De lokroep van het kalifaat wordt ook in Centraal-Azië gehoord

Na de recente aanslagen in Sint-Petersburg en Stockholm ontdekten de media de onbekende regio Centraal-Azië als een 'broeinest van terroristen'. Het klopt dat Centraal-Aziatische moslims gevoelig zijn voor de lokgroep van IS, maar het is te simpel om de complexe regio te zien als één grote kweekvijver voor jihadisten, schrijft Bob Deen, werkzaam bij de OVSE en kenner van het gebied. Uit alleen Tunesië zijn meer strijders aan de kant van IS gaan vechten dan uit de vijf landen van Centraal-Azië bij elkaar.  

door Bob Deen

Bij het woord ‘radicalisering’ wordt in Europa veelal gedacht aan de Arabisch-sprekende wereld. Een regio die veelal door analisten en veiligheidsdiensten over het hoofd gezien wordt is Centraal-Azië, een cluster van vijf voormalige Sovjet-republieken ingeklemd tussen de Kaspische zee, Rusland, China en Afghanistan.

caucasus cntrl asia pol 2003De vijf republieken van Centraal-Azië. Kaart: CIA

Toch hebben de aanslagen in Istanboel (zowel juni 2016 als januari 2017), Sint-Petersburg (april 2017) en Stockholm (april 2017) iets gemeen: ze werden allen naar verluidt gepleegd door terroristen met een Centraal-Aziatische achtergrond. Dit heeft in de laatste maanden opeens veel aandacht opgeleverd voor Centraal-Azië, met mogelijk tot gevolg dat de balans doorslaat naar het andere uiterste: het afschilderen van een gehele en zeer diverse regio als 'broeinest voor terroristen'.

Er is zeker reden voor bezorgdheid. De overheden in de vijf Centraal-Aziatische republieken en sommige westerse experts zoals de International Crisis Group en recentelijk Peter Knoope waarschuwen al lange tijd voor het gevaar van radicalisering en extremisme. Er vechten naar schatting zo’n 2.000-4.000 mensen met een Centraal-Aziatische achtergrond in Syrië en Irak en ISde Taliban en andere groeperingen recruteren actief onder Centraal-Aziatische moslims. De regeringen in de regio werken nauw samen met Rusland en China binnen de Shanghai Co-operation Organization (SCO) om radicale Islam te bestrijden en ook westerse overheden en media zijn geneigd mee te gaan in het frame van bestrijding van radicalisering, jihadisme en terrorisme.

Een tegengeluid is echter ook sterker aan het worden. Al enige tijd woedt er een felle discussie onder deskundigen, waarbij sommigen de ernst van het fenomeen benadrukken terwijl anderen het nuanceren door erop te wijzen dat er alleen al uit Tunesië een geschat aantal van 6.000 IS-strijders komen, meer dan uit alle vijf Centraal-Aziatische republieken bij elkaar. Sommigen waarschuwen voor een gevaarlijke mythe die zelfs contra-productief is omdat het repressief beleid legitimeert.

Rol religie gegroeid

Het is onbetwist dat de rol van religie in Centraal-Azië de afgelopen 30 jaar sterk is toegenomen. De overgrote meerderheid van de bevolking volgt van oudsher de Hanafi-school van de soennitische islam, de meest verspreide richting onder soenni’s, maar ook andere stromingen nemen in kracht toe en er zijn sterke verschillen tussen en binnen de verschillende republieken.

Oezbekistan en Tadzjikistan zijn traditioneel religieuzer dan de van oorsprong meer nomadische bevolkingen van Kirgizië en Kazachstan. Als onderdeel van de hervormingen onder Gorbatsjov ontstond eind jaren ’80 meer ruimte voor religie in de Sovjet-Unie. Centraal-Azië was daarop geen uitzondering; zeker in de eerste jaren na de onafhankelijkheid groeide het aantal moskeeën exponentieel en namen ook de invloed en investeringen van buitenlandse religieuze groeperingen toe.

Mosque under construction in Kyrgyzstan wikimediaNieuwe moskee in aanbouw in Kirgizië. Foto: Wikipedia

Begin jaren ’90 waren er nog zo’n 40 moskeeën in Kirgizië; nu wordt hun aantal geschat op boven de 2000, waarvan velen zijn gebouwd met buitenlands geld. Waar de regeringen het vacuüm van het wegvallende communisme probeerden op te vullen met nationalisme was in sommige gevallen de islam succesvoller als nieuwe ideologie. Religie werd ook een vorm van politieke oppositie en religieuze bewegingen namen een deel van de sociale dienstverlening van de terugtredende overheid over, een verschijnsel dat zich ook elders in de wereld voordoet.

Er is echter geen rechtstreeks causaal verband tussen islamisering en radicalisering: alleen omdat mensen geloviger worden betekent nog niet dat ze zich ook aanmelden voor de gewapende jihad. Wel heeft de instroom van elders opgeleide imams, de wildgroei van het aantal moskeeën en informele gebedsgroepen en de snel toenemende invloed van het internet tot gevolg dat de traditionele en officiële religieuze leiders hun monopolie op de interpretatie van de Koran verloren en dat meer radicale stromingen zoals salafisme aan kracht wonnen.

Doordat de overheden greep op moskeeën, imams en religieus onderwijs willen houden, zijn Centraal-Aziatische moslims kwetsbaarder voor de lokroep van wahhabistische imams en IS-ronselaars dan in landen waar traditionele structuren sterker zijn en waar gelovigen een breder en meer gebalanceerd onderricht in de islamitische leer krijgen.

Harde repressie

Alle vijf de regeringen van de Centraal-Aziatische republieken zijn sterk seculier van karakter en hebben uit de sovjet-tijd overgehouden dat overheden een grote rol spelen in het bepalen wat toelaatbaar is, veelal via specifieke ministeries of overheidsorganen die toezicht houden op een officieel 'geestelijk bestuur'. De regeringen beschouwen de radicale islam als één van de grootste bedreigingen voor hun binnenlandse veiligheid en voor hun eigen voortbestaan.

Regeringen perken burgerrechten in uit naam van de strijd tegen terreur

Er wordt hard opgetreden tegen religieuze bewegingen zoals Hizb-ut-Tahrir of Tablighi Jamaat die zelfverklaard geweldloos opereren maar in de hele regio verboden zijn. De in toenemende mate autocratische regeringen zien islamitische groeperingen vooral als politieke oppositie en legitimeren beperkingen op burgerlijke en politieke rechten uit naam van de strijd tegen het terrorisme, waarin ze teruggrijpen op een andere erfenis uit de sovjet-tijd: grote en invloedrijke veiligheidsdiensten.

Hoewel Centraal-Azië zelf, mede door diezelfde veiligheidsdiensten, relatief weinig aanslagen te verduren heeft gehad leiden binnenlandse spanningen soms tot geweld. Tadzjikistan werd in de jaren ’90 verscheurd door een bloedige burgeroorlog die eindigde met een vredesakkoord tussen de Islamic Revival Party of Tajikistan (IRPT) en de regering van President Imomali Rachmon. De IRPT kreeg via een quotum in het vredesakkoord toegang tot de macht en de enige serieuze oppositiepartij van het land werd. In 2015 zei Rachmon dat akkoord feitelijk eenzijdig op door de IRPT in Tadzjikistan als ‘terroristische groepering’ te verbieden en IRPT-leiders te arresteren en te doden.

Gedwongen deradicalisering

tajikpolicechiefj with talibanTadzjiekse commandant, derde van links, op video van IS.

Daarmee was de kous niet af. De commandant van de speciale eenheden van het Tadzjikistaanse leger baarde in 2015 opzien door over te lopen naar IS. De politie van Tadzjikistan heeft inmiddels gedwongen ‘deradicalisering-programma’s’ waarbij de baarden van mannen worden afgeschoren, vrouwen ontmoedigd worden om de hijab te dragen en bepaalde kindernamen niet worden toegestaan. Deze maand nog bootste de nabijgelegen provincie Xinjiang in China deze maatregelen na door zeer restrictieve en specifiek op de islamitische Oeigoerse minderheid gerichte anti-extremisme wetgeving.

Het etnisch geweld tussen Kirgiezen en Oezbeken in zuid-Kirgizië in 2010 waarbij zo'n 420 doden vielen werd door de Kirgizische regering vooral afgeschilderd als een strijd tegen separatisten; tot nu toe zijn er vooral etnisch Oezbeken voor veroordeeld, ondanks dat zij het merendeel van de slachtoffers vormden. De Oezbeekse minderheid heeft zich sindsdien in haar mahallas (buurten) teruggetrokken en voelt zich gediscrimineerd en onderdrukt door de Kirgizische politie en veiligheidsdiensten. Die marginalisering en uitsluiting maakt de groep kwetsbaarder voor radicale ideologieën en maakt families minder bereid om aan de bel te trekken als een familielid dreigt te radicaliseren. Sommige analisten wijzen dan ook naar een vicieuze cirkel waarbij repressie leidt tot radicalisering die dan weer verdere repressieve maatregelen tot gevolg heeft.

Osh riots 1Bloedige rellen in zuid-Kirgizië tussen Kirgiezen en Oezbeken. Foto rechtenvrij

Oezbeekse terreurbeweging

Oezbekistan, met 30 miljoen inwoners het meest bevolkte land in de regio, maakt zich al sinds de onafhankelijkheid zorgen over de gevaren die islamitische bewegingen in binnen- en buitenland vormen voor de stabiliteit van het regime. In de jaren '90 ontstond de Islamic Movement of Uzbekistan (IMU), een terroristische groepering die zij aan zij vocht met de Taliban maar begin deze eeuw grotendeels werd verslagen en ondergronds verder opereerde vanuit Pakistan en Afghanistan. In 2014 zwoer de leider van de IMU trouw aan IS terwijl een afsplitsing de kant koos van Al-Qaeda en de Taliban.

Maar ook binnenlandse onrust wordt niet getolereerd, vaak onder de vlag van de strijd tegen extremisme. In 2005 sloeg Islam Karimov, de in 2016 overleden eerste president van het land, met harde hand een straatprotest van overwegend religieuze Oezbeken in de stad Andizjon in de Fergana-vallei neer. De overheid beschuldigde de organisatoren van het protest van het behoren tot een radicale religieuze splinterbeweging, de ‘Akromija’, een beschuldiging die door sommigen in twijfel wordt getrokken. De westerse kritiek op het bloedbad van Andizjon beëindigde ook een periode van strategische samenwerking tussen de Verenigde Staten en Oezbekistan en leidde ertoe dat een Amerikaanse militaire basis in Chanabad die gebruikt werden voor operaties in Afghanistan werd gesloten.

De olie- en gasrijke republieken Kazachstan en Turkmenistan laten zich binnen de regio voorstaan op hun stabiliteit. Toch maken ook de regeringen in Astana en Asjchabat zich zorgen en hebben zij vergelijkbare restrictieve wetgeving aangenomen jegens islamitische bewegingen of tegen extremisme. Kazachstan heeft een serie gewelddadige incidenten meegemaakt in 2011, inclusief een zelfmoordaanslag in Aktobe en een bloedige confrontatie tussen stakers en de politie in oliestad Zjanaozen. Het land werd vorig jaar opnieuw opgeschrikt door een schietpartij tussen de politie en extremisten in Aktobe waarbij 17 doden vielen.

Turkmenistan ervaart van de vijf Centraal-Aziatische republieken de minste binnenlandse dreiging van terrorisme maar heeft meerdere malen te maken gehad met schermutselingen aan de grens met Afghanistan. Kazachstan en Turkmenistan werken beide nauw samen met de overige Centraal-Aziatische republieken en stemmen hun wetgeving af; onlangs nog werden in de hele regio wetten aangenomen om jihadstrijders hun nationaliteit te ontnemen.

Arbeidsmigranten

Niet alle radicalisering vindt plaats in de regio zelf; de route loopt ook vaak via Rusland. Door de structurele armoede en uitzichtloosheid in de regio zoeken van oudsher veel jonge Centraal-Aziatische mannen hun heil op de Russische arbeidsmarkt. Er werken naar schatting ruim drie miljoen Centraal-Aziaten in Rusland, volgens officiële gegevens vooral afkomstig uit Oezbekistan (1 miljoen), Tadzjikistan (850 duizend) en Kirgizië (500 duizend), waarbij het werkelijke aantal vermoedelijk veel hoger ligt.

Islamitische arbeidsmigranten in Rusland kwetsbaar voor ronselaars Islamitische Staat

Tadjikistan is één van de meest van arbeidsmigranten afhankelijke landen ter wereld: meer dan 40% van het BNP wordt geleverd door remittances, geld dat arbeidsmigranten aan hun familie sturen. De neergang van de Russische economie vanaf 2014 trof de regio dan ook hard en droeg bij aan gebrek aan economisch perspectief.

Centraal-Aziatische arbeidsmigranten in Rusland zijn bovendien kwetsbaar voor uitbuiting, mishandeling en identiteitscrises en sommigen zoeken steun bij religieuze netwerken die hun wortels hebben in de Noord-Kaukasus. Via deze route komt een aantal van hen in Syrië en Irak terecht. Ook deze ‘radicaliseringsroute’ van gemarginaliseerde migranten is niet eenduidig: sommigen van de miljoenen arbeidsmigranten richten zich meer op de islam, terwijl anderen juist van hun geloof afvallen en naar de fles grijpen. Slechts een heel kleine groep radicaliseert zodanig dat de leden overgaan tot gewelddadige acties, maar het is niettemin een stroom waarover nog onvoldoende bekend is.

Recrutering

Mede vanwege de bovengenoemde factoren is Centraal-Azië al vele jaren een doelwit voor ronselaars van verschillende jihadistische bewegingen. Er is een groeiend aantal Centraal-Aziatische strijders actief in Afghanistan, dat in het noorden ook grote Oezbeekse, Tadzjiekse en Turkmeense minderheden kent, ook al heeft de Taliban in 2016 een verklaring afgegeven dat zij zich bewust niet tegen de Centraal-Aziatische republieken richten. Zowel IMU als de Taliban en Al-Qaeda hadden dus al langere tijd hun ronselaars in de regio, maar de aantallen bleven altijd relatief klein.

Uitzichtloosheid en slecht bestuur wakkert hoop aan op beter bestaan in rein kalifaat

De grootste game changer, ook in deze regio, kwam met het ontstaan van Islamitische Staat als territoriale entiteit: het vleesgeworden kalifaat met zijn lokroep van sociale en politieke verandering, gegoten in professionele recruteringsfilmpjes die in Centraal-Azië in lokale talen worden aangeboden. De hoop op een beter bestaan in een moreel reine en religieus verheven samenleving wakkerde vooral de emoties aan van sommige jonge Centraal-Aziatische mannen én vrouwen die gefrustreerd waren door de uitzichtloosheid, het slechte bestuur en de sociaal-economische stagnatie van hun eigen regio.

De grote vraag waarmee veiligheidsdiensten in zowel het Westen als in Rusland, Centraal-Azië en China worstelen is wat er gaat gebeuren met de strijders uit Centraal-Azië als IS op het slagveld wordt verslagen en als het ‘kalifaat’ als territoriale entiteit ophoudt te bestaan. Een reïntegratieprogramma in hun thuisregio zal er niet inzitten; er worden in de regio net als in Europa wetten aangenomen om IS-strijders van hun nationaliteit te ontdoen en Oezbekistan heeft al gezworen hen aan de grens te zullen executeren.

Gaan ze met de overblijfselen van IS ondergronds om later via de vele smokkelroutes over de lange, poreuze grenzen met Afghanistan terug te keren naar Centraal-Azië? Richten ze zich op de volgende strijd in Afghanistan, Jemen of Pakistan? Of vluchten ze naar Turkije, naar Rusland of naar het Westen?

Perspectief scheppen

Er zijn vele verschillende redenen waarom mensen radicaliseren, en Centraal-Aziatische moslims zijn daarop geen uitzondering. Toegenomen religiositeit, armoede en arbeidsmigratie alleen zijn geen directe aanleidingen om te radicaliseren; miljoenen jonge Centraal-Aziaten belijden hun geloof en werken onder zware omstandigheden, zowel in hun eigen land als in het buitenland, zonder ten prooi te vallen aan extremistische ideologieën.

'Het Oosten is delicaat, Petroecha'

Het is vooral de frustratie over stagnatie, onrecht en uitzichtloosheid gecombineerd met de lokroep van een beter en reiner bestaan in het nieuw gestichte ‘kalifaat’ die een enorme aanzuigende werking heeft gehad op jonge Centraal-Aziaten, zowel mannen als vrouwen. Die voedingsbodem wordt veroorzaakt door een breed scala aan politieke, sociale en economische factoren, inclusief de kwaliteit van het binnenlands bestuur en de beperking van de ruimte voor politieke en religieuze vrijheden.

Een strategie alleen gericht op repressie is gedoemd te mislukken en kan in het ergste geval contra-productief werken. Samenwerking tussen veiligheidsdiensten en vergroting van de kennis van de regio is op de korte termijn van belang. maar moet worden gecombineerd met een bredere, preventieve aanpak op de langere termijn die de voedingsbodem voor radicalisering wegneemt, die sociaal-economisch perspectief creëert en marginalisering tegengaat.

Hopelijk leidt het gevoel van urgentie dat is ontstaan door de serie aanslagen tot meer betrokkenheid met de regio, en tot meer genuanceerde berichtgeving in het westen. Want in de beroemde woorden van de Russische douaneambtenaar uit een sovjet-filmklassieker: vostok – delo tonkoe, Petroecha, oftewel: het Oosten is delicaat, Petroecha.