Pijnlijk voor Rusland: OPCW mag daders chemische aanvallen aanwijzen

De organisatie voor het verbod op chemische wapens OPCW mag voortaan aanwijzen wie verantwoordelijk is voor een aanval met chemische wapens. Deze versterking van de bevoegdheid van de OPCW gebeurt op initiatief van Groot-Brittannië en 30 andere landen en werd fel bestreden door met name Rusland, Syrië en Iran. De grote vraag is nu of Rusland uit het verdrag zal stappen.

Op een speciale zitting van de OPCW in Den Haag stemden 82 landen voor het voorstel en 24 tegen. Daarmee was de vereiste tweederde meerderheid ruimschoots gehaald. De afgelopen dagen verzette Rusland zich sterk tegen de stemming door de procedures aan te vechten. Dit zorgde voor vertraging, maar leidde uiteindelijk niet tot afstel. Voor Rusland is het een pijnlijke nederlaag: het is bang te worden aangemerkt als dader van de aanslag op ex-spion Skripal in Groot-Brittannië en het wil zijn bondgenoot Syrië beschermen.    

Na afloop van de stemming zei een Russische aanwezige, minister van industrie Kalamonov, dat het voortbestaan van de OPCW in gevaar was. Hij vergeleek de organisatie met een zinkend schip. 'Veel landen die tegen de maatregel stemden zullen erover gaan nadenken hoe de organisatie in de toekomst zal bestaan en functioneren', zei hij tegen verslaggevers.

boris johnson opcwBritse minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson houdt pleidooi voor uitbreiding mandaat OPCW

De OPCW, die 20 jaar bestaat en waarbij 193 landen zich hebben aangesloten, kon onderzoek doen als ergens het verbod van het gebruik van chemische wapens was overtreden. Een fact finding team mocht vaststellen of er chemische wapens waren ingezet en om welke stof het ging. Maar alleen een door de VN ingesteld Joint Investigative Mechanism (JIM) mocht vervolgens personen, groepen of staten aanwijzen als dader.

Veto van Rusland

Het JIM werd in 2015 in het leven geroepen na een reeks chemische aanvallen in Syrië en verklaarde dat Syrische regeringstroepen het zenuwgas sarin en vaatbommen met chloor hadden ingezet en dat IS-strijders mosterdgas hadden gebruikt. Maar vorig jaar blokkeerde Rusland met een veto de verlenging van het mandaat van het JIM. Hierdoor dreigde de OPCW volgens veel landen tandenloos te worden, terwijl het gebruik van verboden chemische wapens juist toenam.

In de resolutie die is aangenomen wordt de toepassing van chemische wapens sinds 2012 in ‘Irak, Maleisië, Syrië en Groot-Brittannië’ ten strengste veroordeeld, maar krijgt de OPCW alleen de opdracht om de daders van chemische aanvallen in Syrië te identificeren. Groot-Brittannië wil naar verluidt over zes maanden een volgende speciale conferentie bijeenroepen om het mandaat van de OPCW verder te versterken.

Rusland maakte bezwaar tegen de wijziging met het argument dat OPCW volgens het verdrag niet meer is dan de technische uitvoerder van afspraken tussen staten. ‘Internationale organisaties hebben het recht alleen binnen het mandaat zoals dit is geformuleerd in hun oprichtingsakten te handelen’, aldus de Russische delegatie. Bij de onderhandelingen over het verdrag is het toeschrijven van schuld opzettelijk weggelaten, stelt Rusland.

Syrische incidenten

Na het aannemen van de Britse resolutie kan de OPCW nu de afgeronde onderzoeken naar incidenten in de Syrische plaatsen Saraqib op 4 februari en Ltamenah op 24 en 25 maart aanvullen met het aanwijzen van de verantwoordelijken. Het rapport over de aanval op Douma van 7 april j.l. , waarbij tientallen mensen om het leven kwamen en honderden gewond raakten, zal de OPCW binnenkort publiceren en valt eveneens onder de nieuwe regels.

De Syrische regering heeft ontkend bij de aanval op Douma betrokken te zijn geweest. Rusland heeft zich bij dit standpunt aangesloten en op 26 april een persconferentie in Den Haag georganiseerd om te bewijzen dat de beschuldigingen vals waren. 17 Syrische burgers uit het oorlogsgebied kwamen getuigen dat ze geen chemische aanval hadden gezien. Eén van hen was een 11-jarig jongetje dat was gefilmd in een ziekenhuis na de aanval op Douma. Voor de Russische televisie had hij daarna gezegd dat hij snoep had gekregen om in de film te verschijnen en zijn vader verklaarde dat hij zonder reden met water was afgespoeld. Journalisten van The Intercept ontdekten dat deze verklaringen waren gegeven op een Russische legerbasis en schreven dat het de vraag was hoe vrij het jongetje en zijn vader waren om te zeggen wat ze wilden.

In de kwestie Skripal heeft de OPCW de bevindingen van een Brits lab bevestigd dat er sprake was van een gifgas dat in de wandeling bekend staat als Novitsjok.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.