De onderminister die de Oekraïense politie aan het zuiveren was van corruptie heeft op 11 maart ontslag genomen, omdat haar campagne aan het vastlopen is. Vele van de ontslagen politiemensen zijn door de rechter weer in functie hersteld. Commissies die het gedrag van politiemensen tegen het licht houden, worden weer gedomineerd door de ‘oude garde’, terwijl vertegenwoordigers van de civil society zijn opgestapt.
De hervorming van de corrupte politiemacht was een hoopvol signaal voor de bevolking dat zich in Oekraïne veranderingen voltrokken. Het vertrek van onderminister Jekaterina Zguladze is de jongste wisseling in een hele reeks waarbij hervormers plaatsmaken voor leden van de oude garde.
Porosjenko's vertrouwelingen
In april trad een nieuwe premier aan, Volodymir Groysman, en stelde een kabinet samen waaruit prominente hervormers waren verdwenen. Een van hen was de minister van Economische Zaken Abromavicius. Hij had Igor Kononenko, een vertrouweling van president Porosjenko, er openlijk van beticht grootschalig corruptie te plegen en eigen mensen aan het hoofd van staatsbedrijven te plaatsen. Daarop werd Kononenko geschorst uit het parlement. Deze week echter rehabiliteerde de president Kononenko weer.
De gang van zaken bij de benoeming van een nieuwe procureur-generaal, op 12 mei, past in de tendens dat de hervormingen worden opgegeven of zelfs teruggedraaid. Joeri Loetsenko kon alleen benoemd worden doordat enkele machtige zakentycoons hun politieke gewicht in de schaal hadden gelegd. Bovendien moest de wet speciaal worden aangepast, opdat Loetsenko – die geen juridische graad of ervaring met het vak van procureur heeft - de functie kon gaan vervullen.
Sergi Lesjtsjenko, een hervormingsgezind parlementslid, commentarieerde: ‘We nemen een wet aan ten behoeve van één persoon. Dat is barbaars. In de beschaafde wereld gebeurt zoiets niet. Ik geloof niet in de onafhankelijkheid van een procureur-generaal, voor wie het parlement op de knieën is gedwongen.’