Russen willen geen oorlog maar gaan niet de straat op

In de Sovjet-Unie was pacifisme officieel overheidsbeleid. Na het einde van het communisme is daar politieke apathie voor in de plaats gekomen. De meerderheid van de Russen zegt in een opiniepeiling tegen oorlog met Oekraïne te zijn. Diezelfde meerderheid denkt echter dat de oorlogsdreiging van het Westen komt. Maar demonstreren tegen oorlog is geen optie, schrijft onze culturele columnist Andrej Archangelski. Alleen een handvol intellectuelen verheft zijn stem.

vredesduifIn de Sovjet-Unie was pacifisme een van hogerhand gepropageerde politiek

door Andrej Archangelski

Tegen de achtergrond van de ronkende uitspraken over een dreigend conflict tussen Rusland en Oekraïne is het belangrijk om te weten hoe gewone Russen daarover denken. Volgens Lev Goedkov, de wetenschappelijk directeur van het Moskouse onafhankelijke onderzoeksinstituut Levada Center is meer dan veertig procent van de Russen ‘bang voor oorlog’.

‘De angst is groot en groeit. De groep die oorlog vreest is de afgelopen twee jaar verdubbeld,’ zegt Goedkov. In de lente van 2021 was het 62% van de respondenten, een record in 25 jaar peilingen. Tegen het einde van 2021 daalde het aantal licht, tot 56%. Hoogstwaarschijnlijk valt dit te verklaren uit de ontmoetingen tussen de presidenten van Rusland en de Verenigde Staten en de Russisch-Amerikaanse onderhandelingen.

De peilingen wijzen ook uit dat ongeveer de helft van de Russen niet gelooft in een oorlog tussen Rusland en Oekraïne, al is 39% een tegenovergestelde mening toegedaan. Slechts 15% sluit een gewapend conflict geheel uit. En een kwart van de ondervraagden ziet een conflict tussen Rusland en de NAVO als een realistisch scenario.

Open brief van Russen tegen oorlog met Oekraïne

Meer dan 2.000 Russische burgers hebben een open brief ondertekend waarin geprotesteerd wordt tegen een 'immorele, onverantwoordelijke en criminele' oorlog tegen Oekräine.

'Rusland heeft geen oorlog nodig tegen Oekraïne en het Westen. Niemand bedreigt ons, niemand valt ons aan. Het beleid dat is gebaseerd op promotie van het idee van zo'n oorlog is immoreel, onverantwoordelijk en crimineel en kan niet worden uitgevoerd uit naam van de volkeren van Rusland. Zo'n oorlog dient noch juridische, noch morele doeleinden.... Russische burgers worden gegijzeld voor een crimineel avontuur, gedirigeerd door Ruslands buitenlandse politiek,' aldus de open brief.

'De burgers van Rusland wordt niets gevraagd. Er is geen maatschappelijke discussie. Op de staatstelevisie wordt slechts één standpunt uitgedragen en dat is het standpunt van de aanhangers van een oorlog.'

'Het gevaarlijkste is dat oorlog wordt voorgesteld als een toelaatbare en onvermijdelijke loop der dingen. Men probeert de mensen te bedriegen, te degraderen en hun het idee van een heilige oorlog met het Westen op te dringen in plaats van de  ontwikkeling van het land en een verhoging van het levenspeil van de burgers. Over de prijs wordt niet gesproken, maar die prijs zal gigantisch en bloedig zijn en moet betaald worden door de gewone mensen.'

Angst is een natuurlijke menselijke reactie en we kunnen deze reactie dus als gezond beschouwen. Het is een belangrijke indicator dat de Russische maatschappij oorlog niet beschouwt als een methode om problemen op te lossen. Maar zodra de vraag gesteld wordt  ‘wie schuldig is aan de huidige crisis aan de Russisch-Oekraïense grens’, wijst de meerderheid van de Russen (50%) naar de VS en de NAVO. Slechts drie à vier procent legt de verantwoordelijkheid bij Rusland.

Respondenten in focusgroepen leggen uit dat Rusland door 'Amerika en het Westen' constant wordt ‘geprovoceerd’, ‘gedwongen zijn kracht te tonen’. ‘We worden het conflict ingesleurd’. Elk conflict wordt in hun ogen uit externe oorzaken verklaard.

Je kunt de resultaten van deze peiling tegenstrijdig noemen:  mensen zijn bang voor oorlog, maar voelen geen persoonlijke verantwoordelijkheid voor wat er gebeurt. Maar deze stemming is een uitstekende verklaring van de psychologische toestand van de Russische maatschappij, terugblikkend tot 1991.

‘Willen de Russen vrede?’ 

Maar laten we het eerst eens van de goede kant bekijken. Volgens de Russische socioloog Denis Volkov (eveneens medewerker van Levada), is de massale angst het gevolg van propaganda. Staatsmedia, in de eerste plaats televisiezenders, slaan sinds 2014 een agressieve toon aan jegens het Westen, met militaristische ondertonen. Die propaganda zou moeten leiden tot een toename van agressie, vastberadenheid, haat tegen een denkbeeldige vijand, enzovoort. Maar uit de peilingen blijkt steevast dat de propaganda in zeven jaar een tegenovergesteld effect heeft gehad. Ze wekt angst bij het publiek, geen vastberadenheid.

De staatspropaganda is er niet in geslaagd het massabewustzijn serieus te veranderen en de Russen het gevoel te geven dat ze ‘leven in een belegerd fort’. Het aantal overtuigde militaristen blijft in Rusland minimaal. Maar het tegenovergestelde is ook niet gebeurd: de samenleving heeft zich niet aangewend om het handelen van de overheid en het eigen handelen kritisch te beoordelen. Onbedoeld effect van de propaganda is geweest dat het ‘altijd een ander is die schuld heeft aan jouw problemen’.

Er zijn in de wereld zo veel kernwapens dat deze voor iedereen, ongeacht ideologie, een bedreiging vormen. Het is dan ook de plicht van elke gemeenschap om de autoriteiten daaraan te herinneren. In een democratische staat wordt van leiders in de eerste plaats verwacht dat zij streven naar een vredige oplossing van conflicten. Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw is de roep om vrede van levensbelang geworden; zij is deel gaan uitmaken van een aantal natuurlijke burgerlijke instincten.

Je zou verwachten dat de Russen in dezen over uitgebreide ervaring beschikken. Ongeveer vanaf 1960, van Chroesjtsjovs 'Dooi' [de periode van politieke ontspanning na de Stalin-terreur - red.] tot Gorbatsjov was de ‘strijd om de vrede’ een doodgewone zaak voor de Sovjet-burger. Al in zijn jeugd was hij omringd door posters met een anti-oorlogthema (dat was een verplicht onderdeel van de opvoeding) en de bekende vredesduif.

Willen de Russen oorlog? van Jevgeni Jevtoesjenko

In de Sovjet-Unie werd de vrede bezongen in liederen en gedichten - bijvoorbeeld in het immens populaire lied ‘Willen de Russen oorlog?’, geschreven door de dichter Jevgeni Jevtoesjenko. Of in dit lied met het bekende refrein: ‘Ja, ja, ja tegen een zonnige wereld - nee, nee, nee tegen een kernexplosie!’ Sovjetburgers van jong tot oud ‘streden voor de wereldvrede’. Iedereen herinnerde zich de kolossale verliezen tijdens de Tweede Wereldoorlog. ‘Was het maar nooit oorlog geworden’ was een veelgehoorde uitspraak in de Sovjet-Unie.

Anti-oorlogsretoriek werd in de Sovjet-Unie dan wel met instemming ontvangen, maar het was tegelijkertijd iets dat van bovenaf werd opgelegd door de autoriteiten. Daarom bleef het voor de Sovjet-burgers vooral een formele kwestie, net als andere begrippen die op zich juist waren (zoals het internationalisme of, in moderne termen, tolerantie). Sovjet-studenten werden gedwongen mee te doen aan vredesmarsen, waar Amerikaanse en Europese studenten uit vrije wil deelnamen aan demonstraties tegen de Vietnamoorlog.

In de jaren negentig, toen de Koude Oorlog voorbij was, verdween de ‘strijd om vrede’ met de rest van de Sovjet-entourage uit het Russische lexicon. Daarom is de strijd voor vrede niet voor iedereen een persoonlijke zaak, een individueel instinct geworden. Het resultaat zien we tot op de dag van vandaag: mensen zijn bang voor oorlog, maar doen niks om deze dreiging te stoppen, om te waarschuwen. Het lukt de Russen niet om haar om te zetten in juridisch-sociale  vormen.

‘Wij kunnen niets veranderen’ 

Slecht een handvol publieke en culturele figuren schrijven kunstwerken tegen oorlog (bijvoorbeeld bekende rockmuzikanten als Grebensjtsjikov, Makarevitsj en Sjevtsjoek). Maar een massale vredesbeweging is na 1991 niet ontstaan. In de hedendaagse Russische politieke taal komt je het begrip ‘strijd om vrede’ zelden tegen (met uitzondering van de oudste democratische partij, Jabloko, maar die stem wordt nauwelijks meer gehoord).

In het politieke woordenboek van kiezers komt deze optie eveneens niet voor. Daarom gaapt er een leegte waar we een burgerlijke reactie op de oorlogsdreiging zouden moeten zien. Mensen weten niet wat te doen en te zeggen in zo’n situatie. Propaganda heeft het volk onzekerheid en zelfs fatalisme aangepraat (‘Wijzelf kunnen niets veranderen’).

Deze uitspraak werd in het verleden al gebruikt. De schrijver Lev Tolstoj (de eerste Russische pacifist) betoogde in zijn bekendste werk Oorlog en Vrede dat mensen niets kunnen beginnen tegen de ‘loop der geschiedenis’. Al in de twintigste eeuw poneerde de Britse filosoof Isaiah Berlin in zijn beroemde essay The Hedgehog and the Fox de stelling dat Tolstoj het gedachtegoed herhaalde van Joseph de Maistre, één van de schimmigste conservatieven van zijn tijd. Waren de waanideeën van Tolstoj in de negentiende eeuw nog begrijpelijk, vandaag de dag komt dat standpunt over als barbaars. Uit de recente geschiedenis weten we dat juist het volk oorlogen kan voorkomen. Het moderne publieke besef in Rusland doet denken aan de 19de, niet aan de 21ste eeuw: weer voelen mensen hun machteloosheid.

tolstoj levLev Tolstoj is Ruslands bekendste pacifist

Het gebrek aan een massale reactie tegen de oorlogsdreiging wijst op de zwakte van het publieke debat en het maatschappelijk middenveld in Rusland. Individuele stemmen van publicisten, die tegen de oorlog zijn, kunnen de algemene stemming niet veranderen. Een geatomiseerde samenleving is niet in staat haar gevoelens om te zetten in sociale eisen. Vanaf de zijlijn bezien lijkt het er misschien op dat Russen onverschillig zijn jegens het gevaar, maar dat is niet zo. In Rusland begrijpt men het gevaar van het conflict prima. Maar de samenleving is verstard tussen onmacht en persoonlijke angsten.

 

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.