Plussen en minnen van economisch herstel

De economie in Rusland is uit het dal. Bescheiden groei ligt in het verschiet. Dat is grotendeels te denken aan de mondiale groeitrend. Maar tegelijkertijd kampt de Russische economie nog steeds met veel onevenwichtigheden. Een tussentijdse winst- en verliesrekening.

door Hubert Smeets

De Russische economie staat op de drempel van herstel, aldus de president van de Centrale Bank van Rusland. Maar intussen neemt de kapitaalvlucht uit Rusland volgens dezelfde Centrale Bank wel toe.

Deze twee signalen weerspiegelen de ambivalentie van de Russische economie, drie jaar nadat ze in een recessie terecht kwam en door westerse sancties en eigen tegensancties werd getroffen. Over de hele linie is Rusland uit het dal geklommen en ligt bescheiden groei in het verschiet, concludeerde ook de Wereldbank eind mei in haar jaarlijkse landenrapport over Rusland. Maar tegelijkertijd kampt de economie nog steeds met veel onevenwichtigheden.

ElviraNabiullona
Elvira Nabioellina. Foto Russische regering.

Op dinsdag 11 juli publiceerde de Centrale Bank in Moskou de eerste halfjaarcijfers van 2017. Daaruit blijkt dat dit jaar in de eerste zes maanden 14,7 miljard dollar naar het buitenland is gevloeid. Dat is 1,7 keer meer dan in dezelfde periode in 2016. Het is ook meer dan president Elvira Nabioellina van de Centrale Bank in maart nog voorzag. Nabioellina voorspelde toen dat de kapitaalvlucht in het eerste half jaar van 2017 niet boven de 13 miljard dollar zou uitkomen.

Vergeleken bij de diepste crisisjaren in Rusland valt deze kapitaalexport overigens mee. In 2015 nam 56,9 miljard dollar de wijk uit Rusland, in 2014 zelfs 153 miljard dollar. Maar de cijfers illustreren ook dat de trend van 2016 geen stand houdt. Vorig jaar bleef de kapitaalvlucht namelijk beperkt tot 16 miljard dollar.

Donderdag 13 juli toonde Elvira Nabioellina zich optimistisch over een nakende groei. ‘Onze economie staat aan het begin van een nieuwe cyclus’, zei de centrale bankier tijdens een internationaal congres in Sint-Petersburg. ‘De Russische economie is teruggekeerd naar een positief groeitempo, zij het vooralsnog niet hoog. Dit jaar verwachten we een groei van 1,3 tot 1,8 procent’, aldus Nabioellina.

Inflatie

Ook over het beteugelen van de inflatie was de Centrale Bank positief gestemd. Hoewel de geldontwaarding in juni ineens een sprong naar 4,4 procent maakte, moet de inflatie over heel 2017 beperkt blijven tot 4 procent.

Volgend jaar verwacht Nabioellina een opleving tot 5 procent. Dor het extreme weer in de lente en de zomer zal de oogst dit jaar tegenvallen. De agrariërs, tot nu toe een winstgevende sector, voorzien een verlies van 30 tot 45 miljoen dollar dat slechts voor een derde is verzekerd. De komende vijf jaar moet de inflatie niettemin rond 4 procent uitkomen. De basisrente die de Centrale Bank rekent, kan eind dit jaar worden teruggebracht tot 8,5 procent, zo verwacht een topman van de staatsbank Vnesjekonombank (VEB). De basisrente, die in juni werd verlaagd, is nu 9 procent. Die successievelijke verlaging van de centrale bankrente moet de investeringen in Rusland stimuleren.

Exportstatistiek
Economie nog altijd voor 2/3 afhankelijk van export olie en gas. Grafiek Rosstat

Wereldmarkt

De opwaartse beweging van de Russische economie staat niet los van de internationale trend. De Bank for International Settlements (BIS), de overkoepelende bank van zestig nationale centrale banken, verwacht dit jaar een mondiale groei van ongeveer 3,5 procent. De olieprijs lijkt zich in het voetspoor gestabiliseerd te hebben rond 50 dollar per vat. Dat is belangrijk voor de Russische economie. De export van Rusland is nog altijd voor ongeveer tweederde afhankelijk van grondstoffen en de koers van de roebel gaat bijna naadloos op en neer met de olieprijs.

Het herstel doet zich echter niet over de hele linie voelen. Volgens gegevens van statistisch bureau Rosstat floreerden in2016 vooral de agrarische sector, met een groei van 4,8 procent, en in mindere mate de energiesector, die er vorig jaar 2,5 procent op vooruitging, en de industrie, die 1,1 procent groeide. De retail- en detailhandel kromp daarentegen met 5,2 procent en de bouwsector met 4,3 procent. Vergelijkbare discrepanties zijn zichtbaar in de relatie tussen investeringen en opbrengsten in de verschillende sectoren. De groeiverwachtingen voor komende jaren zijn in de meeste sectoren tot nu toe niet gepaard gegaan met investeringen. Over de hele linie krompen de investeringen in 2016 gemiddeld met 1,2 procent. Alleen in de metaal-, papier- en pulpindustrie is in 2016 meer geïnvesteerd dan het jaar daarvoor. Overal elders liepen de investeringen terug.

Winst en verlies

In de machinebouw, hout-, textiel-, chemie-, rubber-, plastic en voedselindustrie was er in 2016 daarentegen wel sprake van een productiegroei. Dat heeft mede te maken met de lage roebelkoers, waardoor deze sectoren een gunstiger exportpositie hebben gekregen. Sinds begin 2015 hoeft de Centrale Bank de roebel niet meer binnen een vastgelegde bandbreedte te houden – dat kostte in 2014 veel dollars en andere buitenlandse valuta – maar is de koers van de Russische munt ‘drijvend’.

 

Verdeling nationaal inkomen (afgerond)

Horeca:                                             0,9%
Openbaar bestuur:                         8,2%
Mijnbouw:                                         9,6%
Huishoudelijke arbeid:                   0,7%
Gezondheidzorg:                            4,2%
Nutsbedrijven:                                 1,7%
Manufactuur:                                 13,7%
Onderwijs:                                        2,6%
Vastgoed:                                        17,3%
Detail- en groothandel:                15,8%
Elektriciteitsopwekking:                 2,9%
Visserij:                                             0,3%
Landbouw:                                       4,4%
Bouw:                                                5,2%
Transport en communicatie:        7,6%
Financiële dienstverlening:           4,9%
Bron: Investbrothers

 

Tegenover een sterkere exportpositie van een aantal Russische sectoren, staat echter wel een voortdurende dalende koopkracht van de Russische bevolking. Door de teruglopende inflatie – van 15,6 procent in 2015 tot 7,1 procent vorig jaar – stegen de reële inkomens uit arbeid weliswaar. Maar door het bezuinigingsbeleid van de regering, die het financieringstekort onder de 3 procent van het bruto binnenlands product wil houden, is het besteedbare inkomen verder gedaald. In de overheidsbegroting werd en wordt gekort op bijvoorbeeld de pensioenen, de sociale (woning) voorzieningen en het onderwijs. Met uitzondering van de uitgaven voor defensie, veiligheidsdiensten en politie, die wel blijven stijgen, besteedt Rusland op alle andere fronten minder geld aan collectieve voorzieningen dan de Europese Unie of de lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De binnenlandse vraag daalde daarom met 2,4 procent. Het aantal burgers dat volgens berekeningen van de Wereldbank op of onder de armoedegrens leeft, steeg in 2016 met 0,2 procent tot 19,8 miljoen Russen of te wel 13,5 procent van de bevolking.

Grijze sector

De werkloosheid daalde tegelijkertijd van 5,9 procent tot minder dan 5,5 procent begin 2017. Deze trend is niet opzienbarend. Sinds de economische crisis van 2009, die in Rusland veel sneller werd overwonnen dan in het Westen, is de werkloosheid er relatief laag.

Dat heeft onder meer te maken met de flexibiliteit van de officieuze arbeidsmarkt. De informele sector blijft in betekenis toenemen. Rosstat becijferde in april dat in deze grijze en zwarte economie momenteel 15,4 miljoen mensen werkzaam zijn, of te wel 21,2 procent van de beroepsbevolking. In 2015 was dat percentage nog 20,5 procent. Ten opzichte van 2010, het jaar waarin de grijze economie met slechts 11,5 miljoen werkenden, het meest was teruggedrongen (16,4 procent), is de informele sector afgelopen zes jaar met een kwart gegroeid.

InformeleSector
Ontwikkeling grijze sector. Grafiek RBK

Publieke opinie

Volgens veel economen zal de Russische economie zich niet structureel verbeteren, zolang de regering blijft weigeren ingrijpend te hervormen. Maar de kans dat president Vladimir Poetin de steven wendt, acht de econoom Sergej Aleksasjenko, die in de jaren negentig onderdirecteur was van de Centrale Bank, klein. 'Oude paarden verpesten de oude voren niet, maar ze ploegen ook geen nieuwe', aldus de nu in Amerika werkzame Aleksasjenko.

Dat begint ook door te dringen tot de publieke opinie. Het aantal Russen dat zegt geraakt te worden door de crisis is afgelopen jaar afgenomen van tweederde tot de helft. De bevolking heeft zich aangepast aan de recessie door extra te werken en minder te kopen, zo heeft het sociologisch instituut van de Academie van Wetenschappen recent gepeild. Maar het verlangen naar verandering neemt weer toe, zo blijkt uit het onderzoek van de academie. Als men moet kiezen tussen stabiliteit en hervormingen, dan verliezen de pleitbezorgers van rust boven alles terrein, aldus de sociologen. De omslag voltrok zich rond 2014, het jaar waarin de Russische economie in een recessie verzeild raakte. Voordien was slechts 28 procent te porren voor een koerswending, terwijl 72 procent van de burgers stabiliteit belangrijker vonden dan wat ook. Nu zijn beide kampen naar elkaar toegegroeid: 44 procent wil hervormingen in zowel economie als politiek tegen 56 procent van de Russen die alles bij het oude willen laten. 

HervormingofStabilitiet
Hervormen of stabiliteit. Grafiek Nezavisimaja Gazeta