invloed uitoefenen op wat er gebeurt in Rusland.

Er is een levendige discussie gaande: hoe kan vreedzaam protest überhaupt naar een overwinning leiden? Hoe kan het overwinnen in Rusland? Er wordt gezocht naar methoden en wegen: wat te doen in zo’n situatie?

Een andere respondent noemt de protestbeweging in Belarus juist demotiverend.

- Daar (in Belarus – red.) heeft de oppositie zich verenigd, ze hebben er één staf, iedereen hielp elkaar. Maar bij ons is de oppositie absoluut verdeeld, er is geen breed front, geen gemeenschappelijke campagne, niet eens iets wat daar in de buurt komt. Niemand die ik ken, gelooft dat zo’n consolidatie als in Belarus mogelijk is. Dus ik vind dat de (demotiverende) invloed heel sterk is.
(Moskou, deelnemer protestactie).

Men verwacht van het voorbeeld van Belarus dus geen inspiratie, maar ziet het veeleer als terneerdrukkend, demobiliserend, en verwijst naar de onmogelijkheid dat de ‘Witrussische variant’ zich in Rusland zal herhalen, niet vanwege de autoriteiten maar vanwege de oppositie zelf.

– Nou, het kan een deel van de samenleving tijdelijk ontmoedigen, maar het zal globaal niets beïnvloeden.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

Dat wil zeggen: men erkent de analogie van de situatie, maar de conclusies worden overgelaten aan de autoriteiten, niet aan de deelnemers van de protesten, niet aan het publiek.

Dat het Witrussische voorbeeld met zijn relatieve succes eerder ontmoedigend dan inspirerend werkt, wordt door meer dan één deelnemer bevestigd. Veel mensen zijn bang dat de druk op de Russische oppositie door de successen van de Witrussische demonstranten zal toenemen. 

– Ik denk dat hierdoor de regels in Rusland worden aangescherpt… de teugels zullen worden aangehaald.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

– Ik denk dat onze regering ernaar zal kijken en zich zo zal opstellen dat het bij ons niet gebeurt.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

– Nou, het inspireert. Het inspireert de oproerpolitie, de veiligheidsdiensten en de ‘siloviki’ (vertegenwoordigers van de veiligheids- en inlichtingendiensten, politie en defensie – red.). Ik weet überhaupt niet wat er zal gebeuren. Ik denk dat het verschrikkelijk wordt.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

Imperiaal syndroom

In feite worden de Witrussische demonstranten verantwoordelijk gehouden voor het feit dat de repressie in Rusland zal worden opgevoerd.

– Deze protesten leiden tot een snellere verharding van het regime bij ons.
(Moskou, deelnemer protestactie).

Dat de meerderheid van de Russen veel meer sympathie koestert voor de president van Belarus dan voor diegenen die tegen hem de straat op gaan, blijkt uit de hierboven vermelde gegevens van grootschalige kwantitatieve opiniepeilingen. Maar ook de Russische oppositie associeert zichzelf intern eerder met de Russische autoriteiten dan met de Witrussische oppositie.

Dit ‘imperial syndrome‘ is niet alleen typerend voor de loyale meerderheid maar ook voor de oppositionele minderheid. Laten we letten op het ‘wij’ in het volgende citaat.

– Zolang we als een soort imperium bestaan, laten we niemand gaan. Niet Belarus, niet Armenië, niet Oekraïne dat is duidelijk, niemand. Niemand heeft een kans.
(Moskou, deelnemer protestactie).

Kenmerkend is dat een deel van de respondenten voorspelde dat de gebeurtenissen in Belarus geen invloed zouden hebben op de gebeurtenissen in Rusland:

– Ik denk dat er geen enkele invloed zal zijn omdat dat wat gebeurd is in andere voormalige Sovjetrepublieken geen enkel effect had, en waarom zou Belarus wel effect hebben.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).

– Ik denk eigenlijk dat het niet echt enig effect zal hebben.
(Sint-Petersburg, deelnemer protestactie).


Russische Imperiale Beweging
Logo van Russische imperiale beweging.

Belarus zaait verdeeldheid

Hier spreekt een respondent die deelnam aan Russische protestdemonstraties zijn bezorgdheid uit over het feit dat het succesvolle voorbeeld van dergelijke demonstraties in Belarus tot een verdeeldheid in de Russische samenleving leidt.

– Nou, ten eerste een verdeeldheid, een interne verdeeldheid van ons land tussen hen die respectievelijk de ene kracht dan wel de andere kracht ondersteunen. Zelfs binnen families ontstaan al discussies ‘voor wie ben jij?’ enzovoort.

Vermeldenswaard is dat deze respondent die verdeeldheid een negatief verschijnsel vindt. Behoud van eenheid binnen familie en samenleving heeft zijn voorkeur. Maar dat is alleen mogelijk als de neutraal-loyale verhouding ten opzichte van de presidentiele macht in Belarus en Rusland overeind blijven. In principe is dit wat de respondent verkiest.

Het tweede waar deze reactie de aandacht op vestigt, is de vergelijking met hoe Russen keken naar de gebeurtenissen in Oekraïne ten tijde van de ‘Oranjerevolutie’ (2004) en de ‘Maidan-protesten’ (2013-2014).

Meer dan eens gaf de politieke situatie in het buurland (zoals tegenstand tegen de gecorrumpeerde macht en maatschappij, een breuk in de richting van de democratie en de onderdrukking hiervan enz.) aanleiding tot het trekken van parallellen met de situatie in Rusland, maar het Russische establishment heeft er alles aangedaan om die parallellen in diskrediet te brengen. De belangrijkste zet in dit spel was de operatie ‘Krim’. Het is bekend dat de ‘inlijving van de Krim’ leidde tot een scherpe verdeeldheid in de Russische samenleving veroorzaakte, die conflicten veroorzaakte binnen families, vrienden, enz.

Dit trauma is men duidelijk nog niet te boven en de ‘Witrussische zaak’ maakt de respondenten bang voor een herhaling van deze situatie. De kant van de tegenstanders van Loekasjenko kiezen betekent je veroordelen tot dezelfde marginale rol als zij die menen dat de Krim ‘niet van ons’ is.

Vertaling uit het Russisch: Wabke Waaijer.

Verder lezen

Zie in het kader van dit onderzoek ook een artikel over Belarus en een inleiding over de uitgangspunten van het Nederlandse beleid.

Noten

[1] Uitvoerend eindverantwoordelijke A. Levinson. Voorbereiding van de materialen door S. Koroljova (Afdeling voor sociaal cultureel onderzoek van het Levada-Centrum).
[2] Zie A. Levinson. Opyt sotsiografii. Pp. 316 en verder. Moskou (2004).
[3] De eerste opiniepeiling werd gehouden onder een representatieve selectie van de Russische bevolking, 1624 mensen van 18 jaar en ouder van 19 tot 25 maart 2020. De tweede opiniepeiling (ook onder een representatieve selectie van de volwassen Russische bevolking) is gehouden van 20 tot 26 augustus 2020. De peilingen werden gehouden door middel van een persoonlijk interview in de woonplaats van de respondenten. De resultaten zijn weergegeven als percentage van het totale aantal respondenten.
[4] De opiniepeilingen zijn gehouden in augustus, september en oktober 2020 onder een representatieve selectie van de Russische stedelijke- en plattelandsbevolking, een aantal van ongeveer 1600 mensen van 18 jaar en ouder in 137 plaatsen verdeeld over 50 subjecten van de Russische Federatie. Het onderzoek wordt thuis bij de respondent uitgevoerd via een persoonlijk interview. De verdeling van de antwoorden is weergegeven als percentage van het totale aantal respondenten.