Door Kievs bril oogt de Krim Oekraïenser dan ooit

Oekraïne heeft de Krim-Tataren ontdekt als oude bondgenoten tegen de Russen. Vanaf halverwege de 17de eeuw zetten 'liefde, vriendschap en genegenheid' de toon in de betrekkingen tussen de Oekraïense Kozakken en de Krim-Tataren, heet het in een nieuwe versie van de Oekraïense geschiedenis. Intussen wordt steun aan de Krim-Tataren vooral met de mond beleden en maakt Kiev zich weinig illusies over het terugwinnen van het schiereiland.

door Tobias Wals

De tussenstand van drieëneenhalf jaar Russische bezetting op de Krim: tienduizenden Oekraïense staatsburgers, onder wie veel Krim-Tataren, hebben het schiereiland al dan niet gedwongen verlaten. Daarvoor zijn al meer dan 200 duizend migranten uit Rusland in de plaats gekomen, volgens schattingen van het Oekraïense Instituut van de Toekomst. Ondertussen bouwt Moskou de Krim met raketinstallaties en kernknoppen om tot een gewapende vesting in de door NAVO-leden omringde Zwarte Zee. Sluitstuk van de ‘terugkeer van de Krim naar het moederland’ is de brug die het schiereiland met Rusland moet verbinden en die naar verwachting eind 2018 af is.

De russificatie vordert gestaag, maar vanuit Oekraïne lijkt de Krim ondertussen steeds Oekraïenser. De laatste jaren schrijven Oekraïense historici het schiereiland, dat voor de annexatie vooral bekend stond als vakantiebestemming, een beslissende rol toe in de nationale geschiedenis en benadrukken de historische banden tussen Oekraïners en Krim-Tataren. De schoolboeken zijn inmiddels aangepast. Met deze oekraïnisatie met terugwerkende kracht verweert Oekraïne zich tegen Ruslands claim dat de Krim ‘eeuwig Russisch’ is. Maar betekent dit ook dat Kiev historisch gezien meer aanspraak kan maken?

Vorig schooljaar ging het vak geschiedenis voor Oekraïense scholieren op de schop. Op advies van het Instituut voor Nationaal Geheugen, een machtige instelling die waakt over het Oekraïense verleden, wordt er meer aandacht besteed aan de Oekraïense onafhankelijkheidsstrijd na de Russische revolutie en de sovjet-repressie die daarop volgde. De Sovjet-Unie staat voortaan te boek als bezettingsmacht die de vorming van de Oekraïense staat een kleine eeuw uitstelde.

Een andere grote aanpassing is dat er meer aandacht is voor de Krim en zijn oorspronkelijke bewoners, de Krim-Tataren. Zo leren scholieren nu voor het eerst over de pogingen een Tataarse staat te vormen aan het eind van de Eerste Wereldoorlog en over de rol van de Oekraïense kolonel Petro Bolbotsjan, die tijdelijk het Rode Leger van de Krim wist te verjagen. De overdracht van de Krim van de Russische aan de Oekraïense sovjet-republiek in 1954 komt uitgebreid aan bod en wordt niet, zoals in Rusland gebruikelijk is, voorgesteld als een gril (en historische fout) van secretaris-generaal Chroesjtsjov, maar als een weloverwogen besluit, gestoeld op economische argumenten.

Deportatie van Krim-Tataren

Speciale aandacht is er in het nieuwe curriculum voor de deportatie van de Krim-Tataren in 1944. Toen het Rode Leger de Duitsers van de Krim had verdreven werden de Tataren collectief beschuldigd van collaboratie en afgevoerd naar Centraal-Azië. Naar schatting de helft van de ongeveer 250 duizend Krim-Tataren kwam daarbij om. Pas tijdens de perestrojka eind jaren ’80 mochten de overlevers en hun nakomelingen terugkeren naar de Krim. Kort gezegd is dit de reden dat de Krim-Tataren zich massaal tegen de Russische annexatie van 2014 hebben gekeerd.

 

deportation of crimean tatars 854x300Stalin deporteerde de Krim-Tataren in 1944 naar Centraal-Azië; tienduizenden kwamen om.

Oekraïne erkende de deportatie in 2015 als genocide. Sindsdien wordt 18 mei, de dag dat de deportatie begon, jaarlijks herdacht met posters, boeken, films en een toespraak van de president. Daarbij wordt, net als in het nieuwe geschiedeniscurriculum, vaak expliciet het verband gelegd met misdaden van het sovjet-regime tegen Oekraïners, met name de Holodomor, de man-made hongersnood die miljoenen mensen het leven kostte in de jaren ’30 en die Oekraïne al in 2003 als genocide erkende. De boodschap is helder: de Krim-Tataren en Oekraïners delen een gezamenlijke twintigste-eeuwse geschiedenis die bepaald werd door Sovjet/Russische terreur en een lange strijd om zelfbeschikking, culminerend in een onafhankelijk Oekraïne mét Krim.

Maar de revaluatie van het Oekraïens-Krimse verleden stopt niet bij de twintigste eeuw. Afgelopen mei verscheen in Kiev het boek Kozakken en Tataren, de Oekraïens-Krimse allianties van de 16e-18e eeuw van Taras Tsjoechlib. In deze monografie rekent Tsjoechlib, professor aan de Nationale Academie der Wetenschappen en een autoriteit op het gebied van ‘kozakkendom’, af met het traditionele beeld van vijandschap tussen de Oekraïense Kozakken en Krim-Tataren:

'De politieke betrekkingen tussen de Kozakkenstaat en het Kanaat werden niet enkel gekenmerkt door militaire conflicten en wederzijdse invasies, maar eveneens, en in hogere mate, door diplomatieke verdragen en allianties, kortom door een vreedzaam samenleven van Oekraïners en Krim-Tataren.'

Die conflicten en invasies werden benadrukt door Russische historici uit de 19de eeuw en de sovjet-tijd. Volgens hun lezing waren de Krim-Tataren roofzuchtige plunderaars die eeuwenlang de zuidelijke streken van het Russische Rijk teisterden. De Kozakken bewaakten op hun beurt die zuidgrens in dienst van de tsaar. Die lezing moest Moskous heerschappij over zowel Oekraïne als de Krim rechtvaardigen en is nog steeds gangbaar in Rusland.

Kozakken en Krim-Tataren: 'broeders en vrienden'

Tsjoechlib laat aan de hand van een groot aantal historische documenten zien dat verschillende Kozakkenleiders vanaf eind 16de eeuw militaire steun zochten en vonden bij de Krim-Tataren en hun suzerein, de Ottomaanse sultan. Met deze steun kwamen de Kozakken regelmatig in opstand tegen de Poolse koningen en later de ‘Moskouse’ tsaren, tot Catherina de Grote eind 18de eeuw de Krim veroverde en het Kanaat ontbond. Volgens Tsjoechlib waren deze bondgenootschappen vanaf halverwege de 17de eeuw maatgevend in de Oekraïens-Tataarse betrekkingen. Ten overvloede somt hij de lyrische omschrijvingen uit die tijd op: 'broederschap, liefde, vriendschap, genegenheid, broederlijke genegenheid, eeuwige genegenheid, oprechte genegenheid, vriendschap, trouw, eeuwige trouw, vrede, eeuwige vrede, alliantie, liga, etc.'

 

s. v. ivanov. at the guarding border of the moscow state. 1907Kozakken bewaken de grens van Rusland. Schilderij van S.V. Ivanov, 1907. Foto rechtenvrij

Zo draait Tsjoechlib de Russische versie van de geschiedenis om en plaatst de Oekraïense Kozakken en Krim-Tataren in één kamp tegenover de verre voorloper van de Russische Federatie. Daarnaast voert hij het feit dat de Kozakken als een onafhankelijke speler opereerden in de internationale politiek aan als bewijs dat ze, in weerwil van de traditionele lezing, een eigen staat vormden – en daarmee de grondslag legden voor de moderne Oekraïense staat. Twee vliegen in één klap dus.

Helemaal nieuw is het idee van vroege Oekraïens-Tataarse ‘genegenheid’ niet – al in de jaren ’90 verschenen vergelijkbare studies – maar sinds de annexatie is het een hot topic in de Oekraïense academica. De Academie der Wetenschappen organiseert sinds 2014 jaarlijks de internationale conferentie De Krim in de Oekraïense geschiedenis. En het Instituut voor Nationaal Geheugen publiceerde in 2016 een bundel wetenschappelijke artikelen onder de naam Onze Krim: niet-Russische geschiedenissen van een Oekraïens schiereiland, waarin expliciet weerwoord wordt geboden aan de Russische propaganda die de Krim voorstelt als 'Russische oergrond'.

De Oekraïense historici benadrukken dat ze propaganda niet met propaganda willen bestrijden. 'De auteurs van dit boek,' zo schrijven de samenstellers in het voorwoord van Onze Krim, 'stellen zich niet ten doel de Russische historische mythe te vervangen door een Oekraïense of Krim-Tataarse versie, maar trachten het verleden van het schiereiland te tonen in al zijn complexiteit en veelzijdigheid.' Het is een kwestie van tijd tot ook deze nieuwe materie in de schoolboeken belandt.

Imperiale bril

De geschiedenis van Oekraïne en de Krim is lange tijd geschreven door Russische historici die door een imperiale bril naar het verleden keken. Dat hedendaagse Oekraïense historici met deze traditie breken en een ander perspectief bieden op de geschiedenis van hun land, niet alleen wat betreft de Krim, is niet meer dan logisch. Het is zelfs noodzakelijk om weerstand te bieden aan Ruslands hybride oorlog. Toch valt er, ondanks het streven het verleden van de Krim in al zijn complexiteit te tonen, het een en ander aan te merken op deze oekraïnisatie met terugwerkende kracht.

Ook al staat vast dat zowel de Oekraïners als de Krim-Tataren hebben geleden onder de Russische en sovjet-heerschappij, en is het wetenschappelijk hard te maken dat de betrekkingen tussen beide volken eeuwen teruggaan – dat betekent niet dat de moderne Oekraïense staat historisch aanspraak maakt op het schiereiland. Een dergelijke suggestie is even weinig steekhoudend als de Russische claim dat de Krim ‘altijd aan Rusland toebehoord heeft’. Of het idee dat Poetin het recht dan wel de plicht heeft Russischtaligen buiten de grenzen van de Russische Federatie te verdedigen – het andere argument waarmee Rusland de annexatie rechtvaardigde. De Krim behoort toe aan Oekraïne omdat het schiereiland na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie aan Oekraïne toeviel en Rusland met de annexatie de territoriale integriteit van zijn buurland heeft geschonden. De kwestie is, om het banaal te zeggen, puur juridisch.

Belangstelling voor Krim-Tataren is vers

Los daarvan is het wrang dat Oekraïne zich pas ná de annexatie is gaan bekommeren om de Krim en de Krim-Tataren. In de eerste twee decennia na de onafhankelijkheid was de politieke en academische belangstelling minimaal. De regering in Kiev liet de Krim-Tataren weliswaar terugkeren naar hun thuisland, maar bood geen restitutieregeling voor verloren bezittingen aan, laat staan financiële steun. Als islamitisch volk werden de Tataren met de nodige argwaan bejegend. Pas in maart 2014 erkende Kiev de Mejlis en Qurultai, de Tataarse bestuursorganen, als officiële vertegenwoordiging van de gemeenschap, en de Krim-Tataren zelf als inheems volk van Oekraïne. Nog steeds wordt de steun vooral met de mond beleden en is er geen extra geld vrijgemaakt voor, om maar iets te noemen, behoud van de met uitsterven bedreigde Tataarse taal en cultuur.

De Oekraïense regering lijkt zich ondertussen te realiseren dat de Krim voorlopig door Rusland bezet zal blijven. In zijn jaarlijkse ‘state of the union’ voor het parlement op 7 september erkende president Porosjenko dat Oekraïne Rusland niet met geweld van de Krim kan verjagen. In plaats daarvan wil hij de Krim tot een ‘ondraaglijke last’ maken voor Rusland door druk uit te oefenen via de internationale gemeenschap, een proces dat, zo gaf de president toe, veel tijd zal kosten. De zaak die Oekraïne in maart aanspande tegen Rusland bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag is weliswaar ontvankelijk verklaard, maar uitspraak zal nog jaren op zich laten wachten. En zelfs als het tot een scherpe veroordeling komt – Moskou heeft een track record in het negeren van de internationale rechtsorde.

De kans dat de Krim binnen afzienbare tijd weer Oekraïens wordt is dus zeer gering, maar dat betekent niet dat men zich verzoent met de annexatie. Laatst hoorde ik een Oekraïense parlementariër de Krim vergelijken met Oost-Duitsland, dat na decennia weer bij de rest van het land werd gevoegd. Zo’n periode zou het uiterste vragen van het Oekraïense doorzettingsvermogen. Aan de andere kant: wat zijn een paar decennia in het licht der geschiedenis?

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.