Breuk in de Russisch-Duitse romance

Amerika is het land waarmee Rusland zich wil meten. Maar Duitsland is het land dat er in Rusland meer toe doet. Ruim twee eeuwen waren Duitsers juist de steunpilaren van de autocraten in Rusland. Aan die romance komt nu een eind. Het besluit van Siemens om zich (voorlopig) uit Rusland terug te trekken, is daarvan een indicatie. En dat is volgens Lilia Sjevtsova belangrijker voor Europa dan de koers van president Trump.

door Lilia Sjevtsova

Rusland is geobsedeerd door Amerika. Maar er is nog een andere natie die op Rusland een enorme invloed heeft uitgeoefend, één die omwille van de Russische soevereine eigendunk als zodanig liever niet erkend wordt. We hebben het hier over Duitsland.

Het waren de Duitsers die Rusland hebben geregeerd; ze maakten deel uit van zijn klasse van officieren en kooplieden; ze gaven leiding aan wetenschap en universiteiten; ze voedden tsarenkinderen op; ze waren kolonisten in onontgonnen gebieden. In tsaristisch Rusland was bij tijden zo’n beetje de helft van de gouverneurs en bevelvoerders in de legerstaf Duitser. Het verhaal gaat dat toen tsaar Nicolaas I aan de bedwinger van de Kaukasus, generaal Jermolov, vroeg wat zijn liefste wens was, het antwoord was: ‘Majesteit, maak mij Duitser!’ De Duitsers schopten het ver in de Russische samenleving door hun talent, degelijkheid en trouw aan de troon (tot 1913 woonden er ongeveer 2,4 miljoen Duitsers in Rusland). Het Duitse aandeel in de versterking van het Russische staatsbestel is onmiskenbaar. De namen Von Krusenstern, Barclay-de Tolley en Osterman maken voorgoed deel uit van de Russische geschiedenis.

Toegegeven, evenmin als andere buitenlanders in dienst van het rijk hebben de Duitsers van Rusland een Europees land gemaakt. Ze verwesterden het Russische leven, maar het wezen van de despotie hebben ze niet aangetast.

Sophia Augusta Frederika van Anhalt-Zerbst, de latere tsarina Catherina de Grote, correspondeerde met de Franse filosoof Voltaire, maar beschouwde de Russische boeren als slaven. Vertegenwoordigers van het land dat de socioloog Max Weber voortbracht, met zijn theorie over gelegitimeerde macht en efficiënte bureaucratie, wisten zich met succes toegang te verschaffen tot een despotie die niet maalde om het recht. Dat wil zeggen, de Russische autocratie slaagde erin de verwestersing in te zetten ten bate van de tirannie.

Dampfturbine Laeufer01
Turbine van Siemens. Foto AG Siemens

 

Duits geld voor Rusland

De ‘Duitse factor’ was op diverse historische momenten misschien niet doorslaggevend voor de wegen die Rusland insloeg, van grote invloed was deze zeker.

Duitsland verschafte de bolsjewieken niet alleen de verzegelde treinwagon die Lenin naar Rusland vervoerde om zijn revolutie te starten, maar ook de financiële middelen om hun ‘revolutionaire doelen’ te verwezenlijken: vóór oktober 1917 betaalden de Duitsers hun elf miljoen goudmarken, en in oktober 1917 nog eens vijftien miljoen mark.

Na de revolutie van 1917 was Duitsland het eerste land dat economische betrekkingen met de USSR aanknoopte, waarmee het Rusland bevrijdde uit een wereldwijd isolement.

Gedurende tien jaar, van 1926-1936, voorzag Duitsland de USSR voor vier miljard mark aan industriële apparatuur en machines. In ruil leverde Moskou grondstoffen, landbouwproducten en goud. Duitsland droeg bij aan de opbouw van de wapenindustrie, alsook van de luchtmacht en marinevloot van de Sovjet-Unie. In de jaren twintig gaven 1.200 Duitse instructeurs onderricht aan Sovjet-marineofficieren. Duitse piloten testten nieuwe vliegtuigen op de legerbasis van Lipetsk en leidden sovjetpiloten op. Duitsers bouwden wapenfabrieken in Leningrad, Toela en Centraal-Azië. Duitsland verleende de Sovjet-Unie kredieten (in 1926 een krediet van 150 miljoen mark voor twee jaar en nog eens 150 miljoen mark voor vier jaar; in 1931 een krediet van 300 miljoen mark voor 21 maanden).

In 1935 verwierf de USSR het recht bij Duitse firma’s orders te plaatsen: voor 200 miljoen aan installaties, machines en goederen en voor 85,4 miljoen mark duizenden werkbanken. Duitse technologieën werden toegepast bij de productie van Sovjet-wapens en munitie, in de machinebouw, de chemische nijverheid en de metaalindustrie. Daarnaast kocht de Sovjet-Unie in Duitsland kant en klare legermodellen (houwitsers, luchtafweergeschut, tanks, trekkers). Voor onderzoeksdoeleinden werden ook vliegtuigen aangekocht: Heinkels, Junkers, Dorniers, Focke-Wulfs en Messerschmitts. Volgens Sovjet-onderzoekers ‘bewezen Duitse installaties en technieken de Sovjet-Unie trouwe diensten tijdens de oorlog en hielpen ze ook daarna bij de wederopbouw van het land’.

Op zijn beurt fungeerde Rusland als grondstoffenreservoir van Hitler (alleen al in 1940 sloot Moskou contracten met Berlijn voor de levering van zeshonderdduizend ton katoen, een miljoen ton graan en een miljoen ton olie aan Duitsland). De economische hulp van de Sovjet-Unie ondermijnde het Britse plan om Hitler-Duitsland aan een blokkade te onderwerpen. Na de oorlog onttrok de USSR onder de noemer van herstelbetalingen bezit ter waarde van meer dan zesenzestig miljard Oost-marken (15,8 miljard dollar) aan haar Duitse bezettingszone en later Oost-Duitsland. 72.000 wagonladingen aan bouwmaterialen, rond de drieduizend Duitse fabrieken, 96 elektriciteitscentrales, 340.000 werkbanken en 200.000 elektromotoren werden afgevoerd naar de Sovjet-Unie. Tweederde van de Duitse luchtvaart- en raketindustrie, alsmede duizenden Duitse specialisten (92 treinen vol met 6.000 Duitse specialisten en 20.000 familieleden) werden overgebracht naar de Sovjet-Unie.

ChicherinEnElHotelImperiaDeGnova1922 cropped
Sovjetminister Tsjitsjerin van Buitenlandse Zaken bij hotel Imperia in Rapallo anno 1922. Foto Wikimedia

Gas in ruil voor pijpen

Maar al die Duitse fabrieken en installaties waren veel minder – oneindig veel minder! – bepalend voor het lot van de Sovjet-Unie dan de strategische deal die Moskou in 1970 met Duitsland sloot: ‘Gas in ruil voor Pijpleidingen en Geld’. De Sovjet-Unie verplichtte zich toen om jaarlijks 3 miljard kubieke meter aardgas aan West-Duitsland te leveren. En Duitsland nam de verplichting op zich om voor de ontvangen brandstof te betalen met 1,2 miljoen ton buizen met een grote diameter voor de aanleg van een gaspijplijn naar het Westen (de Deutsche Bank zorgde voor financiële dekking en verstrekte een gunstige lening van 1,2 miljard mark).

Met financiële en technische hulp van Duitsland kon de Sovjet-Unie zich tot een energiegrootmacht ontwikkelen, iets wat ons lot voor decennia zou bepalen. Door Duitsland en later ook Europa ‘verslaafd aan aardgas’ te maken, werd de Sovjet-Unie tegelijk een ‘grondstoffenfiliaal’ van de Europese afnemers. De oriëntatie op de export van grondstoffen verlengde het leven van het disfunctionerende economische model. Als ‘benzinepomp van Europa’ hoefde het land niet te hervormen en kon men decennia lang gerieflijk ‘uit de gaskraan blijven tappen’. Wat was er zonder deze deal met de Sovjet-Unie gebeurd? Was de politieke nomenklatoera wellicht wakker geschud door armoede en gebrek, had zij een poging ondernomen het roestige bestel te hervormen?

‘De gasdeal’ maakte onderdeel uit van de beginnende Duitse Ostpolitik van kanselier Willy Brandt, die de spanningen tussen de Bondsrepubliek en het Oostblok, en vooral de Sovjet-Unie, moest wegnemen. Brandt en de Duitse sociaaldemocraten die hem steunden, hoopten op een ‘omslag door toenadering’, in de veronderstelling dat samenwerking hervormingen in de USSR zou vergemakkelijken (wat een naïviteit!). De Sovjet-Unie maakte desondanks geen transformatie door – ze verdween eenvoudig.

Ten aanzien van post-Sovjet Rusland werd de Ostpolitik hernieuwd met Duitse initiatieven als ‘Partners in naam van de modernisering’, die al evenmin bijdroegen aan de Russische modernisering.

Lobby in Duitsland

Vanaf het begin van de jaren zeventig kwam er in Duitsland een machtig netwerk van lobbyisten opzetten dat de buitenlandse politiek van het Kremlin ondersteunde in ruil voor economisch dividend. Binnen de NAVO lobbyde Berlijn voor de belangen van de Sovjet-Unie. Dankzij de kongsi van Gazprom, Ruhrgas en Deutsche Bank kon Moskou het ‘aardgasdictaat’ tot een politiek wapen omsmeden. De transfer van de voormalige Duitse bondskanselier Schröder naar Gazprom was een bevestiging van de gezamenlijke belangen van een deel van de Duitse en Russische elites.

Overigens viel het Duitse pragmatisme heel goed met idealisme te combineren. De Duitsers leken er oprecht op te rekenen dat hun toenaderingspolitiek Rusland in staat zou stellen een deel van Europa te worden. De politiek van Berlijn vergemakkelijkte ook werkelijk de terugkeer van Rusland in Europa, alleen niet doordat Rusland ging voldoen aan Europese maatstaven, maar via de integratie van de Russische renteniersklasse in de Europese maatschappij. Otto von Amerongen, voormalig voorzitter van de Ost-Ausschuss der Deutschen Wirtschaft zei ooit: ‘Als we ons verbinden door middel van een pijpleiding zal dat het politieke landschap in de Sovjet-Unie in positieve zin omvormen’. Von Amerongen had het mis: de ‘verbinding’ via de gaspijpleiding zorgde ervoor dat het nepotisme kon overleven terwijl zijn krachtbron uitgeput raakte.

VerdragMoskou1970
Bondskanselier Brandt en premier Kosygin tekenen verdrag BRB-USSR in 1970. Foto Wikimedia

Einde aan vrijage

Aan de lange vrijage tussen Duitsland en Rusland lijkt nu een einde te komen. Duitsland heeft zich niet kunnen neerleggen bij de Russische ‘privatisering’ van de Krim en de oorlog in de Donbas. Het moet voor het Kremlin een schok zijn geweest dat uitgerekend bondskanselier Merkel beslissend was bij het smeden van Europese eenheid in de sancties tegen Rusland. Ook van belang was de steun van de Duitse zakenwereld voor Merkel. Marcus Kerber, directeur-generaal van de Duitse Industriefederatie, verklaarde dat de federatie bereid was de overheidsrichtlijn te volgen, ‘ook al was het met een bezwaard gemoed’. Bijna een derde van de Duitse firma’s met Russische zakenbelangen, waaronder BASF en Opel, schortten in 2014 hun investeringen in Rusland op. En ook het besluit van Berlijn om een Duits bataljon toe te voegen aan de NAVO-troepenmacht in Litouwen als verdediging tegen Russische agressie onderstreept dat er een nieuwe wind waait. In de Duitse samenleving, die Rusland  traditioneel goed gezind is, is de stemming omgeslagen. In Duitsland zijn Rusland en Poetin momenteel weinig geliefd bij het grote publiek: volgens een enquête van het Pew Research Center heeft zeventig procent van de bevolking weinig op met Rusland (slechts 27 procent voelt sympathie voor Rusland), en 76 procent van de Duitsers heeft een afkeer van Poetin (tegen 23 procent Duitsers die Poetin wel mogen).

Natuurlijk is Duitsland om historische, geopolitieke en overige redenen niet op een confrontatie met Rusland uit. Maar zoals het er nu naar uitziet zal Duitsland niet eeuwig de steunpilaar van de Russische autocratie blijven, ondanks de bij tijden grote aandrang van een deel van de politici om Moskou in de armen te sluiten. En nu Amerika zijn belangstelling voor de omringende wereld aan het verliezen is, zal Duitsland voor het Westen meer en meer het richtpunt worden om zijn houding tegenover Rusland te bepalen. Een zware last en een zware verantwoordelijkheid.

Vertaling: Gerard van der Wardt

Zie ook Lilia Sjevtsova op Facebook

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.