Poetin en Erdogan ondanks Assad samen tegen het Westen

Rusland en Turkije hebben elkaar weer verrassend snel gevonden in hun gezamenlijke afkeer van het Westen, dat hen kleineert. Wat hen verder bindt zijn hun belangen in Syrië, al zitten Poetin en Erdogan over de positie van Assad nog niet op één lijn. Volgens arabist en diplomaat Marcel Kurpershoek verhult de Russische analist Fyodor Lukyanov puur Russisch-Turks opportunisme achter vermeende historische rechten op de status van 'grote mogendheid'.

 

door Marcel Kurpershoek

Fyodor Lukyanov schreef op RaamopRusland dat president Poetin tevreden kan zijn met het bezoek van Erdogan aan Moskou. Zijn artikel laat zien hoe Moskou garen probeert te spinnen bij de mislukte staatsgreep in Turkije. Onder Erdogan zijn de Turkse banden met Europa en de NAVO niet langer alles bepalend. Maar formele verbreking van die banden is voorlopig niet te verwachten, zoals Joost Lagendijk ook terecht opmerkte in zijn reactie op Lukyanov.

Erdogan Poetin sint petersburg augustus 2016Erdogan en Poetin ontmoetten elkaar op 9 augustus in Sint Petersburg (foto en.kremlin.ru)

Het Kremlin ziet de relatie met Turkije in het kader van ‘constructief opportunisme'. Dat is precies wat Erdogan en Poetin gemeen hebben, al kan het toevoegsel ‘constructief’ worden weggelaten. Opportunisme heeft Erdogan gebracht waar hij nu is. Met een meer principiēle houding had hij al lang onder de politieke zoden gelegen. Zijn beruchte uitspraak ‘democratie is een tram waar je afstapt als je je doel hebt bereikt' paste hij bijvoorbeeld toe toen hij toenadering zocht tot de Europese Unie, maar na achteraf duidelijk werd vooral om zich de militairen van het lijf te houden. Maar dat opportunisme wordt wel gedreven door een diep gevoelde visie.

Een correctie op de geschiedenis

Erdogan wil een eeuw Turkse geschiedenis ongedaan maken, of op zijn minst corrigeren. Hij verwerpt het kemalistische secularisme, en de daaraan gekoppelde eenzijdige oriēntatie op het Westen. Zijn hang naar een vroegere fase in de geschiedenis heeft hij gemeen met Poetin. Niet toevallig spreekt Lukyanov over ‘twee grote mogendheden’ die veel gemeen hebben. Hun grootste drijfveer is het verlangen naar een meer inclusief Europa waarbinnen zij de rol kunnen spelen waar ze historisch gezien recht op denken te hebben.

Wat Rusland betreft moeten we bij ‘historisch’ terugdenken aan de tijd van het Europese Concert der Naties, uitvloeisel van het Weens Congres van 1815. Maar toen was het Ottomaanse Rijk ‘de zieke man’ van Europa: een groot deel van de besprekingen in Wenen ging immers over de verdeling van de brokken die er afvielen. Daarom kijkt Erdogan liever verder terug: naar Sultan Mehmet de Veroveraar die in 1453 Constantinopel innam. Wij kunnen daarbij ons gezicht moeilijk in de plooi houden. Maar het begin van wijsheid in de omgang met die leiders is het besef dat zij bloedserieus zijn in hun hang naar het verleden.

Mehmet the ConquerorMehmet de Veroveraar veroverde in 1453 Constantinopel. Schilderij in het Panoramamuseum in Istanboel

Behalve opportunisme delen Erdogan en Poetin een bazaar-mentaliteit. Alle trucs worden uit de doos gehaald om de beste prijs eruit te persen. Dat de EU en de VS daaraan niet meedoen, geeft Turkije en Rusland een voordeel. Nu onderzoeken ze wat ze voor elkaar kunnen betekenen. Erdogan versterkt via het Kremlin zijn onderhandelingspositie bij de VS en Europa. Voor Poetin geldt precies hetzelfde. Het blauwtje dat zij hebben gelopen bij het Westen ziet in werkelijkheid niet zo blauw. Het is onderdeel van morele chantage. Zij weten dat Europeanen daar gevoelig voor zijn.

Geen haar op Erdogans schedel peinst erover om de banden met de NAVO en EU door te snijden. Voor hem zijn dat waardevolle troefkaarten in het grotere spel. Waar de belangen van Turkije en Rusland elkaar raken, dat is in de regio rond de Zwarte Zee, de Kaukasus, en nu vooral in Syrië.  Het komt Erdogan en Poetin goed uit het zo voor te stellen alsof zij als echte leiders van grote mogendheden de zaken daar heel goed onderling kunnen regelen, zonder zich te bekommeren om de Verenigde Staten. Dat Turkije en Rusland grote mogendheden zijn, zoals Lukyanov beweert, is een flatteuze reflectie in de spiegelzaal waar zij hun historische dromen koesteren. De Turkse economie is nu kleiner dan die van Nederland. En Rusland staat met zijn bruto nationaal nationaal product weliswaar boven Nederland en Turkije, maar onder Australië en Spanje.

Russisch heimwee naar de Koude Oorlog

Natuurlijk geeft dat niet de echte verhoudingen weer. Vanuit het Sovjet-verleden beschikt Rusland over een militaire infrastructuur die buiten die economische metingen valt. Dat bepaalt de Russische positie in de wereld. Tegenover de uitgeputte soft power van de EU stelt Poetin zijn hard power waarmee Rusland zijn macht ver buiten zijn grenzen projecteert. Politiek gezien is dat verankerd in het permanente lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad. De Amerikaans-Russische dialoog over Syrië is voor Moskou van grote praktische waarde. Het doet de herinnering herleven aan de Koude Oorlog, toen overeenstemming tussen Washington en Moskou de wereldvrede bepaalde.

Zijn hard power demonstreert Rusland nu bijvoorbeeld met de inzet van de strategische Russische bommenwerpers, Tu-22M3, die sinds kort hun bommentapijten uitstrooien over Aleppo en andere doelen in Syrië. Nog spectaculairder is dat zij begonnen te opereren vanaf een basis in Iran. Zelfs de Iraanse sjah heeft de Amerikanen dát nooit toegestaan. (Uit ergernis over de Russische opschepperij hierover zegt Iran inmiddels dat de Russische vluchten zijn stopgezet). Poetin maakt volop gebruik van de ruimte die wordt geboden door Obama’s terughoudendheid. Als de hardere Hillary Clinton de nieuwe Amerikaanse president wordt, bieden de laatste maanden van Obama voor Poetin een niet te missen kans om de Russische positie in het Midden-Oosten ten koste van de VS en het Westen te versterken.

Moskou en Teheran reageerden meteen positief op het mislukken van de coup tegen Erdogan. Voor Poetin was dit het vijgenblad dat hij nodig had om terug te komen op zijn furieuze reactie op het neerhalen van een Russische bommenwerper door Turkije. Erdogan was meer dan gelukkig toen hij de schuld voor dat pijnlijke incident in de schoenen van de Gülenisten kon schuiven die volgens hem de staatsgreep beraamden: niet híj had het toestel neergehaald, maar een verrader die het in de eerste plaats op Erdogan zelf had gemunt. De heren konden elkaar weer omhelzen – al toonde Poetin voor de vorm wat meer terughoudendheid dan de gloedvolle Erdogan.

Europa speelt geen rol

Was dit te voorzien? En wat volgt? Afgelopen februari schreef ik in NRC Handelsblad: ‘De Russische opmars in Syrië maakt de vernedering van de Turkse president Erdogan compleet. Zijn woede over de opstelling van Obama en Europa valt af te meten aan de steeds dreigender taal die hij uitslaat. Denkbaar is zelfs dat Erdogan het op een akkoordje gaat gooien met Poetin.’

De staatsgreep kon ik niet voorzien. Wel dat het Syrië-beleid van Obama een Turkse ouverture naar Rusland denkbaar maakte. Europa speelt hierin nauwelijks een rol: in de afgelopen tweeduizend jaar is er geen periode aan te wijzen waarin Europese landen zo weinig te vertellen hadden in dit gebied als nu. Het is logisch dat deze Europese onmacht Obama ook tot terughoudendheid noopte.

Het Russische machtsvertoon is een afgeleide van het zwakke tegenspel van de andere partij. Amerikaans-Turkse onenigheid is daarvan een onderdeel. Het zit Turkije hoog dat de VS zwaar leunen op de Syrische tak van de Koerdische PKK. Misschien had dat gecompenseerd kunnen worden door meer steun aan de Syrische rebellen en de opzet van veilige zones in Syriē. Maar die voorstellen werden afgeserveerd in de Oval Office.

Turkije blijft zitten met miljoenen vluchtelingen, terrorisme, een PKK met nieuw élan, om niet te spreken van de 80.000 mensen in leger, politie, rechtelijke macht en onderwijs die na de coup zijn ontslagen en de bedrijven die zijn geconfisqueerd. Het Turkse tandenknarsen was al jaren hoorbaar, maar de ziedende woede daaronder werd gebagatelliseerd. Nu is dat tot uitbarsting gekomen. Het is Erdogan toevertrouwd om die kaart uit te spelen. Het uitleveringsverzoek voor Gülen, die naar Amerika vluchtte, is vooral een stok om de hond te slaan. Inwilliging daarvan wordt niet serieus verwacht en misschien zelfs niet gewenst. Het is een manier om de VS in te peperen dat de Turkse prioriteiten werden genegeerd.

VS moeten toontje lager zingen

Erdogan triomfeert en het Westen verliest. Moskou en Teheran hadden dat onmiddellijk door. Voor de drie landen valt er economisch veel te winnen bij betere betrekkingen. Maar dat is niet het belangrijkste. Eén van de hoofdzaken is het verlangen in de drie hoofdsteden om de VS een toontje lager te laten zingen. Paradoxaal genoeg is dat verlangen gegroeid naarmate de VS van Obama steeds zachter zijn gaan spreken, met een steeds kleiner knuppeltje erbij.

Russian map of Su 24 shootdown by TurkeyHet neerhalen van het Russische vliegtuig door Turkije, hier in een Russisch schema verbeeld, is vergeven.

De andere hoofdzaak is Syriē. Voor de drie landen staat daar veel op het spel. Voor Rusland zijn dat de bases en strategische faciliteiten. Voor Iran: de aanvoerroute naar Hezbollah in Libanon en de balans van afschrikking met Israël. Turkije daarentegen kan de overwegend soennitische gewapende oppositie in Syrië niet helemaal laten vallen. Zelfs Rusland kan dat begrijpen. Bovendien is Turkije het enige land dat een lange grens en geschiedenis met Syriē deelt.

Iran staat pal achter het regime en de persoon van Assad. Rusland wil een autoritaire seculiere staat, voorlopig nog met Assad. Voor Erdogan daarentegen is Assad anathema. Rusland en Iran hebben sinds Hafez Assad een strategische relatie met het regime. Assad vertegenwoordigt een regime dat bij gebrek aan alternatief nog steeds gesteund wordt door de vele minderheden en de soenni-bourgeoisie. De relatie van Russen en Iraniërs met het Syriē van Assad is dus veel sterker en langduriger dan die van Turkije. Maar Moskou en Teheran zullen de nog oudere banden van Syrië met het Ottomaanse Rijk en de gemeenschappelijke grens van Turkije met Syrië afdoen als minder belangrijk.

De posities van Moskou, Teheran en Ankara lijken dus op het eerste gezicht onverzoenbaar. Voorlopig is men het erover eens om het niet eens te zijn. Is er een oplossing denkbaar? Voor Erdogan ligt het voor de hand de Amerikaanse verkiezingen af te wachten. De kaarten die hij nu heeft verzameld hebben straks meer waarde. Het valt daarom niet te verwachten dat hij werkelijk een alliantie met Rusland aangaat die neerkomt op versterking van Assad.

Russische Tupolevs vanuit Iran

De inzet van de Russische Tupolevs vanuit Iran is een novum en uiteraard ook een signaal. Het kan gezien worden als een disproportionele reactie op het neerhalen van een Russische gevechtshelicopter door Syrische rebellen – en is als zodanig vergelijkbaar met de Russische reactie op het incident met Turkije. De vergelijking dringt zich op met de Amerikaanse ‘kerstbombardementen’ met meer dan honderd B-52’s op Hanoi in 1972 waarbij waarschijnlijk duizenden Vietnamezen omkwamen. Snel daarna begrepen de VS dat het roer drastisch om moest en sloten een akkoord om het conflict te beëindigen. Maar Rusland blijft rekenen op een overwinning.

Het Russische ingrijpen een jaar geleden was een reactie op de verzwakking van het regime van Assad. De rebellen rukten op, ondanks hun verdeeldheid en de beperkte buitenlandse steun die niet in verhouding stond met wat Assad kreeg van zijn bondgenoten. Toen de Russische bombardementen begonnen won Assad weer terrein. De VS droegen bij aan Assads overleven door de voorwaarde te stellen dat steun aan de oppositie niet tegen Assad, maar uitsluitend tegen IS gebruikt mocht worden. Het recente offensief tegen Aleppo moest de strijd de facto beslissen. Vooralsnog heeft het geleid tot een tegenoffensief van de gewapende oppositie, gevoed vanuit Turkije en bondgenoten in de Golf.

De Gordiaanse knoop van Assad

Nu zijn er twee mogelijkheden. Of Assad en de zijnen lanceren een succesvol offensief tegen het contraoffensief, met hulp van een Russisch-Iraanse escalatie. De vraag is wat Turkije en Saoedi-Arabië dan gaan doen: zij zijn (IS niet meegerekend) de belangrijkste steunpilaren van de gewapende oppositie tegen Assad. De tweede mogelijkheid, die de VS buiten spel zou zetten, is een soort bestand, dat van Aleppo een verdeelde stad zoals Nicosia maakt. Assad krijgt dan een gegarandeerde corridor naar zijn deel van de stad en de rest van het ‘nuttige Syrië’: dat deel van het land dat geen woestijn is, inclusief de hoofdstad Damascus, de kust en het achterland, en een deel van de Eufraatvallei, blijven onder controle van het regime. De Koerden behouden hun de facto autonome zone langs de Turkse grens, maar zonder aansluiting met de Afrin-enclave – aangezien anders de hele Turkse zuidgrens in handen van de Koerden zou zijn.

Aleppo febr 2016

Vervolgens worden verdere ontwikkelingen in de VS afgewacht en versterken alle partijen zich voor een eventuele volgende ronde. Constructief opportunisme. Het kan ruimte geven om een regeling te vinden voor de ‘Assad-knoop’ zonder de structuur van het regime aan te tasten. In de praktijk zou dat kunnen betekenen dat Assad, die de Alawieten en andere minderheden gijzelt met de angst voor de islamitische extremisten en zelf heerst met extremistische repressie, moet plaatsmaken voor een bewind dat niet berust op angst en geweld. Nieuw leiderschap moet komen vanuit de civiele kant van het staatsbestel, niet vanuit de door oorlogsmisdaden gecompromitteerde veiligheidsdiensten van Assad. De civiele oppositie in ballingschap is daartoe niet in staat gebleken.

De vraag is of een dergelijke ordelijke interne overgang mogelijk is, gezien de tentakels van het regime. Assad en de zijnen zullen niet uit vrije wil vertrekken: door meer misdaden dan ooit tevoren te plegen zijn zij in vijf jaar oorlog overeind gebleven. Dat maakt hen minder bereid tot vertrek dan ooit tevoren, omdat geen enkele belofte of garantie hen veiligheid kan verschaffen. Dat is de Gordiaanse Assad-knoop die Obama niet heeft willen of kunnen oplossen en die daardoor alleen maar onontwarbaarder is geworden.

Amnesty rapporteerde dezer dagen over de achttienduizend Syriërs die in de gevangenissen van Assad zijn doodgemarteld. Het is alsof die misdaden steeds opnieuw moeten worden ontdekt. De wereld probeert hardnekkig weg te kijken van deze schande, maar die zal niet verdwijnen. Het is een onoverkomelijk obstakel voor herstel van de vrede en wederopbouw. Daarom kan er voor een Westen met enig zelfrespect geen weg terug zijn naar normalisering van de betrekkingen met het Assad-regime. Zelfs als er een bestand wordt bereikt, blijft een oplossing voor de ‘Assad knoop’ een essentiële voorwaarde. 

 

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.