Waarom duldt het Kremlin een kritische pers?

Wie in Rusland de media volgt, verbaast zich erover dat de gedrukte pers gevarieerd is en kritiek uit op de macht. Waarom duldt het Kremlin een kritische pers naast de staatspropaganda van de televisie? De machthebbers geven elk segment zijn eigen speelgoed: tv is voor de massa, kranten zijn uitlaatklep voor een minderheid. Of deze subtiele vorm van manipulatie houdbaar blijft, vraagt cultuurcriticus Andrej Archangelski zich af. 

door Andrej Archangelski

De Russische tv, symbool van de 21ste-eeuwse propaganda, lijkt het universele middel om controle uit te oefenen over het massabewustzijn. Op tv prent men kijkers vanaf 2014 oersimpele formules in: ‘Het Westen wil Rusland te gronde richten’, ‘een onafhankelijk Oekraïne is een provocatie’ en ‘elke kritiek op Rusland is russofobie’. En hoewel peilingen aantonen dat het vertrouwen in de tv daalt, haalt net als voorheen een meerderheid van de Russen er zijn informatie vandaan.

foto tv presentator
Dmitri Kiseljov vertelt de kijkers in zijn weekjournaal op de Russische tv hoe de wereld volgens het Kremlin in elkaar zit (Foto: Wikimedia)

Het lijkt erop dat één simpel controlemiddel voor het Kremlin volstaat – elk huis heeft een tv (op dat deel van de bevolking na dat het toestel bewust de deur uit heeft gedaan). Maar daarnaast zijn er in het land nog duizenden publicaties, gedrukt en op internet. Een deel ervan kun je liberaal noemen; maar zelfs de gezagsgetrouwe pers is veel kritischer op de macht dan de televisie.

Waarom duldt het Kremlin dit? In de eerste plaats omdat het, net als tijdens de Sovjet-Unie, een zwakheid kent: het wil in de ogen van de wereld geen dictatuur lijken. De variëteit aan bladen en tijdschriften imiteert in het klein de democratie. Ten tweede benut het Kremlin kranten en tijdschriften voor een subtielere manipulatie. Al gaan de liberalen officieel door voor de grootste opponenten van het gezag, het Kremlin snapt donders goed waar de werkelijke dreiging vandaan komt: bij een meerderheid van de bevolking dalen de inkomsten. Hoe moet dat aan de mensen worden uitgelegd? Het Kremlin kiest al een tijd lang voor de tactiek van het in slaap sussen. De macht geeft er de voorkeur aan mensen met lage inkomens onder controle te houden door middel van populistische kunstgrepen: door het kapitalisme te kritiseren en de valse hoop te wekken dat de Sovjet-Unie terug zal keren. Juist die rol was toebedeeld aan grote kranten en tijdschriften.

Maar de pensioenhervorming van 2018, de geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd, heeft in Rusland veel meer ongenoegen gewekt in de samenleving dan was voorzien. Aan alles is te merken dat ze daar in het Kremlin goed van zijn doordrongen. De huidige Kremlinleiders, afkomstig uit KGB en Komsomol [de communistische jeugdbeweging in de Sovjet-Unie, red.], willen niet dezelfde vergissing begaan als Brezjnev in de jaren zeventig: ze willen ‘een ventiel openlaten’, van tijd tot tijd ruimte bieden aan ongenoegen onder het volk. Op televisie kan dat absoluut niet, maar in bladen wel. Zo hebben de persorganen een nieuwe functie gekregen – als uitlaatklep om stoom af te blazen.

Loyaliteitscodes

In Rusland kunnen de grote kranten en tijdschriften in twee grote klassen worden ingedeeld: oude sovjet-publicaties en publicaties die na 1991 zijn ontstaan. Sovjet-merknamen als Komsomolskaja Pravda of Moskovski Komsomolets – benamingen die voor zich spreken – wisten niet alleen de jaren negentig te overleven, maar ontwikkelden zich tot kranten met grote oplagen.

In de Russische pers bestaan er loyaliteitscodes – bepaalde evidente thema’s waarmee je je gezagsgetrouwheid demonstreert. Sinds 2014 is een van die loyaliteitscodes: kritiek op Oekraïne. In dat opzicht onderscheiden beide kranten zich in niets van de televisie: op hun eerste pagina’s is het één en al  ‘Porosjenko lijdt nederlaag’ en ‘Oekraïne staat op instorten’.

Maar voor de rest onderscheiden deze bladen zich door hun kritische gehalte.

De Komsomolskaja Pravda was bedoeld voor een publiek dat nostalgie voelt naar de Sovjet-Unie. Mikpunt van kritiek in de krant is van oudsher ‘het economische blok van de regering’: Koedrin, Tsjoebajs, Nabioellina, Siloeanov en andere ministers-kapitalisten, die in de regel ‘liberaal’ worden genoemd. Tegenwoordig richt de kritiek van de krant zich op de ‘volksvijandige’ pensioenhervorming. Dit staat in schril contrast met de overige patriottische en militaristische inhoud van de krant. De Komsomolskaja Pravda hekelt ambtenaren en schrijft over de rampzalige situatie waarin artsen en onderwijzers verkeren. Daarbij worden er nogal venijnige opmerkingen gemaakt, bijvoorbeeld dat Russen wel ziekenhuizen bouwen in Syrië, maar in Rusland zelf niet. Natuurlijk wordt bij deze onthullingen een bekend trucje toegepast: niet de hoge autoriteiten, maar kleine ambtenaren krijgen overal de schuld van.

pavel gusev 2012 01 18Pavel Goesev, hoofdredacteur van de Moskovski Komsomolets en mediatycoon. Foto Wikimedia

Het succes van de Moskovski Komsomolets heeft veel te maken met de invloed van Pavel Goesev, vanaf 1983 hoofdredacteur van de krant. Hij begon zijn carrière nog in de sovjet-tijd, maar de Komsomol bleek een goede kweekvijver van het kapitalisme: vandaag de dag heeft Goesev in heel wat mediabedrijven meerderheidsaandelen. Onder Goesev werd de krant in de jaren negentig populair; tegelijkertijd bekleedde hij hoge functies (bijv. als voorzitter van de Russische Journalistenbond). De Moskovski Komsomolets houdt zich aan de loyaliteitscodes, maar publiceert daarnaast ook scherpe kritiek. Een artikel van Georgi Jans, ‘Politieke prostitutie is van geslacht veranderd’, veroorzaakte in 2013 een conflict met de partij Verenigd Rusland.

Een visitekaartje van het blad is de vaste rubriek van de bekende journalist Aleksandr Minkin, die het gezag al jarenlang kritisch verwijten maakt in de vorm van ‘brieven aan de president’. De krant schrijft ook openlijk over armoede onder de bevolking: ‘Vier op de vijf gezinnen kan de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. De statistieken zijn rechtstreeks in tegenspraak met de regeringscommuniqués over financiële stabilisering en economische groei’. Men permitteert zich scherpe uitspraken over een algehele verloedering van de ‘verticale machtsstructuur’. Of er verschijnt opeens een interview met de socioloog Valeri Solovej die voorziet dat de politieke spanningen in Rusland zeer binnenkort zullen toenemen.

De Moskovski Komsomolets durft meer kritiek te leveren dan andere grote dagbladen. Volgens analytici is dat omdat Pavel Goesev een politiek zwaargewicht is; in Rusland hangt veel af van de plaats die iemand inneemt in de machtshiërarchie. Ook koestert het Kremlin een vreemde voorliefde voor mensen die hun carrière begonnen zijn in de Sovjet-Unie.

Argumenten en feiten

Een ander groot dagblad is Argoementy i Fakty (Argumenten en Feiten). Het werd in 1978 opgericht als een bulletin voor partijpropagandisten, maar tijdens de perestrojka veranderde het in een van de populairste bladen. In de jaren negentig haalde het zelfs het Guinness Book of Records, toen het met zijn oplage van 33 miljoen de grootste krant ter wereld was (tegenwoordig is de oplage een half miljoen).

aifVoorpagina Argumenty i Fakty

De succesformule was ‘simpel en gezond’. Deels bestaat de lectuur tot op heden uit kwesties als ‘is soda gezond?’, ‘is het mogelijk om zonder medicijnen van slapeloosheid af te komen?’ en ‘waar koop je alcohol die geen kater oplevert?’ Maar ook hier durft men tegenwoordig de pensioenhervorming te hekelen. De krant pleit voor invoering van een progressieve belasting voor rijken. Ze  kritiseert het gezag omdat het verstek laat gaan als ‘sociale overheid’, wegens ‘tariefverhogingen voor gas en gasvoorzieningen in woonhuizen, hogere benzineprijzen, volksvijandige uitlatingen van ambtenaren en nieuwe belastingen’.

Er gebeuren nog onverwachtere dingen. Iemand schrijft in de krant over de terugkeer van ontnuchteringsklinieken – de oude sovjet-instellingen voor dronkenlui - maar gaat vervolgens over op generalisaties van sociaal-politieke aard: ‘De macht is bang geworden voor de vrije samenleving. De belangrijkste partij van het land heeft geen vat op de groeiende proteststemming (…) Het propaganda-apparaat van de overheid heeft al geen greep meer op de ziel, noch op hart en verstand van het volk.’

Op televisie krijg je zoiets natuurlijk niet te horen.

Je mag ervan uitgaan dat het Kremlin deze kritiek tegenwoordig zelfs aanmoedigt. ‘Het is toegestaan de kritiek aan te scherpen en iedereen te kritiseren, met uitzondering van de president’, schrijft politiek analist Valeri Solovej. Intussen blijft het een open vraag in hoeverre het Kremlin de grenzen van het toelaatbare vastlegt en wanneer de toonzetting van de kritiek een initiatief van de auteurs en de bladen zelf is?

Zakenbladen

In zakenbladen als Vedomosti (Berichten), Kommersant, Forbes en RBK is veel meer vrijheid van meningsuiting dan in de gezagsgetrouwe media. Feit is dat al deze publicaties zijn opgericht in een ander, democratisch Rusland en dat de oprichters werkelijk een nieuwe wereld wilden opbouwen. Deze bladen vormen een ideaalbeeld voor de toekomst. Ze zijn opgezet naar voorbeeld van Amerikaanse uitgaven, en zelfs hun taal is ‘ander Russisch’. Tot op heden bekijken de zakenbladen Rusland alsof het leeft volgens rationele en universele wetten (hun rubrieken zijn  voor de helft gewijd aan economie). Ook in politiek opzicht poogden deze bladen zich aanvankelijk rationeel op te stellen. In hun politieke taalgebruik probeert de zakenpers de politieke preek te vermijden.

Deze klassieke vorm van journalistiek grijpt terug op Russische democratische publicaties uit de 19de eeuw, op sovjet-dissidenten en de perestrojka-pers, die ervan uitgaan dat het in Rusland in de eerste plaats noodzakelijk is basiswaarden als vrijheid, recht en democratie te propageren. De zakenbladen gaven de voorkeur aan een ander uitgangspunt: zij schrijven over politiek alsof alle fundamentele kwesties in de samenleving al zijn opgelost. In de jaren negentig was deze benadering een reactie op de ‘politieke moeheid’, die voortvloeide uit de maatschappelijke angst om verantwoordelijkheid te nemen en het uitblijven van politiek instinct in de Russische samenleving. Rond de eeuwwisseling had slechts een minderheid belangstelling voor politiek: dat waren de lezers van diezelfde zakenbladen. Dat kwam het Kremlin wel goed uit. Sterker nog: de machthebbers stimuleerden de marginalisering van de politiek.

Alles veranderde echter in de jaren 2011-2012, toen er in Rusland massale protesten op gang kwamen. De zakenbladen grepen razendsnel terug op het emotioneel becommentariëren van de politiek – uitgerekend de normale instinctieve reactie. De zakenbladen werden populair, vooral het genre van de journalistieke column.

Het Kremlin beschouwde de onafhankelijkheid van de zakenpers lange tijd niet als een probleem; met hun oplagen van 200 à 300.000 waren ze, afgezet tegen het bereik van de televisie, een druppel in de oceaan (het Kremlin neemt naar verluidt alleen bladen met een oplage van meer dan een miljoen serieus). Na de protesten echter veranderde de houding tegenover de zakenpers: men ging haar als een bedreiging zien. Er werden pogingen gedaan haar, hoe dan ook, onder controle te krijgen.

Pogingen invloed uit te oefenen op het beleid van radiostation Echo Moskvy, dagblad Novaja Gazeta of tv-zender Dozjd (Regen) stuitten op actief verzet van de medewerkers, waarna, hoe vreemd ook, het gezag terugkrabbelde. Met zakenblad RBK [RosBiznesKonsalting – ‘Russisch Zakenconsult’, red.] verliep het anders. In mei 2016 werden twee hoofdredacteuren, Elizaveta Osetinskaja en Roman Badanin, gedwongen op te stappen. Formeel na wederzijdse instemming, maar meerdere bronnen bevestigden dat artikelen van RBK het ongenoegen van het Kremlin hadden gewekt.

Taboethema's

Begin juli 2016 riepen de nieuwe hoofdredacteuren van RBK de redactie bijeen voor een gesprek. Een letterlijke weergave van dat gesprek belandde in de pers. De nieuwe hoofdredacteuren vergeleken de verhouding van de media tot het Kremlin met verkeersregels waarbij bestuurders voor bepaalde overtredingen (het negeren van een dubbele doorlopende streep) hun rijbevoegdheid kwijtraken. De nieuwe leiding benutte deze metafoor om aan te geven dat sommige thema’s bijzonder veel ergernis wekken in het Kremlin. Op de vraag van een journaliste van RBK ‘welke thema’s voor het Kremlin een dubbele doorlopende’ zijn, antwoordde de van zijn stuk gebrachte mediamanager: ‘Helaas, dat weet niemand’.

screen shot 04 23 19 at 04.20 pmOp de website Meduza werd de besloten bijeenkomst van de hoofdredactie met de redactie van RBK gepubliceerd.

Sindsdien is de frase ‘dubbele doorlopende’ een begrip geworden dat verwijst naar de structurele relatie tussen gezag en pers in Rusland. Officieel is er geen censuur natuurlijk, dus elke redacteur moet zelf maar raden welke thema’s voor het Kremlin ‘categorisch ontoelaatbaar’ zijn, zoals bijvoorbeeld het zoveelste onderzoek van oppositieleider Navalny dat op internet miljoenen keren wordt bekeken. Maar als het onderzoek nu een maatschappelijk gewichtig thema aansnijdt? Dan dienen de kranten erover te schrijven, ook al wekt dit extreem ongenoegen bij de autoriteiten.

Natuurlijk voldoen zulke relaties niet aan de opvattingen over persvrijheid en onafhankelijke media in de Europese gemeenschap. Het probleem is dat het vrije woord zich in de Russische samenleving nooit tot een fundamentele waarde heeft ontwikkeld – vandaar dat schendingen van deze norm geen massale verontwaardiging wekken. Feitelijk is de regel van de ‘dubbele doorlopende streep’ er een uit de oude sovjet-praktijk. Ze wekt herinneringen aan het ‘klassezintuig’, dat irrationele vermogen van de homo sovieticus om aan zijn water te voelen wat er gezegd kon worden. 

Dagblad Vedomosti was trouwens tot 2015 volledig in handen van buitenlandse investeerders. Het werd uitgegeven door het Finse Sanoma Independent Media, in samenwerking met de Engelse Financial Times en de Amerikaanse Wall Street Journal. De firma’s bezaten ieder 33 procent van de aandelen. Maar in de herfst van 2014 werd de wet ‘Over massamedia’ geamendeerd, waarna buitenlanders niet meer dan 20 procent van Russische media in bezit mochten hebben. De media noemden deze aanpassing ‘de wet van dagblad Vedomosti en het tijdschrift Forbes’, omdat dat de twee bladen waren die over serieuze sociaal-politieke en economische thema’s schreven. Bladen met buitenlands kapitaal waren gedwongen op zoek te gaan naar Russische investeerders.

pensioenprotest september 2018Pensioenprotest, september 2018. Op linkerbord Magere Hein die zegt: 'Ik kom eerder dan het pensioen'. Foto Wikimedia

Mediacontrole bestaat vandaag de dag dus op twee niveaus. De machthebbers gaan uit van de beeldvorming uit de late Sovjet-Unie: dat de Russische maatschappij bestaat uit twee ongelijke delen. Er is een loyale meerderheid (het volk) en een ontevreden minderheid (intelligentsia en middenklasse). Met deze bevolkingsgroepen moet op verschillende manieren worden omgegaan. Tv-uitzendingen zijn er voor de grote massa, en voor de plukjes ontevredenen wordt er een gecompliceerder wereldbeeld getolereerd in kranten en op internet.

Dit schema heeft gefunctioneerd tot 2018. Maar na de pensioenhervorming lijkt het of de ontevredenen niet langer in de minderheid zijn. De machthebbers staan voorlopig niet toe dat de boodschap op tv verandert – ze weten nog goed hoe de perestrojka begon met het televisieprogramma Vzgljad (Blik) – maar sluiten compromissen als het gaat om kranten en tijdschriften.

Het Kremlin is er kortom nog steeds van overtuigd dat de stemming van de massa te sturen valt, niet alleen met behulp van grove agitatie, maar ook door subtielere manipulaties. Elk segment van de samenleving heeft nu zijn eigen speelgoed. Maar is het ook op de lange duur mogelijk zo’n gecompliceerde kunstmatige constructie in de hand te houden? Dat is de grote vraag, en niemand weet of zo’n controle effectief blijkt bij een machtstransitie.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.