Duel in rechtbank: machtige Setsjin beticht van vuil spel

Het smeergeldproces tegen ex-minister Aleksej Oeljoekajev bereikt zijn climax. Rosneft-topman Igor Setsjin zegt dat de minister koffers vol met geld heeft aangenomen, Oeljoekajev beticht de olieman van uitlokking. Wist de minister dat er 2 miljoen dollar in de koffers zat? De uitkomst van het proces is van belang voor de machtsverhoudingen binnen het Kremlin. Houdt Setsjin de vrije hand bij zijn strategie om de monopoliepositie van staatsbedrijf Rosneft verder uit te bouwen?

door Hubert Smeets

Wordt de strafzaak tegen ex-minister Oeljoekajev een uur der waarheid voor de markteconomie in Rusland? Of zal blijken dat de verdachte toch kansloos is, omdat hij geen steun heeft in het Kremlin?

Lang leek het er op dat het laatste scenario zich zou voltrekken. Tegenover oud-bewindsman Aleksej Oeljoekajev van Economische Zaken stond immers Igor Setsjin, een van de machtigste staatsondernemers van Rusland. De bestuursvoorzitter van energieconcern Rosneft (Russische olie) kreeg tot nu toe bijna altijd alles voor elkaar. Het was Setsjin die ervoor zorgde dat Rosneft kon expanderen door goedkoop allerlei concurrerende olieconcerns in te lijven. Dus waarom zou het hem nu niet weer lukken?

Maar sinds het proces tegen Oeljoekajev medio augustus daadwerkelijk in een Moskouse rechtbank van start is gegaan en de ex-minister op de eerste zittingsdag ongeremd heeft verklaard dat de zaak tegen hem een uitgelokt opzetje is van Setsjin, is dit script geen uitgemaakte zaak meer. Setsjin kan zich door die uitlatingen van Oeljoekajev niet langer verschuilen achter het justitiële apparaat, dat Oeljoekajev liet oppakken. 

Dinsdag 5 september komt het uur der waarheid. Dan wordt de topman van Rosneft gehoord als getuige à charge. Andere belangrijke getuigenverklaringen blijven vooralsnog uit. Moskou verwacht die dag daarom een high noon tussen Setsjin en Oeljoekajev. Of de rechtbank voluit durft te gaan en de verdediging ruimte geeft voor een kruisverhoor, moet nog blijken. Hoe dan ook, Setsjin gaat spreken. Tot nu toe zweeg hij, omdat de zaak onder de rechter is maar vooral omdat de ceo van Rosneft deed voorkomen alsof hij slechts getuige was. Vanaf nu is het ‘woord tegen woord’, zoals het in het Russische jargon heet.

OeljoekajevTaiwanNews 2
Aleksej Oeljoekajev voor de rechter, augustus 2017. Foto Taiwan News

Op heterdaad met zakken geld

Aleksej Oeljoekajev werd op 14 november 2016 gearresteerd omdat hij hoogstpersoonlijk 2 miljoen dollar aan steekpenningen zou hebben aangenomen. Volgens de aanklacht had Oeljoekajev het smeergeld in contanten. De 2 miljoen dollar zat in twee aktetassen, die Oeljoekajev op het kantoor van Rosneft in handen werden gegeven, waarna hij, op heterdaad betrapt, werd aangehouden.

In de vroege ochtend van 15 november maakte de federale recherche de arrestatie al bekend. Dezelfde dag nog werd hij ontslagen als minister van Economische Zaken, een post die hij vanaf juni 2013 bekleedde. Voordien was Oeljoekajev bijna tien jaar vicepresident van de Centrale Bank van Rusland geweest.

Tijdens de eerste zittingsdag op 16 augustus deed Oeljoekajev zijn mond open. De zaak was, zei de ex-minister, een opzetje geweest van Rosneft-topman Igor Setsjin zelf en zijn hoofd beveiliging Oleg Feoktistov.

Volgens Oeljoekajev belde Setsjin hem persoonlijk met het verzoek naar Rosneft te komen om daar enige bedrijfskwesties te bespreken. Aangekomen op het hoofdkantoor kreeg hij twee tassen met dollars toegestopt: door Setsjin dan wel door Feoktistov. Vandaar dat zijn vingerafdrukken zijn gevonden op de twee tassen, die elke ongeveer 10 kilo wogen. Op weg naar zijn auto liet e Feoktistov hem arresteren. Oeljoekajev verklaarde voor de rechter dat Feoktistov deze ‘provocatie’ in opdracht van Setsjin had moeten uitvoeren.

In november 2016 was Feoktistov nog geen drie maanden hoofd beveiliging van Rosneft. Voordien werkte hij ruim twaalf jaar bij de staatsveiligheidsdienst FSB, zo berichtten enkele kranten, zoals de Novaja Gazeta. Als FSB’er was Feoktistov onder meer betrokken bij de zaak tegen gouverneur Nikita Belych van het district-Kirov in de Oeral. Belych werd in juni 2016 wegens corruptie aangehouden, net als Oeljoekajev ook op heterdaad betrapt. In een hotel in het centrum van Moskou zou hij 400.000 euro cash in ontvangst hebben genomen. Ook in andere corruptiezaken in hoge politie- en justitiekringen had deze FSB-generaal de hand. Zijn dienstbetrekking bij Rosneft was van korte duur. Sinds maart 2017 werkt hij niet meer bij het energieconcern. Ook bij de FSB zou hij niet meer op de loonlijst staan.

De FSB zou Oeljoekajev al langer op de korrel hebben gehad, mede dankzij een tip van Andrej Kostin, bestuursvoorzitter van de bank VTB, waar de minister lid was van de raad van commissarissen. Maar Kostin noch Feoktistov stond aanvankelijk op het lijstje om tegen Oeljoekajev te getuigen. Feoktistov heeft hartklachten en eerdere getuigenissen van Kostin kwamen zelfs niet meer voor in de aanklacht. Vandaar dat het leek te gaan om het woord van Oeljoekajev tegenover dat van Setsjin. Pas op het laatste moment heeft de openbare aanklager kennelijk het roer omgegooid. Feoktistov zou nu wel zijn opgeroepen, samen met een kleine dertig aandere getuigen à charge, liet een raadsvrouwe van Oeljoekajev weten tijdens de zitting van de rechtbank van vrijdag 1 september, waar de zaak vijf dagen werd verdaagd. Maar het fijne wist ook zij er niet van. De verdediging heeft maar beperkt toegang tot het strafdossier, klaagde ze.

Basjneft en andere zaken

Omdat rechtszaken op dit hoge niveau in Rusland vaak een politieke component hebben, is het niet alleen de vraag wat er waar is van de beschuldigingen aan het adres van Oeljoekajev. Even belangrijk is wat er op de achtergrond speelt: is de minister indertijd gearresteerd omdat hij Rosneft in de weg zat bij de overname van de kleine oliefirma Basjneft of bij Setsjins pogingen om een minderheidsbelang aan (buitenlandse) investeerders te slijten? Rosneft en Economische Zaken hadden in 2016 namelijk veel met elkaar te maken.

Setsjin wilde dat jaar allereerst Basjneft (Basj-olie) inlijven. Dit regionale oliebedrijf uit de deelrepubliek Basjkirostan aan de Volga, was tot 2014 een dochteronderneming geweest van het concern Sistema. Mede dankzij protectie van de oude Moskouse burgemeester Joeri Loezjkov had de voormalige gemeenteambtenaar Vladimir Jevtoesjenkov de onderneming Sistema kunnen ontwikkelen tot  een breed conglomeraat met een immense vastgoedportefeuille en belangen in onder meer telecommunicatie, de bancaire sector, biomedische bedrijven, toerisme en media. Via Basjneft had Jevtoesjenkov ook een beetje greep op de oliemarkt in Rusland. Na het ontslag van Loezjkov in 2010 verloor Jevtoesjenkov echter zijn belangrijkste beschermheer en kon Basjneft een prooi worden voor de concurrenten. Dat werd In 2014 duidelijk. Nadat grootaandeelhouder Jevtoesjenkov kort daarvoor was gearresteerd op verdenking van witwassen, werd Basjneft uit Sistema getrokken en door de staat genaast.

Deze aanpak van Sistema en Basjneft was een variant op de ontmanteling van het olieconcern Yukos van Michail Chodorkovski, de oligarch die in 2003 werd gearresteerd wegens belastingfraude, tien jaar vast zat en intussen Yukos kwijtraakte aan hetzelfde Rosneft. Weliswaar werd de oprichter van Sistema, anders dan Chodorkovski, naderhand wel gezuiverd van de aanvankelijke verdenking van witwassen, toch moest Jevtoesjenkov zijn oliepoot uit handen geven. 

Vanaf het moment dat Basjneft was genationaliseerd, aasde Setsjin op deze kleinere speler op de markt. In 2016 moest de verkoop van Basjneft zijn beslag krijgen. Omdat het bij de verkoop van Basjneft niet ging om twee marktpartijen maar om twee staatsbedrijven – en dus om een financiële transactie binnen het overheidsdomein – moest de regering in de persoon van Oeljoekajev een overname mede fiatteren. De vestzak/broekzak-deal, die Setsjin op het oog had, zou de overheid materieel weinig opleveren, maar wel de monopoliepositie van Rosneft op de energiemarkt vergroten. Het ministerie van Economische Zaken had daarom kenbaar gemaakt dat het de aankoop van Basjneft door Rosneft ‘ongewenst’ vond. Setsjin ging Oeljoekajev als een sta-in-de-weg zien. Dit zou kunnen verklaren dat Setsjin via zijn 'huisbankier' Kostin bij de FSB had bepleit dat de staatsveiligheidsdienst nu ook de minister een ‘staart’ zou geven (zou gaan volgen), in de hoop hem zo als tegenstander uit te kunnen schakelen.

Igor Sechin Vladimir Putin Rex Tillerson 2012 06 15 01
Igor Setsjin (links) met president Poetin en Exxon-ceo Rex Tillerson, nu Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken. Foto Wikimedia

Privatisering Rosneft

Maar er is ook een ander scenario denkbaar. Tijdens de arrestatie van Oeljoekajev in november 2016 was de overname van Basjneft door Rosneft namelijk al rond. Onder druk van het Kremlin had Economische Zaken zijn verzet tegen de transactie opgegeven. Het 'nee' van Oeljoekajev was dus niet meer relevant.

Maar dat wil niet zeggen dat de minister helemaal geen rol meer speelde in de strategie van Setsjin. De ceo had eind 2016 een nog veel belangrijkere prioriteit op zijn agenda staan: de gedeeltelijke privatisering van Rosneft zelf. Voor Rosneft was het eind 2016 van levensbelang dat het een minderheidspakket van de aandelen zou kunnen verkopen aan (buitenlandse) investeerders. De winstgevendheid van het staatsbedrijf blijft achter bij de omzet. Op de wereldranglijst van het Amerikaanse zakenblad Forbes staat Rosneft qua omzet op de 81ste plaats, maar qua bedrijfsresultaat slechts op de 214de plek.

Alleen met extra geld zou het de investeringen kunnen doen die nodig zijn om de rentabiliteit te verbeteren. Maar door het onvoorspelbare ondernemingsklimaat in Rusland en door de Europese en Amerikaanse sancties, die het steeds moeilijker maken voor Russische (staats)bedrijven om hun ondernemingen buiten Rusland te (her)financieren, kon ook Rosneft geen geld vinden voor de onontbeerlijke diepte-investeringen.

Journalist Konstantin Gaaze oppert daarom in een artikel voor Carnegie Centrum Moskou de hypothese dat Oeljoekajev, ook na de deal met Basjneft, nog steeds moest worden uitgeschakeld. Volgens Gaaze was hij een belemmering voor Setsjins plan om via een sluikweg vreemd geld aan te trekken.

De noodzaak om investeerders te vinden werd ook om andere redenen in 2016 nog dringender. Door de relatief lage olieprijs was de nettowinst gedaald en daarmee ook het dividend voor de Russische staat, die sinds 2014 weer kampt met een structureel begrotingstekort. Verkoop van een substantieel aandelenpakket was daarom voor zowel Rosneft als de Russische staat van groot belang. Dat project moest vóór begin 2017 voor elkaar zijn.

Maar zo eenvoudig was dat niet, want er waren geen geïnteresseerde kopers van buiten. Pas in december 2016 slaagde Setsjin er op de valreep in om een pakket van 19,5 procent aan buitenlandse investeerders te verkopen voor 10,2 tot 10,5 miljard euro. Het werkelijke bedrag is onduidelijk, omdat koper en verkoper twee verschillende bedragen noemen.

Dat is niet de enige vaagheid in deze spectaculaire deal, die Setsjin op zijn conto kon schrijven. De transactie zelf is ook met talrijke onduidelijkheden omgeven. Het pakket van 19,5 procent is volgens de officiële berichten gekocht door het Qatarese staatsinvesteringsfonds Qatar Investment Authority en de Zwitsers/Britse handelsfirma Glencore. Hoeveel Qatar Investment Authority daadwerkelijk in het minderheidspakket steekt, is echter niet bekend omdat de transactie mede is betaald door onbekende investeerders.

De financiële begeleiding hiervan is in handen van de Italiaanse bank Intesa Sanpaolo, die de transactie financiert met een lening van 5,2 miljard euro. Ook de Russische VTB speelt een rol voor Qatar. Topmannen Antonio Fallico (Intesa Sanpaolo) en Andrej Kostin (VTB) hebben hiervoor in de lente van 2017 van president Vladimir Poetin een lintje en een eerbewijs gekregen. Maar volgens sommige bronnen, onder wie de Amerikaanse journalist John Helmer, is de hoofdmoot van die 5,2 miljard helemaal niet door Intesa Sanpaolo aangetrokken, maar vergaard bij de Russische Centrale Bank en vervolgens via-via doorgesluisd naar de Italiaanse bank.

Daarbij blijft het niet. Ook het Europese en Amerikaanse sanctiebeleid is aan de orde. De kopende partijen beroepen zich er op dat ze al lang op de Russische markt actief zijn en dat het om bestaande activiteiten gaat. Daarom zouden de westerse sancties volgens hen niet van toepassing zijn op deze transactie.

Lang leken ze gelijk te krijgen, maar ruim een half jaar na dato, toen Intesa Sanpaolo ook bij een vijftiental westerse banken aanklopte om deel te nemen in de lening voor de financiering van de overname,  begonnen toch twijfels te rijzen. Volgens het Britse persbureau Reuters is een aantal van deze banken afgehaakt, omdat ze niet zeker weten of hun participatie nog wel in overeenstemming is met de jongste aanscherping van de Amerikaanse sancties waartoe het Congres in Washington in juli heeft besloten.

Dat was in november 2016 allemaal natuurlijk nog niet bekend. Wel was toen duidelijk dat de regering van premier Dmitri Medvedev niet of nauwelijks bij de op handen zijnde transactie werd betrokken. De deal was een zaak van het Kremlin en Setsjin. Dat moest zo blijven. Voorkomen moest dus worden dat Oeljoekajev roet in het eten kon gooien, is de hypothese van onder anderen Konstantin Gaaze. De arrestatie van de minister was een signaal dat de zogeheten ‘siloviki’ (de gewapende machtsministeries en hun bondgenoten in verschillende economische sectoren) de baas waren en dat de ‘loyale’ staatsliberalen (het financieel-economische blok in de regering en de marktsector) geen illusies moesten gaan koesteren.

Achter de coulissen in het Kremlin

Afgaande op het verloop van de strafzaak tegen Oeljoekajev is deze strijd tussen beide kampen echter niet beslecht.

Gaaze onderscheidt twee groepen die in de coulissen van het Kremlin om de macht strijden. De eerste groep adoreert Poetin en eist in ruil daarvoor niets terug. Deze ‘soort’ mijdt de openbaarheid, maar doet wel ongestoord zijn eigen zaken. Bij deze groep horen bijvoorbeeld de gebroeders Rotenberg, judopartners van de president die opmerkelijk veel monopolistische uitbestedingen van de staat (zoals het rekeningrijden voor vrachtwagenchauffeurs) in de wacht slepen.

De tweede groep noemt Gaaze de ‘huurlingen’, de ‘technocraten, managers en kannibalen in de Kremlin-jungle’ die niet door emoties worden gedreven maar gewoon zaken willen doen. Beide groepen koesteren argwaan jegens Setsjin, die voor allen te dicht bij de ‘troon’ vertoeft en het zich zelfs kan veroorloven om Poetin eigener beweging op zijn vakantieadres of een ander buitenverblijf op te zoeken.

Ook Jevgeni Mintsjenko plaatst de zaak-Oeljoekajev in de context van interne strijd om ‘moderniseren’ of ‘mobiliseren’. Mintsjenko is directeur van een gelijknamig PR Adviesbureau dat in het verleden voor de president heeft gewerkt. Hij bedacht de term ‘politbureau 2.0’ om de clans rond het Kremlin te typeren,  Volgens Mintsjenko maken verschillende groepen zich op voor een verschuiving in de machtsbalans, die onvermijdelijk is rond de presidentsverkiezingen van maart volgend jaar. Twee kampen staan daarbij tegenover elkaar en lobbyen bij de minder uitgesproken groepen om steun, zei hij in een analyse voor de radiozender Echo Moskvy.

Een groep bestaat uit premier Dmitri Medvedev, burgemeester Sergej Sobjanin van Moskou, ex-minister Aleksej Koedrin van Financiën en Spaarbankdirecteur German Gref. Dit zijn de mensen die Rusland willen ‘moderniseren’. De andere groep bestaat uit siloviki: minister Sergej Sjojgoe van Defensie, procureur-generaal Joeri Tsjajka, commandant Viktor Zolotov van de nieuwe Nationale Garde en directeur Sergej Tsjemezov van het staatsconcern Rostech. Poetin-loyalisten als Igor Setsjin, parlementsvoorzitter Vjatsjeslav Borodin (voormalig hoofd van de presidentiële administratie) en Arkadi Rotenberg zouden hun positie nog niet hebben bepaald, aldus Mintsjenko.

In beide kampen is volgens Mintsjenko niettemin kritiek op Setsjin te horen. Met zijn agressieve en ondoorzichtige overnamestijl en met zijn rol bij de arrestatie van minister Oeljoekajev zou hij het investeringsklimaat in Rusland een slechtere naam hebben bezorgd.

Deze overlapping van beide kampen is een van de redenen waarom de uit Rusland vertrokken econoom Vladislav Inozemtsev liever geen onderscheid meer maakt tussen ‘liberalen’ en ‘siloviki’. Beide kampen, ook Oeljoekajev zelf, zijn volgens Inozemtsev verantwoordelijk voor de ‘doodlopende straat’ waarin de Russische economie zich, ondanks wat sectorale opbloei, structureel bevindt. ‘In beide huizen heerst de pest,’ aldus Inozemtsev.

Dat moge zo zijn, ook ten tijde van de pest is niet iedereen gelijk. Dankzij de geprivilegieerde positie van Igor Setsjin – de ‘tassendrager van Poetin’, zoals Koedrin hem in 2004 nog enigszins neerbuigend beschreef – kon Rosneft in nog geen vijftien jaar uitgroeien tot het zesde energiebedrijf ter wereld. Afgaande op de jaarlijkse lijst van Forbes gaan alleen Exxon, Shell, China Petroleum, Total en Gazprom het Russische bedrijf voor. Aan dat succes ontleent Setsjin zijn macht. Als Setsjin nu voor de rechtbank ‘zonder aarzeling’ wordt verhoord, is dat een slag voor de uitzonderingspositie die de ceo van Rosneft zich tot nu toe permitteert, denkt Konstantin Gaaze.

Politburo2015
Politbureau 2.0 anno oktober 2015. Illustratie naar gegevens Minchenko Consulting

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.