De stagnatie onder Poetin is slechts te vangen in absurdisme

Twee nieuwe Russische films proberen een beeld te geven van de stagnatie van het Poetinisme. Petrov's Flu van toneelregisseur en filmer Kirill Serebrennikov, zelf een slachtoffer van het systeem, is een aaneenschakeling van radeloze hallucinaties, zag slavist Sander Brouwer. En De man uit Podolsk van Semjon Serzin toont een krankzinnig verhoor op een politiebureau dat doet denken aan Ionesco. 

serebrennikov petrovs fluStill uit Petrov's Flu van Kirill Serebrennikov

door Sander Brouwer

Wat moet de verbeelding, de kunst, met een Russische werkelijkheid die, althans buiten de glanzende zakenwijken in Moskou, zó contrasteert met het borstklopperige ‘wij zijn de machtigste en niemand hoeft ons iets te vertellen’ pattriottisme van (vooral) na 2014? Waarin de hersenspinsels van ‘buitenlandse agenten’ en ‘russofobie’ een eigen werkelijkheid zijn gaan vormen, die niet alleen kritische journalisten, maar ook de gewone burger de mogelijkheid ontneemt om zaken als corruptie, de leegloop van het platteland, de kwakkelende zorg, de economische uitzichtloosheid aan te kaarten?

Retoriek en werkelijkheid lopen zo ver uiteen dat literatuur en film weinig andere keus hebben dan óf die werkelijkheid presenteren ontdaan van enige retorische opsmuk, in zijn doelloosheid en redeloosheid, óf te vluchten in een anti-retoriek van absurditeit. Absurdisme is een uitstekende manier om aan de kaak te stellen dat je monddood wordt gemaakt. Als je op een poging om zelfstandig je positie te formuleren geen weerwoord kunt krijgen in een vrij debat, wordt elke reflectie een vorm van vrij associëren, en is het niet langer mogelijk om zin en onzin, logisch en absurd, te scheiden.

De eerste vorm wordt al een aantal jaren in de praktijk gebracht door schrijvers als Roman Sentsjin en Dmitri Danilov. Sentsjins indrukwekkende De Jeltysjevs (2009) is in 2015 in het Nederlands verschenen.

'De Jeltysjevs' van Roman Sentsjin

Een politieagent wordt ontslagen en trekt met zijn vrouw en zoon naar een boerderij in een dorpje, waar ze binnen de kortste keren wegzakken in het alomtegenwoordige moeras van onverschilligheid, agressie en immoraliteit. Alle handeling loopt op niets uit, iedereen gaat dood, net als in een tragedie, maar een onderliggend idee, iets van Lotsbeschikking of menselijke hybris zoals in de tragedie, ontbreekt ten enenmale. Medeleven of huiver bij de lezer wordt ook niet opgewekt, alleen een dof besef van dat dit nou eenmaal is hoe het gaat.

Van Dmitri Danilov (1969) zijn al meerdere boeken in het Nederlands vertaald, zoals Zwarte en Groene (2014, Russisch 2010), en Er zijn belangrijker dingen dan voetbal (2018; Russisch 2015). Hierin komt hij naar voren als een schrijver die bewust Het Saaie en het Gewone (ook de titel van een bundel gedichten van hem) opzoekt en beschrijft.

Gouden Masker

In 2017 bracht Danilov echter het toneelstuk De Man uit Podolsk uit, waarin hij een andere weg insloeg, namelijk die van de tweede vorm, het absurde. Het stuk is in tientallen Russische theaters opgevoerd en werd enorm populair. Danilov won er onder andere in 2018 de Gouden Masker prijs voor het beste toneelwerk mee (compliment aan vertaler Arie van der Ent, die Sentsjin en Danilov onder de aandacht van het Nederlandse lezerspubliek heeft gebracht en nu naar verluidt bezig is met een vertaling van het toneelstuk De Man uit Podolsk.)

Dit toneelstuk is in 2020 verfilmd onder regie van Semjon Serzin, een acteur en regisseur verbonden aan Kirill Serebrennikovs Moskouse Gogol Centrum. Dat maakt hem meteen al verwant aan de andere film die ik hier bespreek, Serebrennikovs eigen Petrov’s Flu, waarin Serzin de hoofdrol speelt. Serebrennikovs film komt binnenkort in de bioscoop uit, en dit artikel mag als een oproep worden gelezen om dat ook te doen met De Man uit Podolsk.

film serzin semjon de man uit podolsk 2Still uit De man uit Podolsk van Semjon Serzin

In die film, net als in het toneelstuk, zit de hoofdpersoon om voor hem onbekende redenen op het politiebureau. De agent die het proces-verbaal opmaakt legt ook niets uit, maar begint na de gebruikelijke persoonsgegevens te vragen of de Man weet wanneer Podolsk gesticht is, hoeveel inwoners het heeft, en welke kleur zijn trappenhuis heeft. En kan hij precies beschrijven wat hij ziet in de bus en de trein van huis naar werk? Allicht weet de Man dat allemaal niet. Als hij protesteert dat dit absurd is en dat hij hier de logica niet van ziet zegt de agent:

'O, je houdt van logica, zeg je? Weet je wat we volgens de logica met je hadden moeten doen? Dat het niet absurd zou worden? Zoals gewoonlijk, zoals het altijd gaat? Dat zal ik je zeggen. Eerst hadden we je tot moes moeten hengsten, en daarna hadden we vijf gram witte poederachtige substantie op je moeten aantreffen… Michalytsj, waar is dat welbeminde zakje van ons?'

Een tweede politieagent opent de safe, haalt er een klein zakje uit met iets wits, wappert er mee in de lucht, en legt het weer terug in de safe. 'En dan een paar ouwe zaken aan je broek. En dan had je een nieuw, interessant leven gekregen, allemaal nieuwe indrukken – en onze statistieken waren er ook van opgeknapt. Als het volgens de logica was gegaan, zoals vanouds. Nou? Hou je van logica?'

Natuurlijk houdt de Man hierna niet meer van logica. De vragen worden steeds absurder, maar de agenten blijken wel mee te kunnen praten over de Duitse noiserock-band Einstürzende Neubauten, het zwarte vierkant van Malevitsj en het laat-postmoderne proza van Vladimir Sorokin. Ze geven de Man welgemoed advies over hoe hij zijn journalistenbaan creatiever kan invullen, terwijl tegelijk de dreiging die iedereen in Rusland voelt als hij met de politie in aanraking komt nooit verdwijnt. Om zijn ‘denkvermogen te trainen’ en ‘de aanmaak van nieuwe neurale verbindingen’ te stimuleren leren de agenten, waaronder ook de knappe en uiterst vriendelijke vrouwelijke commissaris, de Man een ‘speciale politiedans’ met een bijbehorend onuitspreekbaar liedje.

De bedoeling van het verblijf op het bureau blijkt te zijn de Man te leren niet zo somber te zijn over het mistroostige Podolsk met zijn fabrieken – hij moet dat niet steeds vergelijken met het schilderachtige Amsterdam, waar ze wél houden van de ‘noise’ van zijn bandje Liquid Mother. Vooral de mooie commissaris houdt hem voor dat wat hij deprimerend en grijs vindt in zijn eigen land in werkelijkheid een ‘eigen schoonheid’ heeft. De politie blijkt het volk te willen opvoeden, het bij te willen brengen van het vaderland te houden.

Politieagente: 'En denk es aan dat prachtig-sinistere silhouet van de cementfabriek. Vooral als het een beetje somber weer is! Daar blijf je naar kijken! Zo jammer dat u daar geen aandacht voor heeft. (…) En als je ‘s avonds of ‘s nachts reist, als het al donker is, als het boemeltje dan Moskou nadert, de ringweg, dan doemt er aan de linkerkant zo’n oneindige zee van oranje lichten op boven de klaverbladen – nooit gezien? Hoe kunt u dat nooit gezien hebben? Oh, het brengt me in vervoering! Adembenemend!'

Even later dreigt ze de Man weer met handboeien en een knuppel als hij blijft weigeren deze les te leren. Maar uiteindelijk mag hij gaan, al krijgt hij nog wel te horen dat ze hem hier nog veel vaker gaan zien.

film serzin semjon de man uit podolskDe man uit Podolsk van Semjon Serzin

De film is een geraffineerde en zelfbewuste combinatie van absurd theater à la Ionesco, suggesties van horror-scènes met martelingen in de politiecel, en een vleugje archaïsch Russisch staats-patriottisme uit de oden van de achttiende eeuw. De angst voor een klap met de politieknuppel is te voelen in elke dialoog, en vergroot nog de verwarring over wat er gebeurt en waarom, wat de bedoeling is. De afgedwongen liefde voor de vaderlandse lelijkheid lijkt daarnaast een ironisch zelf-commentaar op Danilovs eigen eerdere teksten.

Ten opzichte van de toneeltekst (die niet lang genoeg is voor een bioscoopfilm) zijn enkele scènes toegevoegd, onder andere een introductie waarin we zien hoe de Man op het Moskouse Koerskstation wordt aangehouden (het stuk begin meteen op het bureau); een ontsnappingspoging waarin de Man in de catacomben van het bureau een groep ook gearresteerde gastarbeiders uit Midden-Azië tegenkomt die de ‘speciale politiedans’ aan het uitvoeren zijn; en een vindingrijke finale, die ik niet zal verklappen.

Vooral de Eerste Politieagent (Vladimir Majzinger) en de Commissaris (Viktoria Isakova) combineren in hun spel geweldig oprecht overkomende opvoedlust en zelfs verleidelijke overtuigingskracht met de altijd aanwezige dreiging met geweld. Deze vorm van absurdisme, of groteske als je het zo wil noemen, komt hard aan als beeld van het grimmige Poetin-Rusland. Hopelijk zien we ook deze film binnenkort in de Nederlandse bioscopen!

De griep van Petrov

Een andere vorm van absurdisme, namelijk die van hallucinaties op klaarlichte dag, wordt gekozen in Petrov’s Flu, dat dit jaar op het filmfestival in Cannes werd gepresenteerd. Kirill Serebrennikov is in Nederland vooral doorgebroken met zijn Zomer (Leto, 2018, maar ook oa. Ontrouw, 2012; De Leerling, 2016). Hij is in Rusland een van de meest spraakmakende theater- en filmmakers, en nam al vóór hij in 2012 de leiding kreeg over het Moskouse Gogol Centrum in het openbaar stelling tegen de manipulatie van verkiezingen, de inval in Georgië in 2008, de vervolging van Pussy Riot, en later de beperking van rechten van LHBTI, de inname van de Krim in 2014, en nog een hele reeks andere zaken (zie eerdere publicaties bij Raam op Rusland).

serebrennikov petrovs flu 2 Still uit Petrov's Flu van Serebrennikov

Hij heeft er meermalen ook de vinger op gelegd hoe de media de werkelijkheid inwisselen voor een propaganda-werkelijkheid. Zo zei hij in 2015 letterlijk dat Rusland in een televisie-werkelijkheid leeft en daarin blind gelooft. In 2017 werd hij gearresteerd op beschuldiging subsidiegeld te hebben verduisterd, en toen begonnen zijn persoonlijke ervaringen met het absurde pas goed. Zo beweerden de aanklagers glashard dat een opvoering van A Midsummer Night’s Dream onder zijn regie nooit was gerealiseerd, terwijl het stuk loopt sinds 2012. Hij kreeg huisarrest, en mocht bijvoorbeeld zijn stervende moeder niet bezoeken, maar mocht dan wel weer naar haar begrafenis. In juni 2020 werd hij veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een boete van een kleine 10.000 euro. Hij mag het land niet meer verlaten en begin dit jaar werd zijn contract bij het Gogol Centrum niet verlengd.   

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de absurde sprongen die sommige eerdere films al kenmerkten, in Petrov's Flu de dominante filmstijl worden (waarom worden Russische films in Nederlandse bioscopen toch steeds meer met Engelse titels uitgebracht? Voor mij heet de film gewoon De Petrovs hebben de griep?).

Een conductrice uitgedost met glitter – vanwege het naderende Nieuwjaar – verkoopt kaartjes in een overvolle bus met beslagen ramen. De grieperige held, Petrov, luistert naar de tirade van een medepassagier over Gorbatsjov en Jeltsin die het land hebben verkwanseld. De toon is gezet: dit is het kwakkelende, lelijke en chauvinistische Rusland achter de façade van de snelle pakken. Dan haalt iemand Petrov uit de bus, hij krijgt een kalasjnikov in de hand geduwd en moet meedoen met het fusilleren van een stel chic geklede mensen.

En dan weer is hij terug in de bus. Een klein meisje staat op voor een vriendelijk oud mannetje, dat met een bibberige stem tegen haar zegt: 'Hoe oud ben jij? Negen? Wist je dat in India en in Afghanistan meisjes al op hun zevende mogen trouwen? Stel je voor, dan zou jij nu al twee jaar getrouwd zijn. En al twee jaar uit alle macht met je man aan het neuken zijn. Misschien had je hem zelfs al wel bedrogen... Jullie sletten zijn ook allemaal hetzelfde...'

En zo gaat het maar door, de hele film lang. Dronken ritjes in een versierde lijkwagen (het lijk ontsnapt later in de film), nog dronkener geruzie over God. Mevrouw Petrov organiseert een literair avondje op de bibliotheek waar ze werkt, en ineens wordt haar oogwit zwart en slaat ze met welgemikte karateklappen furieus een vervelende indringer tot moes. Petrov brengt zijn zieke zoontje naar een Nieuwjaarsfeestje waar de Kerstman optreedt en hij mag dansen met het Sneeuwmeisje, net als vader zelf gedaan had eind jaren 1980 – vader wordt verkleind ingemonteerd in het dansgroepje.

Je begint op een bepaald moment wel te begrijpen dat al deze absurde scènes fantasieën of hallucinaties zijn van de hoofdpersonen, die naadloos voortvloeien uit de scènes met ‘werkelijkheid’. Maar de absurditeit lijkt duidelijk gemotiveerd door de radeloosheid en de uitzichtloosheid van de personages, de opgekropte agressie, veroorzaakt door de mistroostige werkelijkheid, waar niemand met zijn talenten ergens naar toe kan, alleen maar kan vegeteren in de kaasstolp van de Poetinse neo-Stagnatie.

De film is uitermate ingenieus. Details komen bijvoorbeeld op onverwachte momenten in een heel andere context weer terug, zodat je na verloop van tijd de indruk krijgt dat wat je ziet geen hallucinaties zijn naast een werkelijkheid, maar één grote hallucinatie. 'A deadpan, hallucinatory romp through post-Soviet Russia' noemde het persbericht in Cannes het terecht.

Ongemak maakt de film ook los, juist omdat er geen ontsnapping uit de nachtmerrie lijkt te zijn. Peter Bradshaw van The Guardian (15 juli) vond de film 'a dizzying, boiling, bewildering urban nightmare', maar toch ook 'indigestible, overextended and weirdly oppressive', 'a highly decorated but airless sickroom'. Ook Russische recensies (Andrej Kartasjov op kinoart.ru) noemden een gevoel van geslotenheid: de film is meer een serie stijlbuitelingen in een hermetische wereld dan een blik op het leven.

Ook ontbreekt een ‘psychische context’: wat beweegt er verder in de innerlijke wereld achter die hallucinaties? Het is voor theater zowel als voor film, in vergelijking met literatuur, tóch al moeilijk om naast uiterlijke ook rechtstreeks innerlijke processen weer te geven. In de roman van Salnikov De Petrov’s hebben de griep en daaromtrent (2016), waarop de film is gebaseerd, kan dat wél. In de film is het absurde bezig de macht over te nemen over de werkelijkheid. Maar dat is ook precies wat er gebeurt in het Rusland van nu, lijkt Serebrennikov te willen zeggen.

Sander Brouwer was tot 2019 verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen als docent. Hij publiceert over Russische literatuur van de zeventiende tot de eenentwintigste eeuw, cultuurgeschiedenis en film

Petrov’s Flu (2021, De Petrovs hebben de griep van regisseur Kirill Serebrennikov, naar een roman van Aleksej Salnikov). Release ivm corona verschoven naar 27 januari 2022.

De Man uit Podolsk (2020, regisseur Semjon Serzin, naar een toneelstuk van Dmitri Danilov)

 serebrennikov petrovs flu 3Petrov's flu

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.