Honderd jaar lankmoedigheid: het is genoeg geweest in Belarus

Nobelprijswinnares Svetlana Aleksijevitsj mag internationaal de bekendste Witrussische schrijver zijn, de literatuur van Belarus wordt door veel meer auteurs gedragen. Ook nu speelt de literaire wereld weer een belangrijke rol, aldus vertaalster Nina Targan Mouravi. Een introductie tot een rijk maar ook wreed verleden en heden.

AleksijevtsjMetDiplomaten
Svetlana Aleksijevitsj omringd door Europese diplomaten. Bovenste rij, tweede van links: Erik-Jan van Oosterhout, tijdelijk zaakgelastigde van Nederland in Minsk

door Nina Targan Mouravi

Gevraagd naar Witrussische literatuur komt bij de meeste mensen als eerste de naam van Svetlana Aleksijevitsj op. De doorwinterde lezer kent wellicht het werk van Vasil Bykov en met een beetje geluk dat van Ales Adamovitsj. Was literair talent dan zo dun gezaaid in Belarus? Natuurlijk niet. In het begin van de vorige eeuw bruiste het daar van vernieuwende, eigenzinnige stemmen in het Witrussisch. De nationale literatuur ontkiemde. Dichters, toneelschrijvers, prozaïsten, critici – het kon niet op.

Vier golven van repressie

Maar niet lang daarna keerde het tij. Al in 1920 werd publicist Fabian Sjantyr geëxecuteerd, nadat hij uit protest tegen het opsplitsen van het Witrussisch grondgebied een overheidspost verliet. Talentvolle dichters Vladimir Zjilka en Vladimir Doebovka werden in 1930 opgepakt. Zjilka leed aan tbc en stierf in ballingschap. In hetzelfde jaar werd volkscommissaris van onderwijs Anton Balitski naar een strafkamp gestuurd. Balitski begeleidde beginnende auteurs en ondersteunde meerdere literaire bladen. Dichter Tsisjka Gartny werd dusdanig mishandeld in de kelders van de geheime dienst dat hij waanzinnig werd. En dit was nog maar de eerste terreurgolf.

De tweede golf vaagde iedereen weg die de Witrussische taal propageerde: onderwijzers, uitgevers, vertalers van wereldliteratuur. De represailles piekten in 1937-1939, de tijd van massale executies. Na de annexatie van West-Belarus, gevolg van het Molotov-Ribbentroppact [het Niet-aanvalsverdrag tussen Hitler en Stalin uit augustus 1939], werden de meeste auteurs uit dat gebied opgepakt als Poolse spionnen. De vierde golf trof iedereen die tijdens de Duitse bezetting aan onderwijsprojecten of theatervoorstellingen had meegewerkt; hen werd heulen met de vijand ten laste gelegd.

Bij elkaar zijn zo’n vierhonderd letterkundigen omgekomen. Van sommigen zijn het moment en de locatie van hun dood nog steeds niet bekend.

Nacht van de vermoorde dichters

De namen en levensverhalen van deze auteurs zijn bijeengebracht in Een doodgeschoten literatuur, samengesteld door onder anderen Kastoes Tsvirka, Lilia Savik en Michas Skoba. Tijdens het werken aan dit boek is het slapen hem vergaan, vertelt Skoba, dichter en letterkundige. Hij noemt zijn boek het meest deprimerende in de geschiedenis van de vaderlandse letteren.

Alleen al in de nacht van 30 oktober 1937 werden in Minsk 132 vertegenwoordigers van de Witrussische culturele elite gefusilleerd, onder wie 22 auteurs. 

DoedarAles Doedar (1904-1937). 

Een fragment uit een gewraakt gedicht van dichter Ales Doedar:

Wij durven niet eens praten en denken
Zonder groen licht uit het Kremlin.
Zwendelaars en tussenvolkse hielenlikkers
Zullen de klus zonder ons klaren.

Pas in de jaren tachtig werden de details van deze massa-executie in 1937 bekend. Die oktobernacht geldt sindsdien als ‘De nacht van de vermoorde dichters’. Jong waren ze, en te eigenzinnig om marionetten te worden van het totalitaire bewind.

Kort na hen werd ook prozaïst en mysticus Maksim Goretski op 45-jarige leeftijd geëlimineerd. Van hem zijn meerdere werken bewaard gebleven, hoewel de opdracht aan de agenten van de geheime dienst luidde: neem alle notitieblokken mee en als je boeken vindt vernietig de complete oplage. Duizenden pagina’s tellende manuscripten moeten na confiscatie zijn gesneuveld of opgeborgen in de archieven van de geheime dienst die nog altijd gesloten blijven. De namen van hun auteurs ontbraken dan ook in de schoolboeken. Dat gold niet voor die van Jacob Kolas en de zeer populaire Janka Koepala, die zich berouwvol opstelden en gespaard werden. Hun werken werden gepubliceerd, verfilmd en vertaald. Koepala stierf overigens vijf jaar later onder verdachte omstandigheden na een val in een trappenhuis.

Goretksi
Maksim Goretski

De bossen van Koerapaty

Sinds drie jaar wordt de 'Nacht van gefusilleerde dichters’ herdacht in Koerapaty, de plek van meerdere executies en massagraven uit de Stalintijd. Uitgever Boris Pasternak, naamgenoot van de grote dichter en oprichter van uitgeverij Vremja (De Tijd), vroeg aan schrijfster Anna Severinets, lid van de Coördinatieraad van de Oppositie tegen zittend staatshoofd Aleksandr Loekasjenko, wat de Nacht van gefusilleerde dichters voor haar betekende:

‘Voor mij is het een manier om de grondleggers van de nieuwe Witrussische cultuur voort te laten leven. Hun nagedachtenis te bewaren.’

Werd er destijds inderdaad een nieuwe cultuur gecreëerd?

‘Ja. De moderne Witrussische cultuur die de grondslag van de hedendaagse literatuur, wetenschap, kunst, streekgeschiedenis vormt. Ik zou het zelfs als nationale ideologie omschrijven.’

Wordt het belang van dit erfgoed vandaag door iemand betwist?

‘Het is nog nauwelijks geformuleerd. […] Die mensen werden vervolgd, uit de geschiedenis gewist, hun nalatenschap sijpelde slechts druppelsgewijs de nationale cultuur binnen.’

Zou men kunnen stellen dat er een tegenstelling bestaat tussen die cultuur, nog in ontwikkeling, en de latere officiële Witrussische cultuur? De Sovjet-Witrussische cultuur?

‘Ze hebben dezelfde wortels. Een tegenstelling is daarom niet van toepassing. De scheppers van de officiële Witrussische cultuur, de zogeheten Bellit, en de vooroorlogse Witrussische schrijvers waren bevriend geweest en hadden elkaar beïnvloed, van elkaar geleerd. De Bellit is in feite dezelfde cultuur, maar dan gecastreerd, onschadelijk gemaakt, uitgekamd.’

Maar hoe zit het dan met de meewerkende auteurs? Dezelfde Koepala en Kolas?

‘Koepala en Kolas hebben na 1926 niks meer geschreven wat op de lijst van verplichte Witrussische literatuur zou kunnen prijken. Ze bleven bezig, meer niet. Voor henzelf was het een groot drama, zowel persoonlijk als artistiek. Ik vermoed zelfs dat ze bewust teksten van lage kwaliteit produceerden opdat die buiten hun verzamelde werken zouden vallen.’

'Het land uitgedrukt'

Nu, een eeuw later, worden niet-gezagsgetrouwe burgers niet fysiek vernietigd maar, zoals het heet, ‘het land uitgedrukt'. Intimidaties, pesterijen en ongegronde arrestaties moeten ervoor zorgen dat ze eieren voor hun geld kiezen en Belarus verlaten. Tijdens de 'Nacht van gefusilleerde dichters', op 30 oktober, werd de optocht uiteengedreven en zijn er talrijke arrestaties verricht. Ook op 1 november, tijdens een nieuwe protestoptocht naar Koerapaty, werden er meerdere journalisten opgepakt.

Op chatdienst Telegram worden lijsten en locaties bijgehouden waar mensen in voorarrest zitten. In de gevangenis Okrestina zijn de omstandigheden onmenselijk. Over coronabesmettingen maakt de leiding zich niet druk, de cellen zijn barstensvol en op zijn zachtst gezegd onhygiënisch en klachten en verzoeken worden met zware mishandelingen bestraft. In Baranovitsjii is de situatie volgens de pas vrijgelaten journalist Vadim Zamirovski draaglijker, de gevangenen worden er dagelijks gelucht, hij mocht zelfs meegebrachte rozijnen en noten in zijn gerstepap doen.

Dmitri Strotsev

De internationaal bekende dichter Dmitri Strotsev, die als uitgever de kost verdient en van meet af aan deelnam aan vreedzame protesten, vertrok op 21 oktober van huis naar zijn kantoor en was uren spoorloos. Hij bleek opgepakt te zijn en werd veroordeeld tot 13 dagen cel; ironisch genoeg werd zijn naam bij de zitting uitgesproken als Strotski, alsof de rechtbank aan het beruchte Brodskiproces in 1964 wilde refereren. Strotsev is inmiddels weer vrij.

Na zijn arrestatie startten bevriende dichters wereldwijd een campagne op Facebook waarbij ze elke dag zijn poëzie voordragen. Het meest geciteerde recente gedicht gaat over verzet dat als water blijft toestromen. In de laatste regels is het water wijn geworden – een geliefde metafoor waar hoop uit spreekt. Ook posten zijn collega's links naar youtube-filmpjes met zijn gezongen teksten. Die gaan niet zelden over beladen onderwerpen, zoals het getto van Minsk waar bijna honderdduizend Joden werden bijeengedreven; de overgrote meerderheid werd vernietigd.

Strotsev
Dmitri Strotsev. Foto Igor Skorynin.

Strotsev is een uitgesproken zachtaardig man; sowieso staan de Wit-Russen bekend als vredelievend, conflict-mijdend. Het Witrussische woord hiervoor is памяркоўны.

Voor zover het ook als lankmoedigheid kan worden vertaald, lijkt daar nu een eind aan te zijn gekomen. Dichteres Valzjyna Mort, momenteel dichter in residence in Baltimore, beschrijft in het gedicht ‘De Witrussische taal' the coming of age van haar generatie aldus :

de vrijheid proefden we uitsluitend in openbare toiletten
waar we voor tweehonderd roebel onze gang konden gaan
’s zomers protesteerden we tegen hitte en ’s winters tegen kou
en toen bleek dat wij onze taal waren
ze rukten onze tongen uit dus praatten we met onze ogen
ze staken onze ogen uit dus praatten we met onze handen
ze hakten onze handen af dus praatten we met onze tenen
ze schoten ons door de benen dus knikten we van ja
en schudden van nee
en toen onze hoofden levend werden opgegeten
kropen we terug in de buiken van onze slapende moeders
als in schuilkelders
om herboren te worden

Boemerangeffect

Overigens blijkt het wegpesten van minder inschikkelijke elementen een boemerangeffect te hebben. Inmiddels leven er zoveel Witrussen in het Westen dat er steeds meer kennis over en belangstelling voor het land is. Ook de literatuur maakt een inhaalslag, direct of indirect.

Recent kreeg de Witrussische film The Lake of Joy, gebaseerd op gelijknamig boek van Viktor Martinovitsj (uitgeverij Vremja), een Oscarnominatie. Een speelfilm over Janka Koepala zou in september de bioscopen bereiken, maar de eindmontage verdween op mysterieuze wijze, wellicht vanwege de wat ongemakkelijke overeenkomsten met de huidige situatie. Een onverkorte versie dook op Telegram op.

Nobelprijs voor Belarus

Dat de literatuur eindelijk door de hele wereld werd gezien is mede te danken aan de internationale erkenning die Svetlana Aleksijevitsj in 2015 ten deel viel. Zij bracht het door haar mentor Ales Adamovitsj aangedragen concept van een literair ‘oratorium’, een bundeling getuigenissen, tot grote hoogte en zag zichzelf na haar bekroning als een nationaal symbool.

Na de uitreiking van de Nobelprijs werd zij thuis overladen met bloemen, dankbetuigingen en brieven van volslagen vreemden. Bij een persconferentie in Berlijn zei ze hierover: ‘Ik zag in dat dit vertrapte, vernederde land dat in voortdurende angst leeft behoefte heeft aan een embleem, een mirakel. Vandaar zo’n respons. De mensen vatten deze gebeurtenis op als herkenning van Belarus. Dat is belangrijk voor ze. Ik hoorde dat er die dag op kantoren champagne werd gedronken. Iedereen was blij voor Belarus. Ik splitste me als het ware in tweeën: er was ikzelf, en er was Belarus. Kon ik daarvoor zeggen dat ik ontgoocheld of uitgeput was, nu wordt het een stuk lastiger. Omdat ik me verantwoordelijk ben gaan voelen.’

De schrijnende waarheid die ze stukje bij beetje reconstrueerde en in boekvorm goot veroorzaakte de ene schokgolf na de andere. Na het uitkomen van Zinkjongens, een bundeling van verhalen van oorlogsveteranen, moeders en weduwen van de in Afghanistan omgekomen soldaten (in Nederland uitgegeven door De Bezige Bij), werd zij in 1992 voor de rechter gesleept. Tussen 2000 en 2011 woonde zij noodgedwongen in het buitenland maar ze keerde terug naar Belarus. Sinds ze lid is geworden van de zevenkoppige Coördinatieraad voor de machtsoverdracht [geleid door Svetlana Tichanovskaja die door enkele landen inmiddels is erkend als president van Belarus] wordt zij opnieuw als gevaar beschouwd.

Vier leden van de Raad zijn uiteenlopende misdrijven ten laste gelegd: van oproepen tot acties die de nationale veiligheid ondermijnen tot belastingfraude. De andere drie leden zijn naar het buitenland uitgeweken of gedeporteerd. Aleksijevitsj, tegen wie een strafzaak is aangespannen, wordt beschuldigd van medewerking aan een poging tot staatsgreep. Zij bevindt zich al weken in Berlijn, voor werk en een medische behandeling, maar hoopt naar eigen zeggen spoedig terug te komen.

Uitgever Boris Pasternak sprak op 27 oktober met haar. Met zijn toestemming plaats ik hier fragmenten uit hun gesprek:

Wat denk je, trekt Loekasjenko zich de straatprotesten aan?

‘Ik kan moeilijk in zijn hoofd kijken. Daarbinnen is sprake van een andere realiteit. Volgens mij heeft hij nog steeds niet door dat het volk in opstand is gekomen. Hij heeft er zo lang de baas over gespeeld… Maar ik ben ervan overtuigt dat de machthebbers moeten onderhandelen met degenen die zij als ‘de straat’ typeren. Politieke gevangenen vrijlaten en een dialoog aangaan. Anders wordt dit proces door haat gevoed en kan het ontaarden in een burgeroorlog. Ik krijg het erg benauwd van zo’n harde verdeeldheid van de maatschappij.’

En hij niet?

‘Ik hoop van harte dat hij iemand heeft… Hoe moet ik noemen, iemand die invloed op hem heeft. Ik zou graag willen dat zij hem juiste adviezen geven. Er wordt geloof ik niet langer gerept van 'een handjevol uitschot'? Het doet er niet eens toe met hoevelen deze mensen zijn. Het gaat erom dat een deel van de bevolking hem niet accepteert en dat nooit meer zal doen. Ze pikken het niet hoe ze tijdens de verkiezingen zijn behandeld. Met dat deel moet men in gesprek.’

Loekasjenko kondigt hervormingen van de grondwet aan. Kan een nieuwe grondwet de oppositie met zijn persoon verzoenen?

‘Hij probeert van thema te veranderen. Wij willen zelf op een eerlijke manier onze president kiezen. Dus we willen niet dat Loekasjenko zich met de grondwet bemoeit. We kunnen onze toekomst niet aan deze regering toevertrouwen, te beginnen met de grondwet, de volgende verkiezingen enzovoort. Dat moeten andere mensen doen. Hoe kan iemand die we niet vertrouwen die taak krijgen? Ook al meen je dat de helft van het volk aan jouw kant staat, de grondwet is iets waar beide helften over gaan. De grondwet hoort door een commissie te worden behandeld die niet direct ondergeschikt is aan hem. Een groot percentage van de oppositie bestaat uit juristen, onderwijzers, artsen, wetenschappers, ondernemers. Zij moeten een dergelijke commissie uit hun afgevaardigden samenstellen. Een nieuwe president, die het vertrouwen van de hele bevolking heeft, dient dat op gang te brengen. Vooralsnog lijkt het erop dat Loekasjenko deze hervorming van de grondwet gebruikt om zijn tijd aan het roer te rekken. Nu hebben ze het alweer over twee jaar in plaats van een. Straks worden het er drie… En dan zal hij zeggen dat het niet de moeite is want er komen nieuwe verkiezingen aan.’

Heeft hij geheime afspraken met Poetin?

‘Natuurlijk. Wij weten niets van hun communicatie maar daar willen de mensen die de straat op zijn gegaan ook niets over weten. Zij hebben al iets geweldigs bereikt, – de annexatie van het land voorkomen. Dit heeft wereldwijd indruk gemaakt: kijk, dit zijn nou de Witrussen. We zullen de hele wereld bijblijven zoals we de straat opgingen: vol waardigheid. En het zou fijn zijn als deze waardige mensen een passende leider krijgen. Wat geheime afspraken betreft: we bevinden ons in de Russische invloedssfeer en Rusland is er uiteraard nog niet aan toe om ons los te laten. Laten we ons daarom realiseren dat volledige onafhankelijkheid met enkele jaren wordt uitgesteld. Ik verwacht dat de nieuwe president een soort compromisfiguur wordt. Wat mij betreft geen grote ramp.’

Hoe komt het denk je dat er op straat, vergeleken met augustus althans, iets minder bruut wordt ingegrepen?

‘Dat heeft volgens mij juist met het bezoek aan Poetin te maken. Die zal wel gezegd hebben dat we een modderfiguur slaan in de ogen van de wereld. Hij luistert namelijk uitsluitend naar Poetin tegenwoordig. Als hij dat al doet. En Poetin wil een keurig land in handen krijgen, geen Belarus vol partizanenstrijd. En liefst zijn eigen man erdoor krijgen. Al zijn dit natuurlijk maar mijn hersenspinsels.’

Zie jij persoonlijk ergens een mogelijkheid tot compromis met Loekasjenko?

‘We leven in één land. We zijn beiden burger van dat land. We hebben er allebei het beste ermee voor, u op uw manier, ik op mijn manier. Kunnen we tenminste één punt ontdekken waar we beiden belang bij hebben? Al is het maar eentje?’

Als mensen jou vragen om te onderhandelen, wat zou je zeggen?

‘Dat ik kiespijn heb.’

Zou je echt weigeren?

‘Als ik al zou toestemmen dan puur vanuit een literaire belangstelling. Maar ik denk niet dat ik groot succes zou boeken. Ik heb niet de juiste denkwijze om me tegenover zo iemand te wapenen. Ik begrijp niet hoe een mens als hij in elkaar steekt. Ik heb niets met macht. Ik begrijp dan ook niet hoe ze kan bestaan, en al helemaal niet zo’n absolute. Ik kan praten met een beschaafd iemand, een intellectueel. Maar als macht het hoofdbestandsdeel van iemands persoonlijkheid is… We leven als het ware niet op dezelfde planeet… Al besef ik dat hij gewone menselijke trekken heeft: hij is dol op zijn zoon, dol op vrouwen. Hij wil geschiedenis schrijven. Dat is al heel wat.’

Je lijkt al een vinger te leggen op de plek waar een compromis mogelijk is, dat zou een vertrekpunt kunnen zijn.

‘Ik weet helemaal niet zeker of ik gehoord zou worden. Maar als God iedereen tot het laatst een kans geeft, wie ben ik dan om iemand die kans te weigeren? We moeten dan wel met zeer velen zijn om hem te overtuigen. Ik stel me voor dat hij voor grote aantallen kan zwichten, dat een beetje angst voor hem een belangrijke factor is.’

Hij zal zich wel veilig wanen. Hij heeft het leger achter zich.

‘De macht van wapens is op zijn retour. Ik krijg brieven uit de hele wereld met jubelende reacties. Zeker toen de meisjes bloemen brachten naar die poppen in ruimtepakken. De moderne wereld heeft alles al meegemaakt, maar dit is nog nooit vertoond. Dat is bezielend, je gaat weer in de mens geloven. Mensen willen niet op elkaar schieten. Het leven is geen actiefilm. Als een machthebber zich op de kracht van wapens verlaat is hij van gisteren. De lui daar aan de top leven nog in het verleden, maar de mensen willen zo niet langer leven, ze dwepen niet meer met de macht. Sowieso zijn de externe uitdagingen veranderd. Kijk hoe een simpel virus de militaire techniek tot kinderspeelgoed heeft gereduceerd. De hele wereld zit al ruim een halfjaar thuis. Het duurt nog even voordat iedereen naar buiten mag. Daar kan geen superraket tegenop. Er breekt een nieuwe tijd voor de mensheid aan en corona en ons vreedzame verzet zijn daar tekenen van. Al is de lading niet hetzelfde, want ons verzet is een plusteken. Verschil moet er zijn.’