Islam Karimov (1938-2016)

Onder de langdurige dictator kreeg het jihadisme geen poot aan de grond in Oezbekistan. Nu Karimov wegvalt dreigt instabiliteit in het dichtstbevolkte land van Centraal-Azië.

door Hubert Smeets

Een kwart eeuw wist Islam Karimov in Oezbekistan met harde hand de deksel op de ketel te houden. De Oezbeekse president werd er niet alleen om gekritiseerd maar ook geprezen. Dankzij hem zouden het jihadisme van Al-Qaeda en IS nooit een poot aan de grond hebben gekregen in deze islamitische voormalige Sovjetrepubliek, zo luidde het compliment al die jaren.

Maar nu Karimov tijdens de feestelijkheden rond de 25ste verjaardag van de onafhankelijke staat is overleden, zal blijken of zijn repressieve bewind stand houdt in Oezbekistan, met ruim dertig miljoen inwoners het dichtstbevolkte land van het toch al instabiele Centraal-Azië.

Nu moet duidelijk worden of de doorsnee van de bevolking die nooit een andere leider heeft gekend – de gemiddelde leeftijd is er 27 jaar – hem dankbaar is voor de schone schijn van stabiliteit of juist niet. Religieuze, etnische, sociale en politieke conflicten zijn tijdens zijn regime namelijk onopgelost gebleven. De fundamentalistische islam gromt in Oezbekistan onder de oppervlakte. Aan de grenzen met Kazachstan, Turkmenistan, Kirgizië en Afghanistan broeien kleinere en grotere conflicten tussen verschillende bevolkingsgroepen. In het land zelf zijn de kleinere clans gefrustreerd dat ze nooit hun graantje hebben kunnen meepikken. En het volk staat intussen buitenspel. Een derde is werkloos, een tiende werkt in den vreemde als gastarbeider in met name Rusland.

Tijdens zijn leven waren dit soort existentiële vragen ongepast. Tot zijn dood werd Karimov in Oezbekistan met mythische grootheid omgeven. Hij liet zich adoreren alsof hij de hedendaagse Amir Timoer was, de Turkse heerser Tamerlan uit de buurt van het latere Samarkand die in de veertiende eeuw Centraal-Azië hardhandig aan zich onderwierp.

De „wilskrachtige, zelfverzekerde en moedige” Karimov was niets meer of minder dan „initiator van een historische transformatie”, zo heette het in de vele lofdichten op de president. Dat de president intussen ook nog tijd had om zeven boeken, veelal dikke pillen, te schrijven, was logisch. Zijn simpele komaf kleurde de persoonlijkheidscultus verder.

Jeugdcriminaliteit

Islam Karimov werd in 1938 in de buurt van Samarkand geboren als zesde en een na jongste kind van vermoedelijk een arme Oezbeekse ambtenaar en een Tadzjiekse huismoeder. Volgens geruchten zou hij een adoptiekind zijn geweest en zijn eerste sporen in de jeugdcriminaliteit hebben verdiend. Feit is dat hij na zijn opleiding tot ingenieur/mechanicus op relatief jonge leeftijd, slechts 26 jaar, lid werd van de communistische partij van Oezbekistan. De lokale partij werd in die jaren geleid door Sjaraf Rasjidov, die het 24 jaar aan de top volhield. Rasjidov was in naam een communist maar feitelijk gewoon de leider van de Samarkand-clan, traditioneel de machtigste in Oezbekistan. Vandaar dat hij jarenlang een ongekende katoenfraude, waaraan de schoonzoon van Sovjetpartijleider Leonid Brezjnev meedeed, kon protegeren.

Karimov zette zijn eerste echt grote stappen naar de macht een kleine twintig jaar later. Pas na de dood van Rasjidov in 1983 steeg zijn ster. Karimov werd minister van financiën en later voorzitter van het staatsplanbureau, dat door de katoenaffaire geheel was gecorrumpeerd. Toen de glasnost elders in de Sovjet-Unie haar hoogtepunt bereikte, werd hij in 1989 partijleider van de Oezbeekse communisten en zo ook de machtigste man van het land, dat net als de meeste andere Sovjetrepublieken op 31 augustus 1991, na de mislukte coup tegen Gorbatsjov, zijn onafhankelijkheid van Moskou uitriep.

Karimov stak geen poot voor Gorbatsjov uit, maar trok wel de macht in Tasjkent naar zich toe toen de putsch in Moskou eenmaal was gesneefd. Nog in 1991 werd hij met 85 procent van de stemmen verkozen tot president.

Zonder serieuze tegenkandidaat – echte kanshebbers werd deelname geweigerd – herhaalde Karimov dat trucje in 2000, 2007 en 2015. Steeds werd hij met circa 90 procent herkozen.

Geïnstitutionaliseerde repressie

Karimov liet er vanaf het begin geen misverstand over bestaan dat Oezbekistan nooit een democratische rechtsstaat in westerse zin zou worden. Vanaf dag twee draaide hij de duimschroeven aan. De oppositie, aanvankelijk georganiseerd in de partijen Erk (Vrijheid) en Birlik (Eenheid), werd steeds drastischer bestreden. Buitenlandse journalisten werden soms gearresteerd en uitgewezen, zoals mij in 1993 overkwam als correspondent van deze krant. Dat smaakte naar meer. Wat begon met structurele intimidatie, variërend van verboden en arrestaties, eindigde met mishandeling, ontvoering en zelfs regelrechte moord. Volgens een rapport van de Verenigde Naties werd de repressie „geïnstitutionaliseerd, systematisch en onstuitbaar”.

Het verweer van Karimov tegen kritiek in binnen- en buitenland was steevast dat Oezbekistan een broeinest voor (islamitisch) terrorisme kon worden als hij de teugels zou laten vieren. Net als in de buurlanden Tadzjikistan, waar na de onttakeling van de Sovjet-Unie een burgeroorlog ontbrandde, en vooral Afghanistan, waar na de Sovjet-invasie van 1979 moslimfundamentalisten de wind in de zeilen kregen.

Karimov kon ter rechtvaardiging van zijn aanpak ook verwijzen naar gevaar in eigen huis, bijvoorbeeld naar een grote aanslag in 1999 in het centrum van Tasjkent waarbij hij zelf doelwit zou zijn geweest. Die dreigingen hardden hem alleen maar meer. „Als jullie de wil niet hebben, geef mij dan een geweer: dan schiet ik ze zelf door hun hoofd”, zei Karimov een keer in het parlement, toen dat niet meteen meegaf met zijn eis om hem met meer macht te bekleden om de terroristen te bestrijden.

Terreurlijst

Wijs geworden door de Sovjet-ervaringen in Afghanistan keek de Oezbeekse president overigens niet alleen naar voormalig beschermheer Rusland om zijn eigen positie te verstevigen.

Na de aanslagen op de Twin Towers en het Pentagon van 11 september 2011 solidariseerde hij zich met de Verenigde Staten. De Amerikanen kregen bij Karshi een luchtmachtbasis voor hun operaties in Afghanistan. De Islamitische Beweging van Oezbekistan, die verdacht werd van de aanslagen in 1999, werd omgekeerd door de VS op de terreurlijst gezet. Dat verhinderde niet dat het Centraal-Aziatische land een belangrijk rekruteringsgebied bleef voor jihadi’s die over de halve wereld uitzwermden. Deze terreurgroep zelf week uiteindelijk uit naar Pakistan en Tadzjikistan, waar ze nog slechts een marginale rol leek te kunnen spelen.

In eigen land drukte Karimov elke vorm van tegenstand, ongeacht of die gewelddadig was of niet, hard de kop in, al dan niet onder het motto dat hij op die manier ook het internationale islamitische terrorisme bestreed. Zo werd in 2005 een demonstratie in Andijon, een bestuurscentrum in de van oudsher rebellerende Fergana Vallei, zonder mededogen uit elkaar geschoten. Honderden lieten het leven. In de wereld van na 9/11 werd daaraan internationaal echter minder zwaar getild dan in de jaren negentig.

Intussen moest zijn eigen schoorsteen natuurlijk blijven roken. Behalve repressief was het bewind van Karimov daarom ook corrupt. Volgens het onderzoeksbureau Transparancy International is Oezbekistan, waar de belangrijkste economische sectoren (katoen, aardgas, goud) worden beheerst door de staat, corrupter dan Zimbabwe.

De eigen clan uit Samarkand en de Tasjkent-clan werden daarbij systematisch voorgetrokken. Zijn dochter Goelnara werd daarvan het symbool. Haar omkooppraktijken strekten zich uit tot Nederland. Pas toen ze te veel praatjes kreeg, werd ze uitgeschakeld en door haar eigen vader onder huisarrest geplaatst. Andere medestanders die hij niet meer loyaal genoeg achtte kwamen er minder genadig af dan zijn eigen kind. Potentiële concurrenten gunde hij geen ruimte, zelfs geen kiertje.

Dit beleid van harde repressie, clanvorming en corruptie verstikten het land meer en meer. Angst en haat gingen er hand in hand. Als de nieuwe bazen de zaak niet snel onder controle krijgen, is het denkbaar dat deze sentimenten nu een weg naar buiten zoeken. Islam Karimov probeerde de geest in de fles te houden. Zonder hem staat die op springen.