De terugkeer van Leonid Brezjnev

De veelbelovende groei van de Russische economie in het eerste decennium van deze eeuw stagneert al negen jaar. Van concurrentie en particulier bedrijfsleven is steeds minder over, het aandeel van staatsbedrijven groeit maar door. Poetins buitenlandse politiek torpedeert het klimaat voor investeringen. Door op deze weg voort te gaan zullen de uitgaven voor defensie en veiligheid verder stijgen. Een dergelijk beleid heeft Brezjnev en de Sovjet-Unie de das om gedaan, waarschuwt economisch publicist Boris Grozovski.

door Boris Grozovski

Voor het plezier Vladimir Poetin 18 jaar als leider te hebben heeft Rusland een hoge prijs betaald. Het tweede decennium bleek verloren voor de economische ontwikkeling. Het bestuur van Vladimir Poetin kan in twee gelijke helften worden verdeeld: de eerste negen jaar waren uitstekend  voor de economische groei, de tweede negen waren verschrikkelijk.   

In het begin van de jaren 1990 werden de moeilijkheden van de overgang naar een markteconomie grotendeels veroorzaakt door fouten uit de jaren 1970-1980: het aandeel van het militair-industrieel complex en de zware industrie in het BNP was veel te groot en het sociaal beleid veel te gul. Omgekeerd was de snelle groei van de economie in de eerste helft van de jaren 2000 niet in de laatste plaats te danken aan het feit dat er in het voorafgaande decennium de institutionele basis was gelegd voor een markteconomie.

In het begin van de jaren 2000 voerde Poetin enkele hervormingen door, die de groei van de economie bervorderden. Maar het beleid veranderde spoedig. Vanaf 2003 kreeg de staat steeds meer belangstelling voor het inpikken van het bezit van particuliere bedrijven. En vanaf 2008 ging de staat zich op soortgelijke manier gedragen tegenover voor de grijp liggend gebied in buurlanden. Het effect was niet meteen zichtbaar. Maar het was er wel: de tweede periode van negen jaar van Poetins bestuur groeide de economie in totaal minder dan het gemiddelde per jaar in de eerste periode.   

Energieke start

Zoals veel autocraten startte Poetin energiek: hij instrueerde German Gref (minister van economische ontwikkeling van 2000-2007) om de economie te dereguleren, dezelfde regels voor iedereen te maken en de belastingdruk te verlagen. De overige omstandigheden werkten optimaal mee. Eindelijk droegen de markthervormingen van de jaren 1990 vrucht: tien jaar na de start van de markthervormingen hadden de bevolking en het zakenleven geleerd om onder het kapitalisme te leven. De olie- en gasprijs steeg. Rond 2005 meenden veel Russische economen dat onze economie groeide op eigen kracht en niet door de stijging van de energieprijs en dat de afhankelijkheid tussen de olieprijs en de economische groei van Rusland kleiner werd. Maar de praktijk  weerlegde deze optimistische theorie.

Poetin nam zich voor om het BNP te verdubbelen en ‘Portugal in te halen’. Noch het één noch het ander werd gerealiseerd. En dit ondanks het feit dat het gemiddelde jaarlijkse groeitempo van het Russische BNP tussen 2000 en 2008, het tempo dat nodig was voor verdubbeling, heel dicht naderde. En ondanks het feit dat Portugal de afgelopen 20 jaar slecht scoorde; geen enkel jaar sinds 2000 groeide die economie zelfs maar 4%. Niettemin was de eerste periode van negen jaar Poetin in economisch opzicht indrukwekkend (zie tabel).

 

Gemiddeld groeitempo BNP p.j. 2000-2008 in %

Groeitempo opgeteld 2000-2008 in %

China

10,4

143,5

Rusland

7

83,2

India

6.8

79,8

Turkije

4,9

52,8

Brazilië

3,8

39,5

VS

2,3

23

Berekening op basis van IMF gegevens

Olie en gas werden in die tijd duurder en de roebel werd sterker, dus was Rusland heel aantrekkelijk voor buitenlandse investeringen. En als je kijkt naar de economische cijfers van de eerste jaren van Poetin in dollars dan ziet het er nog beter uit. Tussen 2000 en 2009 groeide het BNP per hoofd van de bevolking met meer dan zes keer: van minder dan $2000 tot bijna $12 500. In die jaren haalde Rusland, evenals China en India werkelijk de ontwikkelde landen in. Terwijl in 2000 het Russische BNP per hoofd van de bevolking 12 tot 15 keer lager was dan in Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië, was dat in 2008 minder dan 4 keer. China en India kenden weliswaar een hoog groeitempo, maar leken toch arme landen in de lichtgewicht-klasse. In 2008 was het Russische BNP gemeten in dollars nog altijd 3,5 keer zo hoog als het Chinese.

Rond 2005 kon je denken dat anders dan de pechvogels Gobatsjov en Jeltsin, het lot Poetin gunstig  gezind was: de olieprijs steeg, het recept van een snelle economische groei was gevonden. Nog een decennium zo groeien en Rusland zou het niveau van het BNP van arme Europese landen zoals Portugal naderen. De reële lonen (gecorrigeerd voor inflatie) stegen tussen 2000 en 2008 bijna 3,5 keer. Al moet daarbij gezegd worden dat zonder de stijging van de olieprijs de lonen maar met de helft omhoog waren gegaan. De olie- en gasinkomsten zorgden, kortom, voor bijna de helft van de groei van de Russische economie.

Anders dan de pechvogels Gorbatsjov en Jeltsin was het lot Poetin gunstig gezind

De (naar Europese maatstaven) grote bevolking en het groeitempo maakten de Russische markt buitengewoon aantrekkelijk voor producenten van auto’s, electronica en levensmiddelen. Het ene na het andere productiebedrijf, handelsfirma’s en banken vestigden zich in Rusland. Ze brachten niet alleen goederen en investeringen: ze importeerden technologie die noodzakelijk was voor het werken in een kapitalistische economie. In de jaren 1990 bestond er een gigantisch contrast tussen Russische en buitenlandse firma’s die in Rusland werkten, in werkelijk alles: van de financiële administratie tot de manier waarop goederen en diensten werden geproduceerd, van marketing tot bedrijfscultuur. Tegen 2010 waren die verschillen bijna uitgewist. Russische bedrijven hadden geleerd om in een concurrerende omgeving te werken. Althans waar zo’n omgeving bestond. Gazprom, de spoorwegen, de electriciteitsopwekking en het militair-industrieel complex bleven verschoond van concurrentie.

Aanval op Joekos

Investeerders zijn heel conservatief, ze reageren niet meteen. De eerste forse aanval op een particulier bedrijf deden de tsjekisten [zo worden de FSB’ers genoemd naar de eerste geheime dienst in de Sovjet-Unie, de Tsjeka, red.] al in 2003. Vervolgens ging Rosneft – dat zich vol had gevreten met activa van Joekos [de oliemaatschappij van de in 2003 gearresteerde Michail Chodorkovski, red.] het plan uitvoeren waarvan Chodorkovski had gedroomd: een geopolitieke oliepijp aanleggen naar China.

chodorkovski achter traliesJoekos-eigenaar Michail Chdorkovski werd in 2003 gearresteerd en in 2005 tot 9 jaar opsluiting veroordeeld.

Investeerders konden lange tijd niet geloven dat deze trend ook hen zou treffen. Analitici hingen de theorie aan dat ‘dekoelakisering’ [d.w.z. onteigening, red.] alleen diegene zou raken die politieke invloed nastreefde, staatsbezit privatiseerde en op agressieve wijze zo min mogelijk belastingen betaalde. Als je een bedrijf van de grond af opbouwde en je niet met politiek bemoeide, dan had je – dacht men – niets te vrezen.

Deze theorie werd spoedig  kort en klein geslagen door de geschiedenis met het mobiele telefoonbedrijf Evroset van Jevgeni Tsjitsjvarkin. Daarna volgden er nog vele andere verhalen die een boek zouden vergen om ze op te sommen. Stoere stalinistische tsjekisten maakten eind jaren 1920 korte metten met het particuliere bedrijfsleven en wisten in luttele jaren in het agrarische Rusland een hongersnood te veroorzaken.

Zonder beschermheer kun je je zaak gedag zeggen. En zetten ze je ook nog in het gevang

In het eerste decennium van deze eeuw pakten ze het slimmer aan. In het huidige Rusland is het, anders dan onder Stalin, toegestaan om te ondernemen. Maar het is een passief recht. Alleen degene die zich kan verdedigen dankzij zijn nabijheid bij een of andere laag machthebbers kan dat recht uitoefenen. Als je niet over zo’n schild beschikt of als een hogere piet dan jouw beschermheer zijn oog heeft laten vallen op jouw business, kun je je zaak gedag zeggen. En zetten ze je ook nog in het gevang.  

Staatssector dijdt uit

Vanaf 2007 gingen alle soorten ambtenaren de overheidsaankopen uitbreiden en staatsbedrijven vormen voor elke opdracht die ze moesten uitvoeren. Sotsji klaarmaken voor de Olympiade? Alsjeblieft: Olympstroj. Nanotechnologie ontwikkelen? Hier is Rosnano. Defensiebedrijven integreren? Kijk eens aan: Rostech. Houden we ons bezig met innovatie, dromen we van een Silicon Valley in de Russische vlakte? Dan pakt quasi-president Medvedev  het op en bouwt het innovatiecentrum Skolkovo naast de paleizen van hooggeplaatste functionarissen.

skolkovo instituut voor wetenschap en technologie Instituut voor wetenschap en technologie in Skolkovo.  Gebouwen staan er, maar van ambitie om eigen Silicon Valley te scheppen komt niets terecht.

Toen Skolkovo werd opgezet, droomde men dat in 2020 – nu nog anderhalf jaar weg – bij de innovatieve bedrijven op het terrein wel 50 duizend mensen zouden werken. Wat is er gebeurd? Er is een weg aangelegd , er zijn gebouwen neergezet en er is geld uitbetaald. In de staatseconomie is immers niet verdienen, maar uitgeven de hoofdzaak.  En uitgegeven hebben ze. Van de werkzaamheden van de staatsbedrijven hebben daarnaast het Onderzoekscomité en het Openbaar Ministerie erg geprofiteerd; er ontstond een groot werkterrein voor onderzoek naar corruptie. Ter vermijding echter van politieke schandalen kregen die onderzoeken maar zelden groen licht.

Het is resultaat is, zo schat de Federale Antimonopolie Dienst, dat tussen 2005 en 2015 het aandeel van de staat en de staatsbedrijven in de economie van 35% steeg naar 70% BNP.

Vermoedelijk is deze schatting te hoog, maar de toename van de staatssector is in verschillende branches evident. Volgens een publicatie in de zakenkrant Vedomosti is tussen 2003 en 2016 de omzet van staatsbanken in de bankensector gestegen van 35% naar 61% en in de energiesector van 30% naar 50%.

Bedrijven waarin de overheid deelneemt zijn niet efficiënt: hun omzet groeit, maar hun aandeel in de waarde van het Russische bedrijfsleven verandert praktisch niet: die bedroeg. tussen 2006  en 2016 47 tot 50%. En het aantal werknemers dat bij staatsbedrijven werkte, steeg in deze periode zelfs met 2,3 tot 5,8%. Opgeteld is het gewicht van de staatssector in de economie gestegen van 39,6% naar 46%. Maar met deze cijfers houdt de verderfelijke invloed van de staat op de economische groei niet op.

Privileges en 'particuliere staatsbedrijven'

Het gaat er niet alleen om dat de overheid inefficiënt is als eigenaar en bestuurder van economisch bezit. De hoofdzaak is dat zij niet in staat is om haar gespleten persoonlijkheid te overwinnen, waarbij zij tegelijk staatsbedrijven moet besturen en gelijke concurrentievoorwaarden met de particuliere sector moet handhaven.  Er wordt gekozen voor de eigen bedrijven, waardoor het hele economische leven wordt ontwricht.

Op elk niveau van het bestuur en in elke sector ontstaan geprivilegieerde firma’s, die overal slagen, waar de andere bedrijven met de overheid in gevecht zijn voor hun overleving. De uitkomst van deze strijd is voorspelbaar.  Er is ook een fenomeen onstaan dat in de statistiek lastig te meten is: ‘particuliere staatsbedrijven’. Zij zijn niet in de bovengenoemde cijfers meegeteld.  Particuliere bedrijven, toebehorend aan familieleden en vrienden van functionarissen, halen bijna al hun inkomsten uit opdrachten van de staat en staatsbedrijven en domineren in de meeste sectoren de Russische economie. Zij zijn het die pijpleidingen en stedelijke infrastructuur aanleggen, zij zijn het die huizen bouwen en graan verbouwen.

Door de toenemende rijkdom konden de Russische leiders het zich permitteren zich op de geopolitiek te storten. In de korte oorlog met het kleine Georgië in 2008 lukte het om Abchazië en Zuid-Ossetië af te pakken. De internationale gemeenschap mopperde zachtjes over die bliksemactie, maar daar bleef het wel bij. Het idee sancties in te voeren vergat men al snel en er volgde geen verslechtering van de relaties met het Westen.

Een slechter klimaat voor investeringen kun je niet verzinnen

Daarom konden de haviken in het Kremlin, toen zij ruim vijf jaar later hun Oekraïense avontuur planden, denken dat ook ditmaal het met een sisser zou aflopen. Te meer omdat de opzet niet veel anders was dan in 2008: jarenlang steun geven aan het streven naar nationale autonomie (de Krim, Abchazië), haat opstoken tegen een incompetent bestuur respectievelijk in Kiëv en Tbilisi en zonodig hulp bieden bij de verwezenlijking van reeds gerijpte separatistische plannen,  zowel met humanitaire als gewapende steun. Wanneer de lokale initiatieven onvoldoende kracht hebben (Zuid-Ossetië, Donbas), te hulp komen met troepen.

De internationale gemeenschap stond lang in de startblokken, maar nam toen toch de sprong. Anders dan het eerste avontuur van Poetin leidde het tweede tot een diepvries-relatie van Rusland met de rijke landen. Grote gemeenschappelijke projecten in de olie- en gaswinning werd stopgezet, Russische bedrijven met een connectie met de overheid werd het moeilijk gemaakt om buitenlandse financiering te krijgen. Hoofdzaak echter is dat westerse banken langzaam maar zeker alle Russische bezittingen als giftig leren te zien. Dit maakt het organiseren en sluiten van alle soorten deals uiterst lastig. Daarbij komt ook nog de onvriendelijke houding jegens buitenlandse bedrijven in Rusland: de tegensancties, de vervanging van import en protectionistische barrières, de voordelen die bij overheidsopdrachten aan de eigen bedrijven worden gegeven. Een slechter klimaat voor economische groei kun je niet verzinnen.

Laatste drie jaar zijn de lonen met 11% gedaald. Ontwikkelingslanden halen ons in

Het resultaat van het hierboven beschreven beleid is te zien in de tabel hieronder. In de tweede periode van negen jaar Poetin groeide de economie in totaal minder dan gemiddeld per jaar in de eerste periode. In vergelijking met andere landen is dit ook een bijzonder zwak resultaat, ofschoon het groeitempo in de VS, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en andere rijke landen tussen 2009 en 2017 ook heel laag was.  Maar in die landen hadden ze andere problemen: daar raakt de economie geleidelijk aan weer op stoom na de zware financiële crisis, die gigantische overheidsteun aan banken en huizenbezitters nodig maakte. Het veroorzaakte een sterke stijging van de staatschuld en bezuiniging op de overheidsuitgaven. Rusland had deze problemen nauwelijks. Wij kregen klappen van de daling van de olieprijs en onze eigen stommiteiten.

 

Gemiddeld groeitempo BNP per jaar 2009-2017 in %

Totaal groeitempo BNP 2009-2017 in %

China

8,1

101,3

India

7,4

89,9

Turkije

5,3

58

VS

1,6

15,3

Brazilië

1,2

10,4

Rusland

0,7

5,9

Cijfers op basis van IMF en nationale bureaus voor de statistiek

Een treurige uitkomst. Vandaag de dag is het BNP per hoofd van de bevolking (in dollars gerekend) in Rusland bijna 18% lager dan in 2008, ongeveer $10.250. Nog maar tien jaar geleden leek de achterstand van China volgens deze maatstaf  bijna onoverkomelijk  (namelijk 3,5 maal), nu haalt China ons met rasse schreden in. Het Chinese BNP per hoofd van de bevolking is inmiddels meer dan $8.500 en kan eerder boven ons niveau uitkomen dan Poetin zijn volgende termijn van zes jaar afmaakt. Turkije en Brazilië hebben Rusland bijna ingehaald, kortom, economisch gezien zijn wij veranderd van een zich succesvol ontwikkelend land met perspectief in een matige speler. Vier jaren achtereen dalen de reële lonen van de bevolking. In totaal zijn ze tussen 2014 en 2017 met 11% gedaald, zoals blijkt uit de gegevens van Rosstat.

Beste prestatie is lage inflatie

De geschiedenis van ontwikkelingslanden zit vol voorbeelden van militaristische autocratieën die al hun economische middelen inzetten voor defensie. Daaronder ook een flink aantal voorbeelden die tevens populistisch en protectionistisch zijn: het economisch resultaat van Argentinië is het afgelopen decennium niet veel beter dan dat van Rusland. Natuurlijk zijn wij ver verwijderd van zulke extreem falende landen zoals Venezuela en Zimbabwe. Poetin voert een verstandig begrotingsbeleid. Omdat hij bang is voor afhankelijkheid van kredietverleners, verruimt hij de staatsschuld nauwelijks en bewaakt het begrotingsevenwicht. Een van de grootste economische prestaties van de laatste tijd is de lage inflatie. In 2017 was voor het eerst in de post-sovjetperiode de inflatie minder dan 3%.  Wat er met de prijzen gebeurt als de economie opleeft, is de vraag.

Negen plus zes jaar stagnatie

Voorlopig is er geen enkel teken te bekennen van een opleving van de economie. Zelfs als het beleid onmiddellijk zou veranderen, zouden de factoren die de groei tegenhouden en die in de jaren 2003-2017 zijn geschapen, nog lang doorwerken. Het zal buitengewoon ingewikkeld zijn om van de buitenlands politieke weg waarin wij onszelf hebben begeven af te slaan. Het vervolgen van deze weg betekent een verdere stijging van de uitgaven voor defensie en de inlichtingendiensten en dit heeft de USSR van Brezjnev de das omgedaan. De periode van zes jaar Poetin kun je gerust optellen bij de afgelopen negen verloren jaren.

De uitkomst van ‘de rug rechten’ door Poetin zijn niet alleen de gewonnen oorlogen tegen Georgië en Oekraïne, maar ook het bedroevende verlies van de economische competitie met China en Turkije.  Daarna zullen we moeten wedijveren met India en Indonesië die langzaam naar de top kruipen van de ontwikkelingslanden. Zoals uit onze ervaring valt te leren, is armoede wel te regelen. Daarvoor hoef je alleen maar je best te doen. Maar uit hún ervaring valt te leren dat armoede een ziekte is die je kunt genezen. Daarvoor hoef je alleen de prioriteiten van je ontwikkeling te verleggen.

Dit artikel werd eerder in het Russisch gepubliceerd door het tijdschrift New Times onder de titel 'Het verloren decennium'

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.